Opinie

Afstand houden? Alleen fysiek, sociale binding houdt gezond

In de crisis laten we onze verbondenheid zien, ook op afstand. De mens is tenslotte een groepsdier, stellen .
De Azadi Toren in Teheran, verlicht met boodschappen van solidariteit en kritiek op Amerikaanse sancties.
De Azadi Toren in Teheran, verlicht met boodschappen van solidariteit en kritiek op Amerikaanse sancties. Foto STR / AFP

Duitse ziekenhuizen nemen Nederlandse patiënten op, buurtbewoners praten opeens met elkaar en we staan ’s avonds op tv stil bij de zorgverleners in de frontlinie. Door de pandemie is de bereidheid om elkaar te helpen groot. Maar solidariteit staat ook onder druk. Italië is verbijsterd over de houding van Nederland. Jongeren zijn in veel opzichten slechter af dan de generaties voor hen. Toch beginnen zij hun volwassen leven nu zonder de unieke gedeelde ervaring van het laatste voorportaal: het eindexamen. En na jaren van bezuinigingen op de zorg wordt juist nu een groot beroep gedaan op de zorgverlening. Het roept de vraag op: tot hoever reikt onze solidariteit, en waar komt die vandaan?

In 1739 schreef de Schotse filosoof David Hume dat onze solidariteit met anderen afneemt naarmate de afstand tot hen groter wordt. De gezondheid van onze vrienden en familie vinden we belangrijker dan die van vreemden, en we maken ons meer zorgen over de IC-capaciteit in Brabant dan die in New York. Pas toen de eerste Nederlandse patiënt een feit was, werd het voor ons echt relevant: wat tot dan toe nog een abstract kwaad was aan de andere kant van de wereld had ons nu ook bereikt. Deze morele partijdigheid sluit goed aan bij evolutionaire verklaringen voor gedrag: de mensen met wie we vaker en intensiever omgaan, hebben een grotere impact op ons welzijn en we zullen daarom ook meer met hun lot zijn begaan.

Of die partijdigheid wel zo nobel is, is een vraag die we hier niet hoeven te beantwoorden. Belangrijker is dat de wereld sinds 1739 flink is veranderd. De verspreiding van het virus en de mondiale houdgreep waarin corona ons houdt, laten op indringende wijze zien dat de afstanden in de wereld veel kleiner zijn geworden dan toen we nog met postkoets en trekschuit in de weer waren. Je kunt je nu net zo snel en gemakkelijk verdiepen in de lotgevallen van de inwoners van Wagga Wagga, Australië, als in die van Broek in Waterland, Noord-Holland. Als we solidair zijn met de mensen die dichtbij ons staan, dan is er dus meer ruimte voor solidariteit dan er was in de achttiende eeuw.

Dicht op elkaar: risico’s

Boerengemeenschappen kenden het accordeoneffect. Als de oogst mislukte werd eerst voedsel met anderen gedeeld, maar als de voedselschaarste langer duurde hield men daar weer mee op. Het recente ‘coronahamsteren’ geeft ons een indruk van wat er dan kan gebeuren. Maar nu nemen de risico’s juist toe naarmate de kring kleiner en hechter wordt. Neem bijvoorbeeld het Overijsselse stadje Hasselt. Een kleine en hechte gemeenschap, waardoor het aantal besmettingen extra hoog is. Dit zien we ook in de internationale vergelijkingen die we tot nu toe kunnen maken. In mediterrane landen, zoals Italië en Spanje, staat de familie centraal en wonen verschillende generaties bij elkaar onder één dak. Het aantal besmettingen en sterfgevallen is daar nu extreem hoog. Zo niet in Scandinavische landen, die veel individueler gericht zijn. In Zweden wonen grootouders niet bij hun kinderen, en gaan jongeren vroeg het huis uit. Het aantal besmettingen is navenant lager. Nederland zit daar qua leefwijze en besmettingsgraad tussen in.

Lees ook dit opiniestuk: In het gewone leven zijn we solidair met anderen

Een van de bestrijdingsmaatregelen tegen het coronavirus wordt nu alom ‘social distancing’ genoemd, afstand houden van elkaar. Maar het gaat om ‘physical distancing’. We moeten het vermijden van fysiek contact niet verwarren met het vermijden van sociaal contact. Psychologisch onderzoek laat zien welke gevaren het eigenlijke ‘social distancing’ heeft. Wie niet verbonden is met anderen kan minder goed met stress omgaan en wordt letterlijk ziek. De meetbare invloed op de lichamelijke gezondheid blijkt uit de effecten op het immuunsysteem, hart- en vaatziekten, en voortijdig overlijden. Sociaal contact is dus niet het probleem, maar letterlijk onderdeel van de oplossing. De uitdaging is daarom het gevoel van verbondenheid te blijven aanspreken, ook als ons wordt gevraagd elkaar niet meer op te zoeken, alleen thuis te blijven, of ons zelfs thuis in aparte ruimtes terug te trekken.

Psychologische experimenten laten zien dat we heel goed in staat zijn ons verbonden te voelen met anderen die op afstand zijn. De mentale verbondenheid kan zo sterk zijn, dat de pijn, mislukkingen of tegenslagen die anderen ervaren zichtbaar zijn in onze eigen hartslag, bloeddruk, en hersenactiviteit. Dat geldt niet alleen voor familieleden of mensen die we goed kennen, maar ook voor vage collega’s of onbekende lotgenoten ver weg. Ook de bereidheid relatieve vreemden te helpen blijkt best groot te zijn – zolang we ons maar met hen verbonden voelen. Als we zien hoe moeilijk de mensen het er hebben, is New York opeens niet meer zo ver weg. De mens is een groepsdier, en vormen van solidariteit die effectief zijn, zowel voor de betrokken personen als voor het geheel, houden daar rekening mee.

Dicht op elkaar: kansen

Een wereld waarin we technisch, sociaal en economisch zo sterk van elkaar afhankelijk zijn als nu het geval is, had Hume niet kunnen voorzien. De coronacrisis wijst ons snoeihard op de risico’s van onze verknoping in die wereld. Maar voor het bestrijden van de huidige crisis kunnen we die verknoping juist benutten. Het gaat immers om hulpbronnen die onze eigen mogelijkheden overstijgen: medische voorzieningen, vervoersketens, continuïteit van nutsvoorzieningen, en bundeling van kennis over virussen en menselijk gedrag. Het is domweg niet mogelijk om als gezin, stad of land op deze gebieden zelfvoorzienend te zijn. Het is nu dus van extra groot belang dat er samenwerking plaatsvindt – van de lokale buurt tot de internationale politiek. Of het Europese noodfonds bijvoorbeeld kan worden aangesproken is niet alleen een economische vraag, maar betreft ook de inhoud en betekenis van onze nieuwe solidariteit.

De wereld is kleiner geworden, de mogelijkheden tot solidariteit groter. En daar kunnen we gebruik van maken.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.