Covid-19 is een pandemie die ons allen in Europa gelijkelijk snoeihard raakt. Europese solidariteit is meer dan ooit vereist om de directe gevolgen van het coronavirus te bestrijden. Maar helaas moeten wij vaststellen dat die vooral met de mond beleden wordt. De jongste videovergaderingen van de ministers van Financiën en de Europese Raad zijn daar het bewijs van.
Het is betreurenswaardig dat Nederland er bijzonder negatief uitspringt. Nederland verzet zich fel tegen de inzet van Europese instrumenten die de economische crisis zouden moeten dempen. Dit komt niet alleen in de buitenlandse pers maar nu ook in de vaderlandse op kritiek te staan.
Minister Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) zou volgens Politico de Europese Commissie hebben opgeroepen te onderzoeken waarom sommige lidstaten niet genoeg financiële ruimte hebben om de crisis het hoofd te bieden. De Portugese premier António Costa noemde die houding „walgelijk”. Het beeld dat Italianen van Nederland hebben is volgens de Italiaanse ex-premier Enrico Letta „ingrijpend vervuild”.
Open grenzen onder druk
De Nederlandse opstelling is dezelfde als die tijdens de eurocrisis. Een pandemie als het coronavirus is echter van geheel andere orde. Het is een externe symmetrische schok van ongekende omvang die alle EU-lidstaten in gelijke mate treft. Dit is niet de tijd andere landen de les te lezen over binnenlands begrotingsbeleid en structurele hervormingen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56943340-7982ee.jpg)
Er staat veel meer op het spel. De gevolgen van deze crisis zijn universeel. Zij kost overal levens en ontwricht de wereldeconomie. Dat laatste raakt zeker een land als Nederland dat voor tweederde van de export afhankelijk is van de gemeenschappelijke markt. Solidariteit betekent ook het openhouden van de EU-binnengrenzen. We zien nu al dat de open grenzen onder druk staan. Seizoenarbeiders uit de EU worden schaars, opstoppingen aan de grens belemmeren het goederenvervoer.
Er moet ons veel aan gelegen zijn een tweede eurocrisis te vermijden. Ditmaal bestaat het reële gevaar van het opbreken van de eurozone. We kunnen het ons niet veroorloven dat de Europese Centrale Bank wederom alle last op zijn schouders neemt.
Eurobonds
Ook Klaas Knot erkent dat met zoveel woorden. De president van De Nederlandsche Bank nam in NRC afstand van het kabinet en bepleitte een collectieve EU-aanpak. Zijn voorganger Nout Wellink was op Radio 1 nog explicieter: hulp voor Italië is onvermijdelijk, zei hij in een pleidooi voor zogenoemde ‘coronabonds’. „Wij zijn geen rijk land in het noorden meer als het zuiden omvalt.”
Inmiddels pleiten 14 van de 19 eurolanden voor eenmalige uitgifte van een vorm van gemutualiseerde euro-obligaties, gericht op het financieren van de directe gevolgen van het coronavirus. Ook onder economen, zelfs in Duitsland, wordt de roep hierom groter. Hoe die vorm krijgen en wie ze uitgeeft, is nog open voor discussie. Laten de ministers van Financiën zich daarop richten.
Dit soort onderlinge solidariteit overstijgt moral hazard-overwegingen en heeft niets te maken met een ‘transferunie’, waarbij Nederland volgens critici zonder tegenprestatie geld naar het zuiden zou overmaken. Nederland krijgt instandhouding van de gemeenschappelijk markt en de euro ervoor terug, beide essentieel voor onze exporteconomie. Dat is eerst en vooral in ons eigen Nederlandse belang.