Massale noodsteun aan de banken, pakketten van honderden miljarden om de economie te ondersteunen: centrale banken zetten tijdens de coronacrisis al hun vuurkracht in. De crisissfeer gaat niet voorbij aan De Nederlandsche Bank (DNB), die in Nederland moet zorgen dat de banken blijven draaien en die in Europa deel uitmaakt van de – nu hyperactieve – Europese Centrale Bank (ECB).
DNB-president Klaas Knot moet zijn aandacht verdelen tussen het dagelijkse coronacrisisoverleg bij zijn centrale bank en het geïntensiveerde vergadercircuit van de ECB. Allemaal per videoconferentie. „We zijn in crisismanagementmodus, we zijn aan het brandblussen”, zegt hij. Dit interview, daags voor de publicatie van het DNB-jaarverslag, geeft Knot telefonisch vanuit huis. Ook hij is hoofdzakelijk telewerker geworden.
Het tijdelijke Amsterdamse pand van DNB – de hoofdzetel wordt verbouwd – is in deze hectische dagen vanwege de coronamaatregelen leeg en stil, hoewel er altijd iemand op topniveau aanwezig is om vitale functies, zoals het betalingsverkeer, in de gaten te houden. „We monitoren nu alles extra”, vertelt Knot. Cyberrisico-experts van DNB werken „bijna dag en nacht” om te zorgen dat de zo cruciale digitale systemen veilig blijven.
DNB verlaagde eerder deze maand tijdelijk de kapitaaleisen voor banken, om de kredietverlening aan bedrijven op peil te houden. Het ECB-bestuur stelde ultragoedkope leningen aan banken beschikbaar en lanceerde een paar dagen later een ‘pandemienoodopkoopprogramma’.
En nu is het tijd voor stappen van de Europese politiek, zegt Knot in het telefonische interview. Hij spreekt zich uit voor een financieel „vangnet” op eurozoneniveau voor bijzonder door het virus getroffen landen, zoals Italië. Daarmee neemt hij afstand van het Nederlandse kabinet, dat zich hiertegen in Brussel verzet.
Hoe omschrijft u de economische schok door het coronavirus?
„De schok komt van buiten de economie en van buiten de financiële sector – heel anders dan in 2008/2009. Maar de bestrijding van het virus betekent dat belangrijke delen van de economie stopgezet moeten worden. Dat leidt ogenblikkelijk tot verlies van productie en inkomen. Je kunt pas tot stabiele schattingen komen van de totale schade op het moment dat dit virus enigszins onder controle is. We kunnen wel scenario’s bedenken, zoals het Centraal Planbureau heeft gedaan, maar nog geen waarschijnlijkheden aan die scenario’s koppelen.”
Het CPB voorspelde donderdag dat de Nederlandse economie dit jaar krimpt met 1,2 tot 7,7 procent, afhankelijk van de duur van de beperkende maatregelen van de overheid.
Het CPB voorziet hoe dan ook een recessie. U ook?
„Een recessie is inderdaad onvermijdelijk. Maar technisch gezien kan een recessie ook slechts twee kwartalen krimp op rij betekenen. Er komt zeker een enorme dip in de economische activiteit. Maar er is nog steeds een realistische kans dat dit weliswaar een felle, maar ook korte dip gaat worden. Als we erin slagen de permanente economische schade te beperken, kunnen we daarna ook weer vrij vlot de groei hernemen.”
Knot steunt het economisch noodpakket van het kabinet, met daarin inkomenssteun voor werknemers en zzp’ers en met acute steun en kredietgaranties voor bedrijven. Het kabinet wil 45 tot 65 miljard euro gaan lenen om het pakket te financieren.
Knot: „Dit is de enige manier waarop je met een dergelijke crisis kunt omgaan: zo snel mogelijk zorgen dat bedrijven en burgers niet, of zo weinig mogelijk, failliet gaan, en dat ze liquide blijven. De publieke sector neemt nu de risico’s en verliezen van bedrijven en burgers tijdelijk over en collectiviseert die.”
Dat is een ingrijpende ontwikkeling in korte tijd. Raakt het bedrijfsleven zo niet aan het infuus van de overheid?
„Dat is inderdaad een risico. Bij al deze maatregelen moeten we bedenken dat ze tijdelijk zijn. Ik blijf erop hameren dat ze zó worden vormgegeven dat ook weer een exit uit deze maatregelen mogelijk is. Ik geef direct toe: dat is niet altijd makkelijk. Maar dat zullen we wel in de gaten moeten houden.”
Is het erg dat de staatsschuld oploopt?
„Daarover maak ik me geen zorgen. Het is verstandig de overheidsuitgaven nu op te voeren, omdat je de schade aan de economie dan beperkt. Dan kun je later juist beter de staatsschuld terugbetalen. Bij dit pakket blijven we waarschijnlijk nog onder de 60-procentsnorm uit het Verdrag van Maastricht. Tijdens de vorige crisis is de staatsschuld opgelopen tot rond de 75 procent [van het bbp], dat werd probleemloos gefinancierd”.
Het risico dat deze economische coronacrisis ook een financiële crisis wordt – zoals in 2008/2009 – schat Knot niet hoog in. De banken hebben de voorbije jaren flinke kapitaalbuffers opgebouwd. „Daarom kon DNB zich veroorloven die buffers nu tijdelijk vrij te geven om zo de kredietverlening aan bedrijven op peil te houden”, aldus Knot. Bovendien, zegt hij, heeft de overheid garanties gegeven op een hoop bedrijfskrediet. „Pas als dit heel, heel lang gaat duren, kan ook de kredietkwaliteit van bancaire portfolio’s schade gaan ondervinden”.
Minder gunstig gestemd is de DNB-baas over de pensioenfondsen. Die worden nu hard getroffen door gekelderde aandelenkoersen en het scenario van blijvend lage rentes, dat door de coronacrisis alleen maar waarschijnlijker is geworden. „Voordat het virus toesloeg, was het pensioenstelsel al onhoudbaar, nu helemaal. We moeten zo snel mogelijk naar een nieuw stelsel waarin we geen toezeggingen meer doen over de hoogte van pensioenuitkeringen in de toekomst.”
De grote monetaire besluiten vallen nu in Frankfurt, waar de ECB (tele)werkt onder hoogspanning. Op 12 maart kondigde zij langetermijnleningen aan voor het bankwezen tegen diep negatieve rentes, tot minus 0,75 procent. Dit bleek niet genoeg om de onrust op de financiële markten te temmen: de leenkosten van Italië liepen op, gevolgd door die voor Spanje, Portugal en Griekenland. En de economische vooruitzichten verslechterden in noodvaart. Onverwacht kwam enkele dagen later, op 18 maart, het pandemienoodopkooppakket. De Europese Centrale Bank koopt dit jaar voor 750 miljard euro extra aan staats- en bedrijfsleningen op.
Knot maakte met een handvol andere ECB-bestuurders bezwaar tegen een schijnbaar technisch, maar wezenlijk onderdeel van het besluit: de ECB zinspeelt er voor het eerst op dat bestaande opkooplimieten overboord kunnen gaan. Ze mag nu nog niet meer dan 33 procent van één bepaalde staatslening in bezit hebben. Die grens is bedoeld als bescherming tegen ‘monetaire financiering’, financiering door centrale banken van overheidsbegrotingen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56635798-a30b94.jpg)
Waarom tekende u op dit punt bezwaar aan?
„Ten eerste: we waren het in het bestuur unaniem eens dat we krachtdadig moesten ingrijpen. Ook binnen de bestaande opkooplimieten kun je dankzij al die nieuwe schulden de komende tijd honderden miljarden aan obligaties kopen. En die limieten zijn er niet voor niets. Ons mandaat wordt door het Verdrag van Maastricht bepaald. Daarin staat een verbod op monetaire financiering.
„Natuurlijk is 33 procent ook maar een getal. Maar het is wel een grens die de kans vermindert dat tijdelijk bezit van overheidsschuld door de centrale bank permanent wordt. Als die limiet veranderd moet worden, kunnen wij als centrale bankiers dat niet alleen beslissen. De verleners van ons mandaat – de overheden – moeten daar op zijn minst bij betrokken worden.”
Moet monetaire financiering niet gewoon kunnen in deze tijden?
„Daar zegt u nogal wat. Nogmaals: het is ons in Europa verboden. En het is bovendien zeker niet zonder risico’s. Alle episodes van hyperinflatie uit het verleden zijn begonnen met monetaire financiering van overheidsschulden.
„Op dit moment werken juist een ontzettende hoop factoren tégen inflatie. Dan is monetaire financiering misschien even minder riskant. Maar blijft die situatie zo? Dat weten we niet. In Zimbabwe, in Venezuela, in de Weimar-republiek is men ongetwijfeld ook begonnen met een klein beetje monetaire financiering, toen nog een beetje, en pas uiteindelijk een grote geldpers die het vertrouwen in het geld deed verdampen.”
De ECB is nu ver gegaan. Is het tijd voor de politiek om stappen te zetten? ECB-chef Lagarde pleit voor ‘coronabonds’, tijdelijke euro-obligaties waarin landen risico’s delen.
„Dit is een test voor de eurozone. Als je ziet wat nu in landen als Italië en Spanje met het coronavirus gebeurt, vind ik de roep om solidariteit buitengewoon logisch. Hoe je die solidariteit invult, is een politiek besluit. Coronabonds zijn één manier. Er zijn ook andere manieren, zoals gebruik van het ESM.”
Knot doelt op het Europees Stabiliteitsmechanisme, het noodfonds van de eurolanden met een leencapaciteit van 410 miljard euro.
Bent u voorstander van een vorm van vangnet op eurozoneniveau?
„Het zou zonder meer verstandig zijn als er zo’n vangnet zou komen. In dit soort tijden is het nuttig dat het monetaire beleid en het begrotingsbeleid elkaar versterken. Het monetaire beleid kan het niet alleen: er zijn grenzen aan wat wij kunnen doen, er zijn grenzen aan ons mandaat. Het is dus zeker wenselijk als ook aan de kant van de overheden iets gemeenschappelijks gaat ontstaan: een Europese crisisrespons. Wij kunnen op onze beurt coronabonds gaan kopen, of nieuwe obligaties die het ESM uitgeeft.”
Wat is verstandiger, coronabonds of inzet van het ESM?
„Dat is echt een vraag voor de politiek. Ik denk wel dat een combinatie nodig is van solidariteit en aanpassing van de economieën van landen die steun krijgen. We moeten ook beginnen te denken aan het vermogen van landen om de extra schulden die nu worden gemaakt, weer terug te betalen. En daarvoor is versterking van economieën nodig.”
Die aanpassing van economieën kan alleen via het ESM, dat doorgaans hervormingen eist in ruil voor steun. Maar voorwaarden aan steun liggen in deze tijden van humanitaire crisis buitengewoon lastig.
„En dat is ook begrijpelijk. In deze fase, waar je vrachtwagens met lijken ziet rondrijden op zoek naar crematoria, moet de nadruk liggen op solidariteit. Maar we moeten wel ergens ruimte houden in ons achterhoofd voor ook de vervolgvraag, van economische weerbaarheid van landen. We weten immers hoe financiële markten werken. Ooit gaan vragen rondom schuldhoudbaarheid in de eurozone weer op tafel komen. Dat is onvermijdelijk als staatsschulden mogelijkerwijs met tientallen procenten gaan oplopen.”
Het Nederlandse kabinet is tegen coronabonds én tegen snelle inzet van het ESM. Wat vindt u daarvan?
„Het is niet aan mij om de opstelling van de Nederlandse regering publiekelijk te recenseren.”
Heeft u hier overleg over met minister Hoekstra van Financiën?
„Vanzelfsprekend, maar dit soort beraadslagingen is vertrouwelijk.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/coronacrash-featured.jpg)