‘Er gebeurt helemaal niks”, foetert dakloze Martin door de telefoon. Normaal slaapt hij in een opvang voor dak- en thuislozen in Amsterdam Oud-Zuid. Maar dat is „een grote dierentuin daaro”, zegt hij. „Mensen raken elkaar aan, zijn beledigd als je geen hand geeft. Kamers zijn te klein, bedden staan naast elkaar.” Opvangcentra noemt hij „brandhaarden” waar het risico op besmetting met het coronavirus hoog is.
„Als je verslaafd bent dan ben je alleen bezig met je volgende shot, pijp of blikje drank”, zegt Martin (volledige naam bekend bij de redactie). „Corona speelt niet in je hoofd.” De mensen lopen in en uit de opvangcentra, hebben een lagere weerstand en komen in groepen samen. Zelf is hij „herstellend verslaafde” en hij wacht op een huis van de gemeente.
Hij is bang. „De enige oplossing is opvang in hotels, één kamer per persoon met strikt hygiëne- en afstandsbeleid.” Zelf leende hij wat geld en sliep hij vorige week voor een paar tientjes per nacht in een hotel. Maar nu is zijn geld op.
Als je verslaafd bent, speelt corona niet in je hoofd
Martin, dakloze
Uit een inventarisatie van NRC onder tien grote gemeenten in Nederland blijkt dat alle gevraagde gemeenten hun zorg voor dak- en thuislozen afgelopen week hebben aangepast: opvang wordt verkleind en overal komen isolatie- en quarantaineplekken. Desondanks slapen mensen alsnog vaak met vier tot twaalf mensen – soms meer – op één kamer. In de dagopvang zijn de groepen die samenkomen nog groter.
Daarom moeten het Rijk en gemeenten dak- en thuislozen opvangen in hotels om de verspreiding van het coronavirus zo veel mogelijk tegen te gaan. Die oproep deed Valente, de brancheorganisatie voor maatschappelijke opvang donderdag in NRC. „Het is voor de volksgezondheid belangrijk dat mensen niet besmet raken in de groepsaccommodaties en er ook geen virusuitbraken zijn op straat”, zei Esmé Wiegman, directeur van Valente. Gent, Londen en Frankrijk huisvesten daklozen al in hotels.
In 2018 telde Nederland bijna 40.000 daklozen, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, een ruime verdubbeling ten opzichte van tien jaar eerder.
Zelfquarantaine in een schuurtje
Er zijn meer bange daklozen zoals Martin die het heft in eigen hand nemen, vertelt de Rotterdamse straatdokter Marlieke Ridder. Toen het coronavirus Nederland net had bereikt, verbleef een jongen in de nachtopvang met klachten. Opeens was hij weg. „Dagen later vertelde hij ons dat hij zichzelf in quarantaine had gebracht in een schuurtje”, zegt Ridder. „Daarmee heeft hij in zijn eentje een hele groep beschermd.”
Ondertussen is de longziekte Covid-19 al onder daklozen geconstateerd. In Eindhoven liggen twee positief geteste mensen in de quarantaineopvang, bevestigt straatdokter Peter Meulesteen. In Amsterdam gaat het ook om „één of twee gevallen”, aldus directeur Hans Wijnands van de opvangorganisatie De Regenboog Groep. Het Leger des Heils kent tien coronagevallen door het hele land.
Voor nu zijn er nog genoeg plekken beschikbaar om hen te isoleren. „Maar wat als tien zieke mensen zich per dag aanmelden?”, vraagt Ridder. „Dat kunnen we niet aan.” En ook aan de personeelskant zijn de problemen zichtbaar. In Rotterdam werkt Ridder samen met zeven straatdokters: „Als een van hen ziek wordt, hebben we meteen een probleem.”
De gevolgen van personeelstekort zijn al zichtbaar in Groningen. Daar sloot Open Hof, een dag- en avondopvang, gedeeltelijk haar deuren omdat een kwart van de honderd vrijwilligers – vaak ouderen – ziek is of uit voorzorg thuisblijft, zegt directeur Gerhard ter Beek. Maar hoelang kunnen die veilig openblijven? „We hebben een tekort aan handschoenen en mondkapjes, en desinfecterende middelen komen we al helemaal niet aan.” Terwijl alle bezoekers met gezondheidsklachten kampen: „Iedereen hoest, kucht, niest en proest bij ons, maar niet iedereen wordt getest.” Alle opvangcentra kampen met een tekort aan beschermingsmiddelen, bevestigt brancheorganisatie Valente.
Bankslapers en ‘echte daklozen’
Aan de deuren van dag- en nachtopvangen worden nu harde keuzes gemaakt. Alleen ‘echte’ daklozen mogen nog binnen. Bankslapers en thuislozen – die geen huis hebben, maar wel ergens in hun sociale netwerk kunnen verblijven – worden veelal geweerd. Mensen die dagelijks voor een kopje koffie komen al helemaal. Arbeidsmigranten zonder werk, die daardoor geen recht hebben op opvang, kunnen nu ook bijna nergens terecht.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56622558-7621b1.jpg)
Daarnaast zijn bibliotheken, buurthuizen en veel inloophuizen – waar de koffie en maaltijden vaak klaarstaan – gesloten. De druk op de nog geopende opvangcentra neemt toe, zeggen verschillende locatiemanagers. En het is moeilijker om aan een inkomen te komen: bedelen of de straatkrant verkopen levert op de lege straten niet veel meer op.
De groep dak- en thuislozen zal naar verwachting toenemen. In Rotterdam en Den Haag zijn de opvangcentra bang voor nieuwe dakloze arbeidsmigranten, voor wie nu steeds minder banen zijn en die moeilijk naar hun eigen land kunnen terugkeren. Ook veel bankslapers worden dakloos, zegt Ridder: „Een bankslaper die hoest is nu minder welkom bij iemand thuis.” Daarom pleit Ridder voor „heel veel meer extra opvang, in hotels en lege kantoorcomplexen. En bied deze mensen meteen een afkickprogramma aan”. Daarnaast roept ze op tot solidariteit: „Als je een dakloze kent, vang ’m op.”
Bovendien maken gemeenten nu moeilijke keuzes. Hoewel het afgelopen week ’s nachts vroor, paste Amsterdam de winterkouderegeling niet toe. Onder die regeling worden mensen opgevangen als ze kans lopen te bevriezen. „Ik kreeg het niet snel genoeg voor mekaar om geschikte locaties te vinden die voldeden aan de voorschriften van de GGD”, zegt de Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks). „Een besluit uit bittere noodzaak.”
Groot Wassink vindt opvang in hotels of kantoorcomplexen een „sympathiek idee”, maar vraagt zich af hoe hij dat logistiek moet regelen. „De capaciteit in hotels is straks misschien ook voor coronapatiënten nodig, en er is een tekort aan ondersteunend personeel en geld.” Daarover is hij met het Rijk in gesprek.
En hoe gaat het met de jongen die zichzelf in quarantaine plaatste in een schuurtje? „Daar hebben we geen zicht meer op”, zegt straatdokter Ridder. „Die zijn we kwijt en we maken we ons grote zorgen om hem.”