In de leegstaande gebouwen en vluchtelingenkampen van Noord-Syrië, waar meer dan een miljoen ontheemden bivakkeren, is het wachten op een ramp gezien de snelle verspreiding van het coronavirus. Sociale onthouding is hier geen optie. De overbevolkte kampen, waar meerdere gezinnen vaak één tent delen en waar nauwelijks stromend water, sanitaire voorzieningen en medische zorg zijn, vormen een ideale voedingsbodem voor een snelle en dodelijke uitbraak.
Officieel is het virus nog niet geconstateerd in Idlib, maar artsen betwijfelen dat. „We hebben veel verdachte gevallen: mensen die griep hebben met coronasymptomen”, zegt Nasser Al-Khalaf, een ziekenhuisdirecteur in Idlib, aan de telefoon. „Maar we kunnen niet bevestigen dat het om Covid-19 gaat omdat we geen testen voor het virus hebben. Mensen lopen een groot risico als corona hier toeslaat. De algemene gezondheidssituatie is erg slecht.”
Wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft nog geen testkits voor corona naar Idlib gestuurd, de laatste provincie die in handen is de oppositie. Vorige maand arriveerde al wel een lading tests voor het regime in Damascus. Hulporganisaties proberen ondertussen voorzorgsmaatregelen te nemen. Maar hulpverleners die met mondkapjes en een jerrycan ontsmettingsmiddel in het kamp rondlopen, lijken eerder de angst voor het virus aan te wakkeren dan mensen gerust te stellen. Iedereen lijkt te beseffen: er is geen beginnen aan.
We hebben veel verdachte gevallen, maar die kunnen we niet testen
Nasser Al-Khalaf Ziekenhuisdirecteur in Idlib
Veel ontheemden hebben bovendien concretere zorgen aan hun hoofd dan een onzichtbaar virus. „We hebben grote problemen om de gemeenschap te alarmeren”, zegt Al-Khalaf. „Mensen reageren niet op onze waarschuwingen, en nemen geen voorzorgsmaatregelen in acht, zoals het vermijden van sociaal contact. We proberen nu via sociale media en lokale zorgverleners de kennis over het virus te vergroten.”
Het ziekenhuis heeft maatregelen genomen om de inloop van patiënten te verminderen. Zo worden er alleen nog noodgevallen behandeld, alle routinecontroles zijn verzet. Het ziekenhuis is een van de weinige in Idlib met beademingsapparaten, die hard nodig zullen zijn bij een corona-uitbraak. „Maar we hebben niet genoeg bedden om mensen in isolatie te plaatsen. Onze intensive care unit en onze beademingsapparaten zullen bij lange na niet genoeg zijn voor alle patiënten.”
Dicht op elkaar
Terwijl rijke landen alle zeilen bij zetten om de wereldwijde corona-uitbraak in eigen land de baas te blijven, zijn de 30 miljoen vluchtelingen in de wereld het meest kwetsbaar. Veel vluchtelingen leven dicht op elkaar in onhygiënische omstandigheden, en hebben geen toegang tot gezondheidszorg. En ze zijn vaak geen burgers van de landen waar ze verblijven. Daardoor wordt er minder naar ze omgekeken en hebben ze geen idee hoe zij moeten omgaan met deze pandemie. Hulporganisaties slaan alarm.
„Miljoenen door oorlog getroffen mensen leven in benauwde vluchtelingenkampen met dramatisch slechte hygiëne en sanitaire voorzieningen”, schrijft Jan Egeland, voormalig ondersecretaris-generaal van de VN, op de website van het Norwegian Refugee Council, de Noorse hulporganisatie waarvan hij directeur is. „Wanneer het virus overbevolkte centra in landen als Iran, Bangladesh, Afghanistan en Griekenland treft, zullen de gevolgen vernietigend zijn. We moeten nu handelen.”
Egeland spoort regeringen aan om vluchtelingen op te nemen in hun noodplannen. Maar veel landen hebben geen geld of middelen om hen adequaat te informeren over het virus, laat staan om ze te behandelen als ze besmet raken. En hulporganisaties moeten omschakelen.
Neem Bangladesh, waar 750.000 ontheemde Rohingya uit Myanmar in kampen leven. Omdat de overheid en hulporganisaties het tot nu toe laten afweten, geven jonge activisten zelf les aan jongeren in het kamp over het belang van persoonlijke hygiëne bij de bestrijding van het coronavirus.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56736326-f6aa6b.jpg|https://images.nrc.nl/gPyQ3fp-Qrg0qXTEr-a0IOkgkJE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56736326-f6aa6b.jpg|https://images.nrc.nl/_AwtMprDZrnd0pGFlcC_RpbwU_4=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56736326-f6aa6b.jpg)
Een vrijwilliger van de organisatie Violet Organization sproeit een desinfectiemiddel in een kamp in de buurt van Idlib in Syrië.
Foto Yahya Nemah/ EPA
Informatie voor kwetsbaren
Of neem Iran, waar miljoenen Afghaanse vluchtelingen wonen. De meesten zijn illegaal in het land en hebben geen toegang tot gezondheidszorg, terwijl Iran hard is getroffen. Hulporganisatie Artsen Zonder Grenzen is bezig het aantal sanitaire- en hygiënefaciliteiten in Iran en Afghanistan uit te breiden, en ook de informatievoorziening voor de kwetsbaren te verbeteren. „We zijn erg bezorgd over de miljoenen Afghaanse vluchtelingen in Iran die leven in gebieden met slechte hygiëne”, aldus een verklaring van Artsen Zonder Grenzen.
In Turkije, dat de meeste vluchtelingen opvangt, onder wie 3,6 miljoen Syriërs, is de situatie iets beter. Maar ook daar lijkt het virus zich snel te verspreiden. Het aantal besmettingen is in de afgelopen week vrijwel iedere dag verdubbeld. Er zijn inmiddels 947 besmettingen en 21 doden. Of het virus zich ook heeft verspreid onder vluchtelingengemeenschappen is onduidelijk. De regering geeft geen informatie over de locatie en reisgeschiedenis van de besmette personen.
Zelfs geen tijdelijke status
De meeste Syrische vluchtelingen hebben een tijdelijke beschermingsstatus, die hen toegang geeft tot gezondheidszorg in Turkije. Maar dit geldt niet voor de honderdduizenden Afghanen, Iraniërs en andere nationaliteiten, die ook voor hulporganisaties moeilijk te bereiken zijn. Vluchtelingen wonen in steden als Istanbul, Ankara, Izmir, en Gaziantep vaak dicht op elkaar in kleine appartementen met slechte hygiëne. Ideale omstandigheden voor verspreiding van het virus.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data56286637-fb5abe.jpg)
Vanaf de Griekse eilanden, waar 40.000 vluchtelingen verblijven, komen al weken verontrustende berichten. Twee weken terug werd een inwoner van Lesbos opgenomen met een coronabesmetting. Er wordt gevreesd voor een uitbraak in vluchtelingenkamp Moria waar meer dan 21.000 mensen, op enkele vierkante kilometers verblijven. Op de andere eilanden, Kos, Samos, Leros en Chios, is de situatie niet veel beter. Er is een groot gebrek aan sanitaire voorzieningen en medische zorg.
Avondklok ingesteld
„Als iemand hier corona krijgt, hebben we het meteen allemaal”, zegt de 18-jarige Maryam Qadery, die met haar familie in een container woont in Moria, aan de telefoon. „Mensen staan hier urenlang in de rij voor eten of de wc, of soms de douche. Je kunt hier helemaal niet op afstand leven van elkaar. Dat wordt vanwege de avondklok alleen maar erger.”
De kampen zijn sinds woensdag op last van de autoriteiten van 7 uur ’s ochtends tot 7 uur ’s avonds gesloten. Gedurende de dag mag er maar één persoon per familie naar buiten, en die wordt door de politie in de gaten gehouden. Maar de meeste vluchtelingen en migranten op Lesbos bivakkeren in zelfgebouwde onderkomens buiten het officiële kamp. Hun bewegingen zijn moeilijk te controleren. Sommige kleinere kampen, zoals op de eilanden Leros en Kos, zijn helemaal dicht.
Mensen staan urenlang in de rij voor eten of de wc, of soms de douche
Maryam Qadery, vluchteling in kamp Moria
Dit leidt tot felle kritiek van internationale hulporganisaties die juist hadden gepleit voor ontruiming van de kampen, omdat kwetsbare mensen daar niet te beschermen zijn tegen het virus. „Mensen dwingen om daar te leven als onderdeel van het Europese indammingsbeleid was altijd al onverantwoordelijk”, schrijft Artsen Zonder Grenzen. „Maar nu het virus zich verspreidt, grenst het aan het misdadige wanneer er geen actie wordt ondernomen om mensen te beschermen.”
Toch besloot de Griekse regering donderdag alle bezoeken en activiteiten van hulporganisaties in de vluchtelingenkampen voor twee weken op te schorten, als preventieve maatregel tegen de verspreiding van het coronavirus. Artsen Zonder Grenzen meent dat dit alleen effect heeft op haar activiteiten in het kamp. Maar de hulporganisatie heeft ook klinieken buiten het officiële kamp en er zijn tot dusverre geen plannenom die te sluiten.
Brief aan premier Rutte
Diverse hulporganisaties, waaronder VluchtelingenWerk Nederland, Save the Children, Artsen zonder Grenzen en Amnesty International, schreven vorige week een gezamenlijke brief aan premier Mark Rutte: „Het risico op verspreiding van het virus is extreem hoog door een gebrek aan hygiëne en sociale afstand; er is geen zeep, geen warm water en vaak is er slechts een kraan beschikbaar voor gemiddeld 1.300 mensen. Hoe kunnen deze mensen zich houden aan hygiënevoorschriften?”
Dat gaat niet, zeggen bewoners van het kamp. „Ik heb mijn dochter al een week niet kunnen wassen omdat er geen water is”, zegt Najeem Jan Khoja (25). De Afghaan woont met zijn vrouw en hun een jaar oude baby in een tent van een paar vierkante meter. De buren wonen met z’n vijven aan de andere kant van de tent. De ruimtes zijn van elkaar afgesloten met een doek. „Eigenlijk stinken we allemaal. Wij wassen onze vieze handen niet met water maar vegen ze schoon met natte doekjes.”
Qadery woont met zeven mensen in een kleine container. „We hebben om mondkapjes gevraagd maar die hadden ze hier niet. Heel veel mensen hebben die dingen nu maar zelf gemaakt.” Via een videoverbinding laat ze zien hoe ze allemaal een sjaal hebben kapotgescheurd en de stukken om hun mond binden. Ze stuurt een foto van twee buisjes met vitaminepillen. „Die worden sinds een week uitgedeeld aan de vluchtelingen. We hebben geen idee waarom. Ons wordt niks verteld.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56756312-148d58.jpg|https://images.nrc.nl/P6eBFXlsnGIMsMvUHFOLX0-Q9aQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56756312-148d58.jpg|https://images.nrc.nl/DqAjCvEb8llnyIhDZkiOU7VTUQw=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56756312-148d58.jpg)
Een vluchtelingenkamp in de buurt van Idlib.
Foto Muhammed Al-Rifa/AFP