Al bijna veertig jaar is Fred Westerbeke (57) misdaadbestrijder. Hij begon zijn loopbaan als politieman, stapte na een avondstudie rechten over naar het Openbaar Ministerie, keerde terug bij de politie, werd wederom officier van justitie en gaat nu voor de derde keer een blauwe pet dragen. Over een week wordt hij de politiebaas van de eenheid Rotterdam.
De afgelopen zes jaar was Westerbeke hoofdofficier van justitie van het landelijk parket. Dat is het parket, met hoofdkantoor in Rotterdam, waar 250 medewerkers onder wie zeventig officieren van justitie jagen op de grootste gangsters.
Wat doet het met je om jaren strijd te leveren met drugshandelaren, moordenaars, terroristen, kinderpornomakers en oorlogsmisdadigers?
„Ik heb er geen gedeformeerd wereldbeeld van gekregen. Ik weet dat de wereld uit meer mensen bestaat dan de verdachten die ik in mijn werk zie. Ik heb geleerd dat los te laten. Het motiveert je wel om alles op alles te zetten om de misdaad te bestrijden. Daar zijn we uiteindelijk ook voor. We moeten Nederland veiliger krijgen.”
U ligt niet ’s nachts in bed te woelen, peinzend over het geboefte dat nog gepakt moet worden?
„Nee. Ik slaap uitermate goed.”
Terwijl u ziet dat Nederland niet bepaald veiliger is geworden de afgelopen veertig jaar?
„Vergeleken met de jaren tachtig en negentig zijn aangiftes van zaken als inbraken, straatroven en geweld substantieel afgenomen. In die zin wordt het wel veiliger. Maar cybercriminaliteit is een nieuw probleem. En de georganiseerde criminaliteit is de afgelopen jaren stevig toegenomen.”
Met als dieptepunt op 18 september 2019 de moord op advocaat Derk Wiersum. Wat betekende die voor u?
„Het was een uiting van de niets ontziende gewelddadigheid die we al enige tijd zien, resulterend in liquidaties en vergismoorden. Dat is de reden dat we alles op alles zetten om hiertegen op te treden en dat we gebruikmaken van een kroongetuige. De moord op de broer van de kroongetuige en op Derk Wiersum toont aan dat deze verdachten nog verder gaan dan waar we al bang voor waren. Het maakt extra duidelijk hoe nodig het is dat we als politie en OM niet terugdeinzen. De gevolgen van deze liquidaties voor de families en vrienden van onschuldige slachtoffers raakten mij enorm.”
Waarom neemt de georganiseerde misdaad zo toe?
„Wereldwijd zijn er ontwikkelingen op drugsgebied die dit verklaren. Met name het gebruik van synthetische drugs is de afgelopen tien jaar stevig toegenomen. Vroeger had je alleen hasj en heroïne voor een bepaald type junks, maar je ziet nu dat grote groepen mensen drugs gebruiken en daarnaast ook nog normaal functioneren. De vraag is enorm toegenomen en dus ook de handel.”
De toename van de georganiseerde misdaad is voornamelijk drugsgerelateerd?
„Een heel groot gedeelte hangt samen met handel in drugs, ja.”
Hoogste tijd om drugsgebruik en -handel te legaliseren?
„Volgens mij is dat een heilloze weg omdat je dat de komende twintig jaar internationaal op geen enkele manier voor elkaar krijgt. En het heeft geen zin als Nederland in zijn eentje gaat legaliseren. Mensen die nu niet bereid zijn normaal te werken voor hun geld, zullen weer andere illegale wegen zoeken. Ik ben bovendien bang dat nog veel meer mensen drugs gaan gebruiken als het legaal wordt. Veel deskundigen voorspellen dan nog meer ellende omdat veel verdovende middelen erg verslavend zijn.”
Binnen de rechterlijke macht geldt Westerbeke door zijn achtergrond enigszins als een buitenbeentje. „Ik zeg altijd: ik kom echt uit een middenstandsgezin.” Hij werd in 1962 geboren boven de slijterij van zijn ouders die gevestigd was aan de Grote Markt in Zwolle. Hartje centrum Hanzestad. De drankenwinkel lag tegen de Grote Kerk aan. „Op het toilet hoorde je de organist spelen.”
Vanaf zijn twaalfde werkte Westerbeke regelmatig mee in het familiebedrijf dat zich toelegde op de verkoop van bijzondere wijnen. „Wij werden thuis opgeleid om te kunnen uitleggen welke wijn past bij welk eten.” Ook nadat Westerbeke was afgestudeerd aan de politieacademie en diender werd in Rotterdam-Zuid, hielp hij nog jarenlang in Wijnhandel Westerbeke. Aan het eind van het jaar, rond de feestdagen, nam hij steevast verlof. Hij hielp in de bezorging en gaf klanten wijntips.
„Ik heb geleerd dat je hard moet werken voor je geld. Niet lullen maar poetsen”, zegt Westerbeke. „Mijn vader is tot zijn veertigste nooit met vakantie geweest want je kon de zaak niet dichtdoen. Wij stonden in de buurt van Zwolle op een camping waar hij dan ’s avonds naartoe kwam. We hadden het niet slecht hoor, maar er moest flink gewerkt worden.” In 1980, toen Westerbeke zijn opleiding begon bij de politieacademie, bedacht de familie een eigen lijfspreuk. „Veertig jaar in de wijn en nog geen druppel gemorst.”
Dat hij jong heeft geleerd zijn handen te laten wapperen, is Westerbeke in zijn latere werk van pas gekomen. Vooral in Rotterdam, sinds 1984 heel nadrukkelijk zijn stad. Zijn eerste woning lag onder de rook van het Feyenoordstadion. „Als jonge politie-inspecteur liep ik de eerste jaren iedere twee weken in de Kuip als operationeel commandant.” Westerbeke noemt het „echt heel gaaf” dat hij – als fervent Feyenoord-aanhanger – uiteindelijk in Rotterdam hoofdaanklager en hoofdcommissaris is geworden. „Hier wordt niet eerst eindeloos iets besproken maar volgt gewoon actie. Het credo van deze stad is: laten we kijken of we iets kunnen oplossen in plaats van het erover te hebben. Dat past uitstekend bij ons werk.”
De afgelopen zes jaar was de strafrechtelijke afwikkeling van MH17 het voornaamste onderzoek van Westerbeke. Hij werkte net zes weken bij het landelijk parket toen op 17 juli 2014 een toestel van Malaysia Airlines boven Oekraïne werd neergeschoten. De volgende ochtend zat hij met vier collega’s om de tafel en begon voor justitie een moordonderzoek met 298 slachtoffers.
Gemiddeld twee dagen in de week is Westerbeke sindsdien met de vliegramp bezig geweest. Als leider van het Joint Investigation Team (JIT), waarvan Nederland, Australië, Oekraïne, Maleisië en België deel uitmaken, reisde hij de hele wereld over om de onderlinge samenwerking te regelen. „Het was belangrijk om de sfeer in dat JIT goed te houden, dat is bepalend voor de kwaliteit van het onderzoek. Ik kan er niet over uitweiden maar er waren momenten dat ik dacht, jeetje, ga ik dat wel voor mekaar krijgen.” Een van de moeilijkheden was dat in landen als Maleisië en Oekraïne met het politieke bewind regelmatig ook het leiderschap van het OM wisselde.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/04/wilbertpaulissen03andreasterlaak24728966.jpg)
Westerbeke bezocht een aantal keren Rusland om tegenover zijn Russische evenknie of de procureur-generaal rechtshulpverzoeken toe te lichten. Als jongen uit Zwolle voelde hij zich dan niet altijd op zijn gemak. „Je zit in een enorme zaal aan een lange tafel met aan iedere kant tien man. In Rusland moet je er ook vanuit gaan dat alles wat je doet wordt opgenomen en dat ze je zwart proberen te maken. Mijn eigen telefoon nam ik niet mee naar Rusland. Ik had alleen een oude Nokia waarmee je kunt sms’en en bellen en die je bij terugkomst in de shredder gooit.”
Hoe was de opstelling van uw Russische collega’s?
„We wilden informatie over Boek-raketten. We wilden mensen horen en technisch bewijs vergaren. Eigenlijk vroegen we steeds: geef ons alles dat kan bijdragen aan de waarheid in deze zaak. We ontvingen heel veel. Vooral informatie die ons moest afleiden. Waar we echt om vroegen, hebben we nooit gekregen.”
Bij de opening van het proces vorige week spraken de Nederlandse officieren van justitie in de rechtszaal over een „cynische desinformatiecampagne”. De Russen werken niet mee, verspreiden valse inlichtingen en bedreigen getuigen en rechercheurs.
Kun je zeggen dat tijdens het MH17-proces niet zozeer de vier verdachten maar vooral het Russische bewind in de beklaagdenbank zit?
„In zekere zin wel. De facto wordt in deze strafzaak ook duidelijk wat de rol van de Russische federatie is geweest en wat voor materiaal we daarover hebben. De Russen volgen deze zaak natuurlijk met argusogen. Wat heeft dat JIT nu precies en komen we nog weg met onze ontkenningen dat we geen rol speelden bij het neerhalen van MH17? Tot nu toe is ze dat aardig gelukt.”
Bij het OM, waar Westerbeke nu vertrekt, heeft het de afgelopen jaren „ontbroken aan ethisch leiderschap in de top”. Die conclusie trok de commissie-Fokkens in een vorig jaar gepubliceerd onderzoek naar de door de leiding van het OM jarenlang verzwegen liefdesrelatie tussen de voormalige hoofdofficieren van justitie Marc van Nimwegen en Marianne Bloos. Fokkens constateerde dat de leiding van het OM over deze kwestie heeft gelogen tegenover de pers. Toen NRC in 2014 voor het eerst vragen stelde over de affaire, greep het college van procureurs-generaal razendsnel in door toenmalig procureur-generaal Van Nimwegen direct de functie van hoofdofficier van justitie in Rotterdam te geven. Zo bestond er geen gezagsrelatie meer met zijn geheime minnares en hoofdofficier van justitie van het functioneel parket Bloos.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/05/2504bin.jpg)
Die personeelswisseling kon in 2014 alleen slagen omdat de toenmalige hoofdofficier van justitie van Rotterdam, die pas drie jaar in die functie zat, na aandrang van de toenmalige OM-baas Herman Bolhaar bereid bleek te verkassen. Dat was Fred Westerbeke. Hij was „not amused” over deze gedwongen overstap, concludeerde Fokkens, maar Westerbeke deed wat zijn hoogste baas hem vroeg.
„Het is evident dat er iets heel vervelends is gebeurd. Twee collega’s hebben zich niet netjes gedragen en daar stond de top omheen. Als ik daar op terugkijk, voelt dat persoonlijk ook heel slecht. Na het verschijnen van het rapport-Fokkens heb ik mezelf serieus de vraag gesteld: moet ik opstappen want ik was onderdeel van die bekritiseerde top. Kan ik nog geloofwaardig door? Het lastige is wel dat vóór het verschijnen van het onderzoek, ik ook niet precies wist wat er aan de hand was.”
Toen u in 2014 gevraagd werd in Rotterdam plaats te maken voor Van Nimwegen moet u toch hebben geweten waarom dit plotsklaps moest gebeuren?
„Ik wist dat er heel veel verhalen waren maar ik wist niet wat er waar was. In 2014 werd de affaire nog hard ontkend door beiden en werd ook in de organisatie gezegd: het is niet waar. Ze zijn goede vrienden, kreeg ik te horen. De overplaatsing gebeurde omdat er verhalen de ronde deden en dit het functioneren belemmerde.”
Waarom zei u niet tegen Bolhaar: ik doe het niet?
„Dat heb ik overwogen maar Bolhaar deed een appel op mijn loyaliteit. Ik heb eerst gezegd: stuur Van Nimwegen maar naar het landelijk parket – waar de leiding vrij kwam omdat hoofdofficier van justitie Gerrit van der Burg collegelid werd – en laat mij lekker zitten. Maar dat wilde het ministerie niet. Het landelijk parket werkt namelijk nauw samen met het functioneel parket (van Marianne Bloos). Dan zouden de twee weer heel dicht op elkaar zitten. Bolhaar zei dat hij mij het meest geschikt vond om die functie bij het landelijk parket te vervullen. Dat snapte ik wel dus zei ik: oké, dan doe ik het voor het bedrijf. Ik werd ook niet weggepromoveerd naar Bonaire of zo, maar kreeg een mooie functie.”
Op grond waarvan concludeerde u na Fokkens dat u toch kon aanblijven?
„Heel veel collega’s vonden juist dat ik moest blijven. Dat vertrouwen had ik nodig.”
Even later noemt Westerbeke nog de uitkomsten van een tevredenheidsonderzoek uit de zomer van 2019. De stelling: ‘ik heb plezier in het werk dat ik doe’, wordt op zijn parket door 89 procent van de medewerkers onderschreven. Hij verwijt NRC door alle aandacht voor de affaire-Van Nimwegen een eenzijdig beeld te hebben geschetst van zijn organisatie. „Het onderzoek van Fokkens ging enkel over deze twee personen en de top. In de tussentijd kregen alle collega’s kritiek te horen op het OM terwijl ze stinkend hard aan het werk waren in een periode dat door bezuinigingen het water aan de lippen stond.”
In de top van de politie wordt gesuggereerd dat u misschien beter de vertrekkende Erik Akerboom kunt opvolgen als korpschef Nationale Politie.
„Zo’n functie trekt me niet. Ik wil liever een operationele functie en geen puur bestuurlijke. Straks zit ik gewoon in de commandokamer en praat in de driehoek mee over optreden. Ik kan me straks echt met de inhoud bemoeien. Dat vind ik leuk.”
Begin maart is Fred Westerbeke getest. Hij is fit, beschikt over alle aanhoudingsvaardigheden, weet hoe je de wapenstok en pepperspray moet gebruiken en haalde ook zijn schietcertificaat. „Dat vind ik gaaf.” Hij verheugt zich al op zijn eerste nachtdienst. In het blauw.