Tv-gezichten hebben ineens een huis. Door hun webcams zien we nu hoe ze wonen, de geïnterviewde politici, BN’ers, burgemeesters, wetenschappers. Fundagluren, met blikkerig geluid. Ontbijtbordjes en kinderspeelgoed op de achtergrond, half uitgepakte boodschappen, een dagrooster, haastig op een schoolbord gekrijt.
De pandemie maakt pioniers van iedereen. Behalve huiselijker is iedereen ineens ook menselijker geworden, kwetsbaarder, nietwaar?
Laten we eerlijk zijn: de aarde was al op weg naar de afgrond. Uitputting, oververhitting: dat de gevolgen van de ongeremde groei-economie, bio-industrie en massatoerisme fataal gingen zijn is al een halve eeuw met stijgend volume geschreven en geschreeuwd. En nu, vlak voor de klif, is in twee, drie maanden tijd, het onvoorstelbare gebeurd. Alles strandt.
Ik herlees de roependen. In Wat op het spel staat (2017) schetst Philipp Blom eerst onze onherroepelijk doodlopende weg om daarna, in het slothoofdstuk, iets te verbeelden wat hem eigenlijk onwaarschijnlijk lijkt: een grote ommekeer. De hele wereld krijgt in één nacht een waarschuwende droom, die elk individu wérkelijk van de ernst doordringt. Iedereen ontwaakt verdoofd. „De eerste uren zal niemand veel zeggen. Op straat, op stations en in kantoren is bijna niets te horen, een onwerkelijke stilte hangt boven openbare pleinen, fabrieken en kantoren, terwijl de mensen zich beginnen te realiseren wat er allemaal gaat veranderen.”
Verbijsterend: is dit niet precies wat er gebeurt? De grote angst lijkt nu dat de totale economie in elkaar sodemietert. Vanuit een iets groter perspectief zouden we vooral bang moeten zijn dat dit alleen een adempauze betekent, dat de boodschap nóg niet indringend genoeg is, dat we hierna weer vliegtuigzwermen de lucht in blijven stuwen, vrachtschepen met wegwerpspul uit Azië laten invaren, alsof er niets is gebeurd.
Iedereen ondergaat de komende tijd in zijn thuiscocon een transformatie in het klein. We gaan intensiever met onze kinderen om, tellen zegeningen, heroverwegen onze rol in de samenleving, die hierna als geheel een transformatie kan ondergaan.
Die lijst van ‘vitale beroepen’ kan een eerste blauwdruk zijn van de lijnen waarlangs dat kan verlopen. Afgaand op het applaus dinsdagavond bestaat daar een redelijk draagvlak voor. Zorg, onderwijs en andere kaalbezuinigde sectoren kunnen weer het fundament worden.
En wat gaan de multinationals en miljardenconcerns doen uit de wereld van vóór 2020? Hun kapitaal inzetten om die van erna op te bouwen? Wordt ook het vervolg van Philipp Bloms onwaarschijnlijke verbeelding straks werkelijkheid? „Onwillekeurig gaan ze de wereld om zich heen, de auto’s, de fabrieken, de callcenters en de winkelcentra als iets ouds zien, iets al lang achterhaalds, iets belachelijks.”
De grote angst is dat we straks doen alsof er niets is gebeurd.