De verspreiding van het coronavirus vertragen en op lange termijn toewerken naar ‘groepsimmuniteit’. Dat is nu de strategie van de regering om Covid-19 te bestrijden, maakte premier Rutte maandag in een toespraak tot het volk duidelijk. Scholen, horeca en sportclubs zijn drie weken dicht, maar het land zit nog niet volledig op slot, zoals Italië, Spanje en Frankrijk. Hoe Nederland zo’n lockdown kan voorkomen zal een belangrijke vraag zijn bij een Kamerdebat woensdag.
Een samenleving is beter beschermd tegen Covid-19 als een groot deel van de bevolking de infectie doormaakt en zo groepsimmuniteit opbouwt. „Een epidemie dooft uit als het aantal vatbare mensen een stuk kleiner is dan het aantal immune”, legt viroloog Menno de Jong van het Amsterdam UMC uit. Virologen verwachten dat 50 à 60 procent van de Nederlanders daarvoor het virus moet hebben gehad.
„Je wil eigenlijk twee dingen tegelijk”, zegt Jacco Wallinga, hoofd modellering van infectieziekten bij het RIVM. „Zo snel mogelijk groepsimmuniteit, omdat er nu beperkende maatregelen zijn afgekondigd, en tegelijkertijd de zorg niet overbelasten. We zijn nu aan het bekijken hoe zo veel mogelijk mensen de infectie kunnen doorlopen waarbij we zo min mogelijk mensen in het ziekenhuis krijgen.”
Als de overheid niets doet en het virus laat voortwoekeren kan groepsimmuniteit binnen twee maanden bereikt zijn, zegt De Jong. „Maar dan heb je een gigantische epidemie, met heel veel doden. Dat wil je niet.” Maar een totale lockdown is volgens de viroloog niet effectief. „Zo bouw je geen immuniteit op. Een lockdown is alleen een goede strategie als er binnen twee maanden een vaccin is. Dat kan nog een jaar duren. Kom je er eerder weer uit, dan komt het virus terug.”
De Nederlandse aanpak gaat uit van een soort „ideaal scenario”, zegt De Jong. Daarbij kan het nodig zijn om maatregelen de komende tijd aan te scherpen of juist weer af te zwakken, denkt hij.
Verpleeghuizen op slot
Het RIVM is met dat laatste al volop bezig, zegt Jacco Wallinga. Het instituut gebruikt de periode tot 6 april om te bekijken of het mogelijk is „specifieke maatregelen te nemen om ouderen en kwetsbaren goed te beschermen”. In het Verenigd Koninkrijk denkt de regering erover na om juist deze groepen twaalf weken in quarantaine te plaatsen. „Dat zou ook voor Nederland een oplossing kunnen zijn”, zegt Wallinga. „Tegelijkertijd is dat wel heel lang en zwaar. Verpleeghuizen kunnen makkelijk op slot, zoals nu al gebeurt, maar veel andere ouderen hebben juist thuis verzorging nodig.”
Het voordeel van een groepsgerichte aanpak is dat je sneller groepsimmuniteit kunt opbouwen, denkt Wallinga. Het RIVM hoopt dat zo de last voor de rest van de samenleving vanaf 6 april vermindert. „We hopen dan te kunnen adviseren om als eerste de maatregelen terug te draaien die als laatste zijn afgekondigd, zoals het sluiten van de scholen en horeca.”
Over het sluiten van de scholen was veel discussie. Het kabinet besloot daartoe omdat de maatschappelijke onrust te groot werd. Maar de experts van het Outbreak Management Team, onder leiding van het RIVM, hadden het kabinet juist geadviseerd ze voorlopig open te houden. Virologen gaan er tot nu toe vanuit dat kinderen niet ernstig ziek worden en slechts een beperkte rol in de verspreiding spelen. Het RIVM onderzoekt dit de komende weken verder.
De uitkomsten van dat onderzoek kunnen volgens viroloog Menno de Jong ook aanleiding geven het beleid weer aan te passen. „Als kinderen geen risicogroep vormen, kan het weer openen van de scholen juist bijdragen aan het versterken van de groepsimmuniteit. Dat moet je dan wel goed uitleggen.”
Om erachter te komen of je als samenleving groepsimmuniteit opbouwt, is het van belang te weten hoeveel mensen daadwerkelijk zijn besmet of dat zijn geweest. De dagelijkse update van het RIVM geeft daarvan geen goed beeld meer, omdat in Nederland alleen nog kwetsbare mensen met serieuze klachten worden getest op Covid-19. Het RIVM kondigde dinsdag een nieuwe ‘infectieradar’ aan waarmee het door vragen te stellen aan een groep van 100.000 Nederlanders ook patiënten met lichte of milde klachten in beeld probeert te krijgen.
Landen lastig te vergelijken
Een overheidsaanpak waarbij het vertragen en niet het elimineren van het virus prioriteit nummer één is kent risico’s, blijkt uit een advies aan de regering van Britse experts. Zij waarschuwden dat een vertraagde uitbraak in het Verenigd Koninkrijk alsnog tot 260.000 doden kan leiden en dat het zorgsysteem „overweldigd” zal worden. Het RIVM zegt dat de onzekerheden rond het verwachte aantal doden in Nederland „heel erg groot” zijn. „Dat is omdat het risico op sterfte na infectie behoorlijk toeneemt als je geen goede zorg kan leveren omdat het zorgsysteem is overbelast. En met deze strategie schuur je dicht tegen die overbelasting aan.”
Viroloog De Jong waarschuwt dat je de ontwikkelingen in de verschillende Europese landen niet makkelijk met elkaar kunt vergelijken. „In Italië is het ze heel erg overkomen, daar zijn te laat maatregelen genomen. Wij zijn wel echt eerder daarmee.” Zo kijkt De Jong naar het aantal ziekenhuisopnames in Nederland, een belangrijke indicator of de zorg overbelast raakt. „Op sommige ziekenhuizen in Brabant komt druk te staan, maar in de rest van het land is de capaciteit nog voldoende.”
De Nederlandse aanpak is volgens De Jong „op papier een hele rationele en zinvolle”. Maar het verloop van de crisis blijft lastig te voorspellen. Wallinga van het RIVM erkent dat, maar hoopt dat het aantal gevallen op 6 april is verminderd. „We kunnen dan tegen die tijd inschatten wat de effecten van de maatregelen zijn en hopen een aantal te kunnen terugdraaien. Je wil niet dat de epidemie direct weer de kop opsteekt.”