Al twaalf jaar vecht Bart Verheggen tegen de „lulverhalen” van klimaatsceptici. Zolang al heeft hij zijn blog, klimaatveranda.nl, waar je „ de echte wetenschappelijke stand van zaken” leest, zegt hij. En nu heeft hij over het onderwerp ook een boek geschreven: Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering. „De pseudosceptici blijven de wetenschap maar verdraaien. Ik hoop dat m’n boek werkt als een soort vaccin tegen die flauwekul”, zegt hij op een kamer van het Amsterdam University College. Hier doceert Verheggen, van huis uit atmosferisch chemicus, over aardsystemen en klimaatverandering.
Klinkt die titel niet wat dwingend?
„Over de woorden ‘zou moeten’ hebben we lang nagedacht. De uitgever vond dat de titel best pittig mocht zijn.”
Voor leken ga je af en toe best ver de natuurkunde in.
„Ik heb het zo proberen op te schrijven dat het duidelijk is voor mensen zonder relevante achtergrondkennis. Misschien ga ik soms over de rand. Maar ik heb ook een heleboel weggelaten. Mijn vader heeft tijdens het schrijven meegelezen. Hij is een echte alfa, hij was leraar klassieke talen. Hij vindt het een goed boek.”
Dus met je boek wil je niet proberen sceptici over te halen?
„Nee. Ik weet uit ervaring dat dat een heilloze weg is.”
Maar je begint wel met een hoofdstuk over sceptici.
„Over hoe ze te werk gaan. Hoe ze twijfel zaaien. Het boek is namelijk ook voor mensen die in verwarring zijn, die willen weten hoe het nu precies zit, en hoe we aan die kennis komen. Mensen wier mening nog niet in steen gebeiteld staat. Ze horen zoveel verhalen in de massamedia, en zeker op internet.”
Je zegt dat sceptici niet zijn te overtuigen, maar je beschrijft wel hoe ze in hun argumenten verschuiven.
„Eerst ontkenden ze de opwarming van de aarde. Daarna was er misschien wel opwarming, maar zou het niet door de mens komen. Nu is het verschoven naar: het is allemaal niet zo erg. En: zijn de maatregelen wel effectief, en wordt het niet veel te duur? Die laatste vraag is valide. Maar dat is een maatschappelijke, politieke discussie. Ga dan niet de wetenschap lopen verdraaien. Dat vind ik bijzonder ergerlijk.”
Ga je in gesprek met sceptici?
„Ik heb heel veel gediscussieerd met pseudosceptici…”
Dan begint Verheggen te lachen. „…ik blijf toch dat woord gebruiken.”
Is ‘sceptici’ dan niet genoeg?
„Wetenschap is georganiseerde scepsis. Daarom noem ik ze pseudosceptici. Ze doen alsof ze heel sceptisch zijn, maar in feite omarmen ze kritiekloos allerlei zaken om hun wereldbeeld maar te verdedigen.”
Dat is uiteindelijk hun drijfveer, schrijf je: hun wereldbeeld.
„En de politieke ideologie die daaruit voortkomt. In al die discussies die ik heb gevoerd komt er vroeg of laat uit dat de meesten een diepgevoelde hekel hebben aan overheidsingrijpen, en aan het idee dat de samenleving maakbaar is. Dat is de kern. Ik vroeg eens aan een Engelstalige blogger, die een hardcore pseudoscepticus is, en een hele slimme vent trouwens: ‘wat heb je nou tegen de klimaatwetenschap?’ Hij schreef me terug: ‘…what do you think? Because of our march towards worldwide socialist governance’.
Zijn sceptici inmiddels niet roependen in de woestijn? Uit een Europese enquête uit 2019 komt dat 93 procent van de geïnterviewden klimaatverandering als serieus probleem ziet.
„Ze vormen een kleine groep, misschien 5 tot 10 procent van de bevolking. Maar ze zijn nog steeds disproportioneel luid en invloedrijk. Ook omdat ze bij sommige massamedia nog steeds een platform krijgen.”
En dat moeten ze niet krijgen?
„Het lijkt misschien een catch-22. Als je ze ruimte geeft, werk je mee aan scheve informatievoorziening. Als je ze geen ruimte geeft, dan kun je de kritiek van censuur krijgen. Maar in feite heeft het niks met censuur te maken. Je kunt een analogie trekken met roken. We hebben discussies over uitbreiding van het rookverbod. Maar dan wordt er niet continu iemand bijgehaald die beweert dat roken helemaal niet slecht is voor je gezondheid. Dat is een gepasseerd station. Ik vind dat we zo ook om moeten gaan met het onderwerp klimaatverandering.”
Hoe groot is de invloed van pseudosceptici op wetenschappers als u? Het is bekend dat sommige banger zijn geworden zich uit te spreken.
„Er zijn zeker wetenschappers die voorzichtiger zijn geworden. Wat hierin bijvoorbeeld meespeelt zijn de freedom of information requests, verzoeken om e-mailverkeer tussen wetenschappers in te kunnen zien. Dit had z’n climax in 2009, met climategate, toen e-mails en documenten van een Britse onderzoeksgroep openbaar werden gemaakt. Volgens pseudosceptici zou de groep informatie hebben achtergehouden. Het vertrouwen in de klimaatwetenschap heeft toen wel een deuk gekregen.”
Gebeurt dat ook in Nederland?
„Ik ken mensen die in het verleden zo’n verzoek hebben gehad. Ik vind het een schandalige tactiek. Het heeft alles van een heksenjacht. Inmiddels is de wet aangepast, en zijn wetenschappers hier iets beter beschermd.
„Sinds climategate begrijpen wetenschappers beter dat hun e-mailverkeer niet 100 procent veilig is. Het is slimmer geen dingen meer te mailen waarvan je het spijtig zou vinden dat het op de voorpagina van The New York Times zou komen. Tegelijk merk ik dat veel klimaatwetenschappers in de afgelopen tien jaar veel bewuster zijn geworden van de desinformatie die wordt verspreid, en het netwerk dat achter de twijfelcampagnes zit.”
Moeten wetenschappers daarom niet luider en activistischer zijn?
„Ik ben terughoudend om mijn eigen standpunten van de daken te schreeuwen. Ik vind dat niet mijn taak als wetenschapscommunicator. Ik wil die wetenschappelijke inzichten over het voetlicht brengen. De wetenschap als proces laat ons de wereld om ons heen beter begrijpen. Maar de wetenschap kan niet zeggen wat we zouden moeten doen. Dat is een normatieve afweging die we als samenleving moeten maken.
„Maar ik worstel hier wel mee. Ik vraag me af: in hoeverre ben ik mezelf aan het censureren, omdat ik bang ben aangevallen te worden op mijn wetenschappelijke geloofwaardigheid? Ik ben voorzichtig geworden me hierover uit te drukken. Dat is toch een vorm van zelfcensuur.”
Heb je het boek in je vrije tijd geschreven? En hoe zit dat met je blog?
„Dat zijn onbezoldigde bezigheden. Vind je dat niet raar? In de Nederlandse pseudosceptische organisatie Clintel zit geld van een miljonair, bedoeld om de wetenschap te verdraaien. En met die maatschappelijk zo belangrijke taak van wetenschapscommunicatie valt nauwelijks een boterham te verdienen.”