Hoopvol citeerden Dick Pels en Niesco Dubbelboer, in hun oproep aan GroenLinks en PvdA om te fuseren, Bob Dylan: „The times they are a-changing.” Kern van het betoog: regeringsmacht lonkt, als de nieuwe linkse fusiepartij maar durf, daadkracht, en honger naar macht toont (Fuseer, of laat de macht aan rechts, 29/2). Laat mij er met de Britse rapper Stormzy de stem van een nieuwe generatie tegenover zetten: „F*ck the government and f*ck Boris”. Durf en daadkracht van een fusiepartij enkel gecreëerd voor regeringsmacht is het verkeerde antwoord op de ontwikkelingen in het politieke krachtenveld. En ook fnuikend voor het huidige politieke momentum van spannende progressieve ideeën en sprankelende linkse idealen.
Pels en Dubbelboer wijzen instemmend op een peiling van I&O Research van vorig jaar die een linkse fusiepartij in een keer de grootste zag worden. Aanlokkelijk. Maak het echter concreet en het enthousiasme van de linkse kiezers neemt snel af, zoals bleek uit een peiling van Maurice de Hond enkele weken geleden. GroenLinksers zijn aanmerkelijk minder enthousiast over een fusie als Asscher aan het hoofd komt te staan en dat geldt omgekeerd ook voor PvdA-stemmers bij Klaver als lijsttrekker. Volgens De Hond levert samengaan electoraal niets op. Het peilen van hypothetische situaties lijkt zo voor elk wat wils op te leveren.
In de afgelopen decennia is er een gestage neergang van brede volkspartijen geweest in heel West-Europa. Die is het meest zichtbaar bij de sociaal-democraten, maar ook de christen-democraten ontkomen niet aan de versplinteringstrend. Het is mij onduidelijk waarom een GroenLinks-PvdA-fusiepartij zich hieraan zou onttrekken. Natuurlijk is ook in een veld van middelgrote partijen er nog altijd eentje de grootste (of beter: de minst kleine), maar dat heeft aanmerkelijk minder waarde als er sowieso coalities met vier of meer partijen gevormd moeten worden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data56027796-04387c.jpg)
Nieuw Paars
Met wie willen Pels en Dubbelboer dat de fusiepartij een coalitie vormt? Het feit dat de SP niet mee mag doen aan hun fusie is veelzeggend. Ook de presentatie van het politieke krachtenveld als gericht op de tegenstelling ‘vrijzinnige internationalisten’ versus ‘autoritaire nationalisten’ doet vermoeden dat Pels en Dubbelboer coalities willen sluiten met andere internationalistische partijen: D66, mogelijk de VVD. Oftewel, de nieuwe linkse partij gaat in de regering terug naar de Paarse politiek uit de jaren negentig – nu niet direct een periode die door aansprekende linkse idealen gekenmerkt werd. Met nieuw Paars krijg je op sociaal-economisch vlak de verwatering van de centrumcoalitie.
Dat zou zonde zijn, juist nu het ter linkerzijde borrelt en bruist van de progressieve ideeën. Of het nu gaat om diversiteit, het milieu, de digitale samenleving of democratie en burgerschap, op links worden nieuwe plannen gelanceerd. Deze rijkdom aan ideeën komt juist doordat er verschillende partijen actief zijn. De intersectionele analyse van Bij1 (meerdere aspecten van je identiteit werken op elkaar in en beïnvloeden je maatschappelijke positie) jaagt het debat over diversiteit en integratie aan. De omarming van het municipalisme door GroenLinks Amsterdam (ruimte voor burgerinitiatieven op wijkniveau) biedt experimenteermogelijkheden in lokaal zelfbestuur. Het ecocentrisme van de Partij voor de Dieren (ecosysteem aarde en niet de mens centraal) stelt onze relatie tot dier en natuur ter discussie. De datavakbond van de PvdA-eurofractie (organiseer tegenmacht voor gebruikers van Facebook en Google etc.) is een belangrijk antwoord op keerzijdes van de digitale samenleving.
Niet macht maar ideeën
De partijen bieden een podium voor deze ideeën in de volksvertegenwoordiging, en ontwikkelen en verspreiden ze via bijvoorbeeld een wetenschappelijk instituut. Zo houden ze elkaar scherp, vullen elkaar aan, en versterken de maatschappelijke impact van deze linkse en progressieve ideeën. Vergelijk dat eens met de ideeënarmoe bij de centrum-rechtse machtsmachines, waar elk debat wordt platgeslagen en men enkel nog op Den Haag gericht is.
Moet een politieke partij dan niet altijd de macht niet willen pakken? Zeker, maar het heeft weinig zin de macht te pakken met een verwaterde paarse coalitie.
Dat heeft een aanstormend progressief talent als het Amerikaanse Democratische Congreslid Alexandria Ocasio-Cortez goed begrepen. Door het maatschappelijke debat naar links te trekken met aansprekende, ‘radicale’ progressieve en linkse ideeën, creëert ze nieuwe politieke mogelijkheden en dwingt ze zelfs Republikeinen ‘linksere’ voorstellen te doen. Dat kan ook in Nederland. De opvattingen over belangrijke beleidsthema’s verschuiven al naar links.
Met scherpe linkse ideeën van diverse inspirerende partijen creëer je ruimte voor progressieve initiatieven in de samenleving. Fuseren om maar zelfvertrouwen en durf uit te stralen doet me eerder denken aan de lege bluf van Boris Johnson. Tegen zulke politici scandeerden honderdduizend festivalgangers met Stormzy: „F*ck the government and f*ck Boris”.