Met haar roodgelakte nagels schuift ze de vitrage opzij. „Ik hou wel van dat cleane, dat strakke”, zegt Veronique Uitdenbogerd turend naar de overkant. Het uitzicht: een distributiecentrum. En daarnaast nog één. En nog één. Monotone wanden tot twintig meter hoog.
Nergens is de ‘verdozing’ van het landschap zo zichtbaar als in Roosendaal. Hier vind je de XXL-gebouwen die in heel West-Europa onze online-bestelhonger moeten stillen. Megadozen vol spul van Calvin Klein, de Lidl. Alleen al die van de Primark is achttien voetbalvelden groot. Ze staan op een bedrijventerrein nabij de stad.
„Logistieke hotspot nummer één!” riepen de West-Brabanders ooit trots. Maar het sentiment slaat om. Onze online-honger blijkt niet te stillen en de dozen rukken op richting bewoonde wereld. „Dozendaal” heet Roosendaal nu. Van Tilburg tot Moerdijk vrezen inwoners voor Brabant als „logistiek afvalputje” van Nederland. Acht actiegroepen stuurden vorige week een brandbrief naar het openbaar bestuur.
‘Ach, je kunt het niet iedereen naar de zin maken”, zegt Veronique vanuit haar houten keet met zadeldak. „Kom binnen voor uitgebreide informatie over úw vestigingsmogelijkheden”, stond buiten op het bord. Binnen bekruipt je een clubhuisgevoel. Schrootjes op de muur, vakantiefoto’s. Veronique verkoopt hier samen met Leo Welters, de 77-jarige directeur van Borchwerf2, de kavels waarop in Roosendaal de distributiecentra verrijzen.
„Maar we zijn al bijna uitverkocht hoor”, zegt Leo zwaaiend met zijn ballpoint over de kaart van het gebied. „Van de 400 hectare hebben we er nog eh… even tellen… drie over.” Zelfs de weg naar de keet is al verkocht. „Straks moeten we hier komen met een luchtballon.”
Leo begon in 2003, toen dit land nog van de boeren was. De overheid kocht de grond om er bedrijven op te vestigen, zijn vennootschap werd de uitbater. De eerste kavels gingen naar het midden- en kleinbedrijf. Maar na de crisis kwam de e-commerce op en nu zijn alle kavels voor distributiecentra.
De onderhandelingen doet Leo zelf, in de keet. Komt er een Maybach voorrijden en stapt het grootkapitaal uit. Hier, tussen de schrootjes? „Voldoet perfect! Gevulde koeken erbij, spritsen. Werkt drempelverlagend.”
Over het recente volksoproer maakt hij zich niet druk. „Weet je wat de gemeente hier aan leges ontvangt?” De ligging is nu eenmaal gunstig, tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam. „Je houdt het niet tegen.”
Voor het nodige groen heeft Leo rond elk distributiecentrum drie meter gras en een beukenhaag aangelegd en om de tien meter vind je een boompje. Welke soort? „Ik weet het niet joh… ik heb alleen de rekeningen gezien.”
Veronique: „Je vindt zelfs zwanen in de retentievijvers.”