Ze verwachten geen directe oplossingen van het debat, maar misschien wel een paar stappen in de goede richting. In elk geval gaan ze er bijna allemaal naar toe, woensdagmorgen.
Vanaf kwart over tien ’s ochtends praat de Tweede Kamer dan met minister Van Engelshoven (Cultuur, D66) over fair pay: loon naar werk bij culturele instellingen, gezelschappen en festivals die worden gesubsidieerd door het Rijk. Dat kost 20 miljoen euro, bleek twee weken geleden uit een onderzoek naar de stand van zaken, 10 miljoen voor onbetaald structureel overwerk, de andere helft omdat de beloning tekortschiet.
Dat geld is er niet. Althans, het kabinet gaat het er niet voor uittrekken, terwijl subsidieverstrekking vanaf volgend jaar wél afhankelijk wordt gemaakt van het toepassen van fair pay. Alleen wie loon naar werk betaalt krijgt dan nog rijkssubsidie, zei de minister eerder.
Marc van Warmerdam, van Toneelgroep Orkater: „Natúúrlijk ga ik naar het debat. Het is belangrijk dat iedereen daar weet wat de cijfers zijn, dat we ze die blijven voorhouden.” Erik Pals, Scapino Ballet Rotterdam: „Het komt nu aan op boter bij de vis. Dat de minister wordt gevraagd om met een oplossing te komen.”
NRC vroeg een aantal verantwoordelijken in de cultuursector hoe zij aankijken tegen de uitkomsten van het fair pay-onderzoek. We spraken verder met Tido Visser (Nederlands Kamerkoor), Willemijn Mooij (De Nederlandse Bachvereniging) en Eric de Vroedt (Het Nationale Theater).
Wat ze allemaal vinden: uiteraard moet er loon naar werk worden betaald, „hogere inkomens en meer sociale zekerheid zijn alleen maar goed” (Willemijn Mooij). Tegelijk signaleren ze zes elkaar versterkende problemen:
1. Het verslechterde imago
De kunsten hebben, zeggen ze, erg geleden onder de denigrerende opmerkingen waarmee tien jaar geleden de bezuinigingen op cultuur gepaard gingen. Marc van Warmerdam: „De imagoschade was misschien nog wel erger dan de bezuinigingen. Er gaat gewoon nooit meer vanzelfsprekend geld naar de kunsten.”
2. Minder geld voor het Fonds Podiumkunsten
Minister Van Engelshoven hevelt 8,6 miljoen euro over van het Fonds Podiumkunsten naar het subsidiestelsel van het Rijk. Zij doet dit om het rijkssubsidiestelsel te moderniseren (er komt meer geld voor festivals, urban arts en ontwerpen), maar het betekent wel dat een aantal (middel)kleine instellingen en gezelschappen hun subsidie kwijtraakt. Eric de Vroedt, maandagavond spreker op een solidariteitsavond: „Velen van jullie hebben vandaag waarschijnlijk een subsidieaanvraag ingediend. De afgelopen weken heb je erop gezweet, dagen doorgehaald, nachten geploeterd. En stiekem gedacht: zit ik straks bij de 40 procent lucky ones? Of bij die 60 procent die ander werk moet zoeken?”
3. Iedereen betaalt fair pay
Juist de (middel)kleine instellingen en gezelschappen hebben vaak moeite met fair pay. Erik Pals: „Wij zitten in het rijkssubsidiestelsel en betalen volgens de cao voor theater en dans, voor ons maakt de invoering van fair pay geen verschil. Maar voor kleinere organisaties komt de klap van twee kanten: én er wordt bezuinigd op het Fonds Podiumkunsten én er komt verplichte fair pay.” Eric de Vroedt: „We weten nu wat het kost, het probleem ligt op tafel. En dan zegt de minister: ik heb geen geld. Alsof wij dat wel hebben. Alsof we geld hebben opgepot en met plezier onderbetalen.”
4. Een neerwaartse spiraal
Erik Pals: „Fair pay zonder extra subsidie betekent ook: de verdiencapaciteit gaat achteruit. Minder voorstellingen, dat is minder sponsors en minder publiek, en dat is dus minder inkomsten.” Tido Visser: „Door de muziekensembles zelf de rekening te presenteren helpen we onze bloeiende, internationaal geroemde ensemblecultuur om zeep.”
5. Nieuwe wet- en regelgeving
Het kabinet pakt sinds een paar jaar schijnzelfstandigheid van zzp’ers aan en geeft sinds dit jaar flexwerkers meer zekerheid, waaronder een transitievergoeding. Ook dat kost extra geld. Tido Visser: „Er komen gewoon hogere werkgeverslasten.” Willemijn Mooij: „Het drijft onze kosten verder op dan we kunnen dragen: concertzalen hebben niet opeens meer geld voor hogere uitkoopsommen of betere partagedeals.”
6. Minder geld in de regio
Niet alleen het kabinet heeft bezuinigd op de kunsten, ook gemeenten en provincies hebben dat gedaan. Erik Pals: „Ze zeggen dat er overaanbod is, maar dat is niet zo: er is ondervraag. Veel schouwburgen hebben geen geld meer voor kwalitatieve programmering.” Eric de Vroedt: „Het grootste probleem in onze sector zit aan de vraagkant, bij de noodlijdende theaters en onder water staande schouwburgen.”