Bij zijn wereldpremière op de Berlinale werd Onward vorige week wat lauw ontvangen. Dat zegt alles over de onaantastbare status van animatiestudio Pixar, die dit jaar zijn negende Oscar verdiende met Toy Story 4. Een Pixarfilm moet adembenemend origineel zijn, gewoon heel goed volstaat niet. Want dat is Onward: een spectaculair, inventief, vaak grappig avontuur geworteld in een herkenbare gezinsdynamiek.
Onward gaat over ‘Vatersuche’ en broederliefde en verpakt dat in een queeste uit een fantasy-rollenspel. Toneel is een magische wereld van kobolden, elven en tovenaars: Dungeons & Dragons is hier geschiedenis. Maar men koos ooit voor het gemak van wetenschap en kapitalisme en magie raakte vergeten. Dus is de centaur nu een corpulente politieagent, vreten eenhoorns uit vuilnisbakken en vormen elfjes die het vliegen verleerden een motorbende.
Een gesjeesd Amerika van geseculariseerde fabelwezens met als held scholier Ian, een elf van het Tolkien-type (mens met puntoren). Hij is zo’n bleue Pixarpuber met verborgen talenten die via een ‘hero’s journey’ tot zelfbewuste jongvolwassene moet transformeren. Ian schaamt zich voor zijn belachelijke grote broer Barley, een fantasy-fanaat in een gebutst bestelbusje. Hun vader overleed toen Ian nog een peuter was, maar blijkt hem op zijn zestiende verjaardag een toverstaf met magisch kristal na te laten die vader één etmaal tot leven kan wekken. Dat lukt half: Ian tovert alleen zijn onderlichaam te voorschijn. Met broer Barley en pa’s onderstel gaat hij op zoek naar een tweede magisch kristal.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data55779993-be85c8.jpg)
Volgt een queeste met ‘leap of faith’ en tempel vol valstrikken: een obstakelkoers die met humor, panache en sterke timing wordt afgewikkeld. Dat fantasy in deze wereld geen fantasie is levert soms heel grappige scènes op. Zo hervindt de Manticore, een gevleugelde leeuw met schorpioenstaart die tot een tobberige franchisehouder is verworden, haar woeste inborst en legt brullend haar eigen themapannenkoekenhuis in as.
Onward is een vindingrijke film, maar conceptueel minder opwindend dan Inside Out. Hij tovert even een brok in de keel, maar raakt minder diep dan Up, Brave, Toy Story 3 of Wall-E. Een subtopper in Pixars catalogus dus. Mocht dat onvoldoende lijken in dit jubileumjaar – 25 jaar geleden luidde Pixar met Toy Story het tijdperk van de 3D-computeranimatie in – zie de film dan als opwarmer voor Soul van Pete Doctor later dit jaar; hij is Pixars huidige topregisseur.