Tienduizenden Oeigoeren verrichten in China dwangarbeid in fabrieken die producten maken voor bekende merken als Apple, BMW, Huawei, Nike, Samsung en Volkswagen. Dat schrijft het Australian Strategic Policy Institute zondag in een rapport. Deze bedrijven zijn mogelijk niet op de hoogte van de mensenrechtenschendingen in hun fabrieken.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52384504-7dd5fb.jpg)
Uit het rapport blijkt dat tussen 2017 en 2019 zeker 80.000 Oeigoeren vanuit de westelijke autonome regio Xinjiang werden overgeplaatst naar fabrieken in andere delen van het land om dwangarbeid te verrichten. Het gaat volgens het instituut om 27 fabrieken in negen Chinese provincies, die goederen maken voor bekende merken. In een aantal fabrieken zijn mensen tewerkgesteld die uit interneringskampen zijn gehaald.
Volgens het rapport is het werk voor de moslimminderheid „extreem moeilijk” te weigeren, en werken en wonen ze in moeilijke omstandigheden. Ze slapen in gescheiden slaapzalen, moeten Mandarijn leren, mogen hun geloof niet uitoefenen, worden constant in de gaten gehouden en hebben beperkte bewegingsvrijheid.
Het onderzoek toont volgens het instituut een „nieuwe fase” in de Chinese onderdrukking van Oeigoeren. In november toonde gelekte Chinese overheidsdocumenten de strategie om de moslimminderheid op te sluiten en te onderdrukken. Kinderen worden gescheiden van hun ouders en de Communistische Partij probeert systematisch de Oeigoerse cultuur, taal en het islamitische geloof te verdrijven. Ook het dragen van een hoofddoek of een wens om naar het buitenland te reizen kan door de overheid als verdacht worden beschouwd en reden zijn om naar een heropvoedingskamp te worden gestuurd.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data55396086-3947aa.jpg)