De Slowaakse parlementsverkiezingen zijn zaterdag gewonnen door de anticorruptiepartij Gewone Mensen (OLaNO). De partij onder leiding van Igor Matovic haalde ongeveer een kwart van de stemmen en versloeg daarmee regeringspartij SMER van premier Peter Pellegrini (ruim 18 procent) die de Slowaakse politiek de afgelopen jaren domineerde. Verschillende politici van diens partij zijn de afgelopen tijd in verband gebracht met corruptie en georganiseerde misdaad. Na de moord op onderzoeksjournalist Jan Kuciak en zijn verloofde, begin 2018, is in Slowakije een beerput aan misstanden en machtsmisbruik opengegaan.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/01/data53528346-c161c1.jpg)
Gewone Mensen is een protestpartij die campagne voerde met de slogan „Laten we samen de maffia verslaan” en de afgelopen weken stuntte met YouTubefilmpjes. Zo reisde Matovic (46) naar de Franse Rivièra om de villa van een oud-minister te claimen als Slowaaks bezit. En zijn partij stak midden in Bratislava vijfduizend kaarsjes aan ter nagedachtenis van de vermeende slachtoffers van de problemen in de gezondheidszorg.
Algemene weerstand tegen regeringspartij
Als populistische partij staat Gewone Mensen rechts van het midden, maar de partij heeft zich ferm uitgesproken voor de Europese Unie, het lidmaatschap van de NAVO, de rechtsstaat en de positie van de Romaminderheid. Matovic noemde de winst „een verzoek van het volk om een schoonmaak te houden in Slowakije. Om het een rechtvaardig land te maken waar de wet op iedereen van toepassing is, ongeacht of iemand rijk of arm is.”
Voormalig krantenuitgever Matovic mag nu het voortouw nemen in de coalitiebesprekingen. Die worden bemoeilijkt door de weerstand tegen SMER en het feit dat de conservatieve eurosceptische partij Wij zijn Familie derde werd, gevolgd door de neonazi’s van Marian Kotleba. Deze partij deed het met 8 procent van de stemmen wel beduidend slechter dan peilingen voorspeld hadden.
De progressieve coalitie waarmee mensenrechtenactiviste Zuzana Caputova vorig jaar het presidentschap won, deed het matig. Toen bijna alle stemmen zondagochtend geteld waren, leek deze club de kiesdrempel van 7 procent net niet gehaald te hebben. De opkomst was, met bijna 65 procent, hoger dan bij de meeste parlementsverkiezingen deze eeuw.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/02/data55785026-d6dc6b.jpg)