Hij moest er om lachen, toen eind vorig jaar de rekening voor het gasverbruik op de mat viel. Jaap Mos (74) betaalde een paar jaar geleden nog zo’n 20.000 euro per jaar aan stookkosten om zijn villa van ruim 700 vierkante meter aan de Nachtegalenlaan in Aerdenhout warm te houden. Dat was de rekening voor het gebruik van 16.000 kuub gas: het huis van Mos en zijn gezin mag dan in 1949 zijn opgetrokken uit nagenoeg onverwoestbaar beton, het is daarmee ook een grote geleider van behaaglijke warmte naar buiten.
Afgelopen jaar bedroeg de gasrekening echter „ongeveer 40 euro”, zegt Mos nu met een triomfantelijk gezicht. Hij bakt de eitjes van de kippen in zijn tuin nog op het gasfornuis, maar verder wordt in zijn huis geen gas meer verbruikt.
Sinds twee jaar staat bij Mos in de schuur de „Rolls-Royce” onder de houtverbrandingsovens, een volautomatische pelletkachel. Op het touchscreen van het ding, met een design dat oogt als een rij computers in een datacenter, bedient hij het systeem. Dagelijks gaat er tot wel honderd kilo aan samengeperste houtkorrels (pellets) de oven in, afkomstig uit twee silo’s met een inhoud van twintig ton. Die laten bijvullen kost hem zo’n 3.500 euro per jaar.
De warmte die vrijkomt, wordt gebruikt voor de verwarming én, in combinatie met zonnecollectoren op het dak, voor het water uit kraan en douche. „Helemaal energieneutraal”, zegt Mos, „want de uitstoot van CO2 die vrijkomt is net zo hoog als bomen zouden uitstoten als ze sterven in het bos. Echt duurzaam.”
Gaslek van Nederland
Duurzaamheid is niet het eerste woord dat opkomt als je denkt aan Aerdenhout. Sterker nog, je zou het villadorp eerder een van de gaslekken van Nederland kunnen noemen. Uit een analyse van energieverbruik in Nederland door NRC blijkt dat huishoudens in Aerdenhout, en specifiek aan de parallel lopende Nachtegalenlaan en Van Vollenhovenlaan, samen met een aantal straten in Wassenaar de grootste verbruikers van gas (zo’n 5.200 kuub per jaar) en elektriciteit (zo’n 10.000 kilowattuur) van Nederland zijn.
De twee straten in Aerdenhout laten zich het best typeren als een bos met een paar huizen. De lanen met een lengte van samen 1,6 kilometer tellen 29 adressen. De stoeptegels zijn er glad van het mos, vogels kwetteren hun melodieën en hoge heggen en lange oprijlanen ontnemen vanaf de straat het zicht op de voordeuren. De woonoppervlaktes variëren hier van 148 tot 1.283 vierkante meter – in dat laatste geval gaat het om ruim negen keer de omvang van een gemiddelde eengezinswoning.
Zijn de bewoners hier bezig met de energietransitie? De eigenaar van een huis op de Nachtegalenlaan – op zijn erf staan vier auto’s geparkeerd en een boot op een trailer – die om privacyredenen niet met zijn naam in NRC wil, zegt zich wel zorgen te maken over klimaatverandering. „Maar ja, dat begint bij jezelf. En ik heb wel een zwembad dat de hele zomer met gestookt gas wordt verwarmd.” Vertrouwen in „nieuwe technieken die zich nog niet hebben bewezen”, zoals warmtepompen, heeft hij niet. „Ik probeer vooral zuiniger te leven. Je kunt beter dingen repareren dan alles vervangen.”
Mooie bijkomstigheid
Duurzaamheid is voor de bewoners vooral een mooie bijkomstigheid, zo lijkt het. Een bewoner van een half jaar geleden opgeleverde villa aan de Nachtegalenlaan vertelt over zijn plan voor zonnepanelen. „Het liefst wil ik de dakpannen van Tesla die ook zonnepanelen zijn, vanuit esthetisch oogpunt. Maar die zijn nog niet te koop in Nederland”, legt hij uit. Op zijn nog te bouwen schuur komen wel normale zonnepanelen, zegt hij.
Dat duurzaamheid hier bijzaak is, merkt ook makelaar Marc Heule, die twee appartementen in Huize Koeduin aan de Van Vollenhovenlaan te koop heeft staan. „Comfort, en of iets mooi is, dat vinden de mensen hier belangrijker dan het stookgedrag.” En geld, zegt hij tijdens een rondleiding door een van de uit gele kalksteen opgetrokken appartementen van 250 vierkante meter, is van minder belang. „Gekscherend zei een cliënt van ons: ‘Als ze moeten vragen naar de stookkosten, kunnen ze het niet betalen.’”
Voor Jaap Mos was geld wél de reden twee jaar terug „een radicaal besluit” te nemen. „Minister Wiebes [Economische zaken, VVD] voerde een energiebelasting in om de aardbevingsschade in Groningen te vergoeden. Daarmee krijgen mensen met een hoge energierekening een extra straf. Dat zette me aan het denken: hoe kan die gasrekening omlaag zonder mijn huis grondig te verbouwen? Want daarvoor is het veel te charmant.”
Uiteindelijk kostte zijn pelletkachel hem 60.000 euro. „Dat heb ik in een jaar of zes terugverdiend.”
In een spiksplinternieuw huis is het makkelijker energieneutraal wonen. Bij Willem Mastenbroek (47), die sinds november met zijn vrouw Anna Anna Soeters (34) en hun drie zoons aan de Van Vollenhovenlaan woont, is de keuken nog afgeplakt met plastic zeilen. Bouwvakkers lopen af en aan langs de graveltennisbaan in de achtertuin. „We hebben zonnepanelen, een warmtepomp, een speciale open haard die efficiënt zijn warmte verspreidt, we recyclen regenwater. Het energielabel moet wel A zijn, dat kan niet anders”, zegt hij.
Zo kunnen bijdragen aan het milieu vindt Mastenbroek belangrijk, al vindt hij wel dat hij makkelijk praten heeft. „Een schoon milieu kost geld en een energieneutraal huis ook. Ik denk dat iedereen zijn bijdrage wil leveren, maar dat een aantal levensbehoeftes nog altijd belangrijker zijn dan het milieu. Ik bedoel, een normaal huis is tegenwoordig al duur genoeg, en je wil ook gezond eten en goed zorgen voor je kinderen.”
Veel oude huizen
Dat huishoudens in Aerdenhout grootverbruikers zijn van energie, is geen verrassing als je kijkt naar het type huizen en het bouwjaar. In de gemeente Bloemendaal, waartoe het villadorp behoort, staan bovengemiddeld veel grote, vrijstaande huizen én is 43 procent van de woningen voor het einde van de Tweede Wereldoorlog neergezet, blijkt uit cijfers van data-analysebureau Springco. Landelijk is dat aandeel slechts 18 procent.
Die samenstelling maakt het werk van Hessel Kruisman, coördinator duurzaamheid van de gemeente, een uitdaging. „Bijna een kwart van de particuliere huizen in Bloemendaal heeft energielabel F of G, en dat aandeel zal in Aerdenhout wellicht nog hoger liggen”, zegt hij.
Op dit moment ligt het tempo waarmee woningen energiezuinig worden gemaakt nog laag, zegt Kruisman. Dat zal volgens hem ook niet op heel korte termijn veranderen. „Een warmtenet kun je hier niet eenvoudig aanleggen, daarvoor liggen de dorpskernen te ver uit elkaar. Er is überhaupt nog geen alternatieve warmtebron. En de gestegen energiebelasting op aardgas is nog geen grote prikkel om te gaan verbouwen en isoleren, dus een vlot tempo van verduurzaming verwachten we niet.”
Comfort, en of iets mooi is, dat vinden de mensen hier belangrijker dan het stookgedrag
Marc Heule makelaar
Omdat de gemeente geen bovenwettelijke eisen kan stellen, blijft het bij bieden van zoveel mogelijk advies. Want Kruisman weet wel dat de inwoners van Bloemendaal met duurzaamheid bezig zijn, zegt hij. „Men ziet hier echt wel de waarde in van natuur. We hebben letterlijk een nationaal park in onze achtertuin.”
Kijk maar naar de Tijo van Eeghenschool, met zijn ingang aan de Van Vollenhovenlaan. Hier vullen kinderen hun pauze tussen de bomen en het duinzand met voetballen en tikkertje. De basisschool heeft onlangs in een nieuwsbrief ouders gevraagd herbruikbare broodtrommels en drinkbekers mee te geven in plaats van wegwerpzakjes en -pakjes. Ideetje van een paar ouders. „Een fantastisch initiatief”, noemt Mastenbroek het plan. Zijn oudste zoon gaat er naar school. „Hij is pas 5, maar nu al heel erg bezig met het milieu, omdat ze er op school heel veel aan doen.”
Nieuwe generatie
Het is deze nieuwe generatie, die van Greta Thunberg en de klimaatspijbelaars, die in Aerdenhout voor milieubewustzijn zorgt, blijkt als je rondvraagt. Verschillende bewoners vertellen dat hun kinderen met hen discussiëren over vlees eten en vliegschaamte. „Mijn kinderen zijn vegetarisch. Daardoor ben ik flexitariër geworden”, zegt een bewoner.
Maar nog lang niet alle milieuzonden zijn overboord, zegt hij er meteen achteraan. „Mijn kinderen hebben vliegschaamte, maar dan wel zo lang als hun neus is. Want als we naar Terschelling gaan, hebben ze al plannen, maar gaan we naar Bali, dan willen ze allemaal mee.”
Bij de familie Mos zijn ze ook nog niet helemaal groen. Ze hadden onlangs nog een discussie over de aankoop van een nieuwe auto, vertelt een van Jaap Mos’ dochters terwijl ze haar ontbijt oplepelt. Die moest in haar ogen elektrisch zijn. Maar daar had haar vader geen zin in. „Als ik moet gaan nadenken hoe ik in Parijs kom, waar ik mijn auto kan opladen, dat wil ik niet”, zegt hij. En dus is het toch een benzineauto geworden.