Energiebedrijf Vattenfall heeft twee klokkenluiders die misstanden bij aanbestedingen van miljoenenprojecten aankaartten, getreiterd en na hun melding onterecht geprobeerd te ontslaan. Dat oordeelt het Huis voor Klokkenluiders, dat dinsdag – geanonimiseerd – de resultaten van een langdurig onderzoek publiceerde.
Volgens het Huis hadden de klokkenluiders een „terecht vermoeden” van een misstand van „maatschappelijk belang” bij Vattenfall en hebben ze hun zorgen daar op de juiste wijze gemeld. Ook ziet het klokkenluidershuis een direct verband tussen het feit dat ze aan de bel trokken en hun kwalijke behandeling.
Het oordeel betekent gezichtsverlies voor drie topjuristen die door het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall werden ingehuurd voor de kwestie: twee (oud-)rechters en Ferdinand Grapperhaus, nu minister van Justitie en Veiligheid voor het CDA, maar op dat moment bestuursvoorzitter van het Amsterdamse advocatenkantoor Allen & Overy. Zij bepleitten alle drie dat Vattenfall geen blaam trof.
Geheim gesprek op Schiphol
De klacht komt van een projectmanager en een controller van Nuon, het Nederlandse energiebedrijf dat in 2009 voor 10 miljard euro door Vattenfall is overgenomen. De twee klagen intern over een geheim gesprek dat in 2013 op luchthaven Schiphol plaatsvond. In dat gesprek wordt de projectmanager gevraagd om vertrouwelijke informatie te delen met het Duitse industriebedrijf Siemens. De kennis zal Siemens op voorsprong zetten in een aanbesteding voor de bouw van een gasturbine in Duitsland van honderden miljoenen euro’s. Vattenfall overtreedt hiermee aanbestedingswetten en zijn eigen gedragscode, zeggen de klokkenluiders.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/02/data41168200-99342a.jpg)
De twee leggen in de jaren erna hun bezwaren neer bij hun directe managers, bij de interne ombudsman, bij de bestuursvoorzitter van Vattenfall en bij díéns baas, de voorzitter van de raad van commissarissen. Hun klacht wordt volgens de klokkenluiders amper onderzocht. Wel verklaart het bedrijf de twee in 2016 boventallig.
Voorkeur voor Siemens
Het Huis voor Klokkenluiders – een zelfstandig bestuursorgaan dat werknemers helpt en beschermt bij het melden van misstanden – heeft in zijn onderzoek enkel de zaak van de projectmanager en de controller onderzocht. Maar de twee zijn niet de enigen binnen Vattenfall met twijfels over de voorkeursbehandeling van Siemens. Vijf oud-werknemers die nauw betrokken waren bij de bouw van gascentrales in Nederland en Duitsland denken dat ook, bleek vorig jaar uit onderzoek van NRC, het Duitse weekblad Der Spiegel en het Zweedse dagblad Dagens Nyheter. Ook zij zagen dat Vattenfall de regels van de eigen aanbestedingsprocedures boog ten faveure van Siemens, en zelfs aanbestedingswetten brak.
Eén van hen is een aanbestedingsdeskundige en voormalig legal counsel van Vattenfall, die ook een verklaring bij het klokkenluidershuis aflegde. In 2014 weigert zij nog langer contracten te fiatteren, omdat ze ziet dat bij de bouw en het onderhoud van Nederlandse gascentrales telkens weer naar Siemens wordt geschoven. Dat gebeurt zonder goede onderbouwing. Vattenfall onderzoekt haar klachten niet, maar de vrouw krijgt wel te horen dat zíj in overtreding is. Ze ontplooit zonder toestemming een nevenactiviteit: een hobbywebsite waarop ze een grappig kinderproduct van nog geen twee tientjes verkoopt. Gedesillusioneerd verlaat ze Vattenfall.
Bij de top van Vattenfall is het tegen die tijd ook bekend dat het aanbestedingsregels overtreedt. Dat bleek uit een concept-memo uit 2015, die aan het klokkenluidersdossier is toegevoegd, en die is gericht aan diverse directeuren, de hoogste bedrijfsjurist en Vattenfall-accountant EY. Daarin staat dat „het niet volgen van Europese wetten breed bekend is op managementniveau, zowel bij de inkoopafdeling als aan de zakelijke kant” . Als voorbeeld wordt onderhoud aan de centrale in Velsen genoemd, dat onderhands aan Siemens is gegund.
Grapperhaus werd ingehuurd
De manager en de controller laten zich niet wegsturen. Als zij in 2016 boventallig worden verklaard, spannen ze een procedure bij de interne bezwaarcommissie aan. Vattenfall heeft voor de zaak Ferdinand Grapperhaus van het advocatenkantoor Allen & Overy ingehuurd, die de twee „complotdenken” verwijt. In een mailtje na de zitting roept Grapperhaus de twee op de vertrekregeling te accepteren. Voorwaarde is dat ze – op straffe van hoge boetes – beloven te zwijgen over wat hun is overkomen bij Vattenfall. Dat weigeren ze. UWV wijst de ontslagaanvraag daarna af, maar een passende baan voor de twee wordt niet gevonden.
Het Huis voor Klokkenluiders heeft alleen onderzocht hoe de klokkenluiders behandeld zijn, niet de vermeende misstand zelf. Vattenfall deed dat ook niet grondig, al beweerde het bedrijf in een persbericht na publicaties in NRC het tegenovergestelde. Het eigen onderzoek van Vattenfall naar de melding noemt het Huis voor Klokkenluiders „traag, gebrekkig en niet transparant”. Dat onderzoek ging niet over of Vattenfall iets gedaan had wat verboden was. Verder liet Vattenfall accountantskantoor Grant Thornton en twee Nederlandse (oud-)rechters enkel kijken naar de behandeling van de klokkenluiders, niet naar de aanbestedingskwestie zelf. Dat laatste onderzoek noemt het Huis „eenzijdig”.
‘Ze lieten honden op ons los’
Eén van de klokkenluiders laat aan NRC weten blij te zijn met de uitkomst van het onderzoek, al betreurt hij het dat de misstand zelf nog steeds niet is onderzocht. „Het allerhoogste management van Vattenfall heeft de zaak jaren geleden voor gesloten verklaard. In plaats van de dialoog aan te gaan die we wilden, hebben ze de honden op ons losgelaten.”
Vattenfall laat weten de conclusies van het Huis voor Klokkenluiders te respecteren en het rapport „zorgvuldig te bestuderen en te reflecteren op de inhoud”. Het bedrijf wijst erop dat het Huis de „vermeende incidenten” zelf niet heeft onderzocht. Het bedrijf stelt dat de beschuldigingen „grondig zijn onderzocht en dat er geen wetsovertredingen zijn vastgesteld”.