‘Zorgwekkend’ tekort aan psychiaters die euthanasie willen verlenen

Euthanasie Steeds meer psychiatrische patiënten vragen euthanasie. Bij het Expertisecentrum Euthanasie is een wachtlijst ontstaan.

Depressieve stoornissen komen het vaakst voor bij de patiënten.
Depressieve stoornissen komen het vaakst voor bij de patiënten. Foto Rick Stolk

Voor psychiater Julian Garcia was zijn eerste en enige euthanasie die hij tot nu toe uitvoerde, in 2018, „heel ingrijpend”. Hij sprak er van tevoren veel over met collega’s en had zelfs nog een nachtmerrie, waarin de uitvoering van de euthanasie niet goed ging. Dat gebeurde gelukkig niet en Garcia kijkt achteraf met tevredenheid terug. „Ik heb voor de patiënt en haar familie, die er volledig achter stond, veel betekend. In de woonkamer, waar we het samen beleefd hadden, heerste een enorme opluchting.”

Lees ook: Verschaf eindelijk duidelijkheid over de euthanasiewet

Onder psychiatrische patiënten groeit de vraag naar euthanasie al jaren. Bij het Expertisecentrum Euthanasie melden zich patiënten die niet door hun eigen arts of psychiater geholpen kunnen worden. Het aantal verzoeken van psychiatrische patiënten steeg er van 286 in oprichtingsjaar 2012 naar ruim achthonderd vorig jaar, blijkt uit een maandag gepubliceerde studie. Het aantal psychiatrische patiënten dat daadwerkelijk euthanasie krijgt, via het Expertisecentrum of de eigen arts, is de afgelopen jaren ook toegenomen: van 13 in 2011 naar 67 in 2018.

Hun doodswens is vaak een uiting van hun stoornis of ziekte

Het overgrote deel van de psychiatrische patiënten met een doodswens krijgt geen euthanasie, het Expertisecentrum willigde zo’n 10 procent van de verzoeken in. De belangrijkste redenen zijn dat er geen sprake is van de wettelijke criteria van ‘ondraaglijk en uitzichtloos lijden’ of dat er nog behandelopties voor de doodswens zijn. Patiënten die wel geholpen kunnen worden, moeten bij het Expertisecentrum momenteel een jaar of langer wachten. Het tekort aan psychiaters die euthanasie willen verlenen „wekt zorgen”, schrijft het Expertisecentrum, dat met ongeveer zeven psychiaters maar een beperkt aantal mensen per jaar kan helpen.

Om meer inzicht te krijgen in de groep psychiatrische patiënten die euthanasie wil, bekeek het Expertisecentrum de dossiers van de honderden mensen die de afgelopen jaren in behandeling zijn genomen. Het is voor het eerst dat deze groep patiënten uitgebreid is onderzocht. De studie laat zien dat het grootste deel (60 procent) van de hulpvragers vrouw is, terwijl psychiatrische stoornissen in Nederland even vaak voorkomen bij mannen als bij vrouwen. Ook is 40 procent van de hulpvragers laagopgeleid, tegenover 24 procent hoogopgeleid. Verklaringen voor deze verschillen zijn nu niet onderzocht.

Foto Rick Stolk

Combinatie van stoornissen

Depressieve stemmingsstoornissen komen het vaakst voor, bij een kwart van de patiënten. 60 procent is al minstens tien jaar in behandeling, bijna altijd voor een combinatie van stoornissen. Directeur Steven Pleiter van het Expertisecentrum Euthanasie spreekt van mensen met een „ernstig en complex ziektebeeld”.

Euthanasie bij psychiatrie is volgens psychiater Julian Garcia, werkzaam bij de GGZ Noord-Holland-Noord, om twee redenen ingewikkelder dan bij andere ziekten. Psychiatrische patiënten zijn vaak nog relatief jong. Uit de studie van het Expertisecentrum blijkt de meeste euthanasieverzoeken komen van mensen tussen de veertig en zestig jaar. Deze mensen zouden in principe nog jaren door kunnen leven zonder aan hun ziekte te overlijden, legt Garcia uit. „Dat maakt de afweging echt anders dan bij terminale patiënten met kanker die nog relatief kort te leven hebben.”

De doodswens is bij psychiatrische patiënten ook vaak een uiting van hun stoornis of ziekte, zegt Garcia. „Als patiënten zich waardeloos voelen, zeggen ze vaak: dokter, ik wil dood. Maar als de doodswens voortkomt uit hun stoornis, moet je natuurlijk nooit voor euthanasie kiezen, maar gaan behandelen.”

Toch komt het ook bij psychiatrische patiënten voor dat mensen uitbehandeld zijn en echt niet meer te helpen zijn, zegt Garcia. De patiënt die hij hielp te overlijden had al jaren last van een somatisch-symptoomstoornis, waarbij je lichamelijke klachten hebt waarvoor geen medische oorzaak te vinden is. „Ze had chronische pijn in maag en darmen en daarvoor allerlei medicatie gekregen. Ze was bij verschillende pijndokters geweest en ze had allerlei vormen van therapie gekregen, zonder resultaat. Omdat niets hielp en ze ernstig leed voldeed ze voor mij aan de criteria voor euthanasie.”

Angst voor toedienen medicatie

Dat psychiaters de afgelopen jaren terughoudender zijn geworden met euthanasie, bleek in 2017 uit de laatste evaluatie van de euthanasiewet. 63 procent van de psychiaters gaf daarin aan nooit tot hulp bij zelfdoding te willen overgaan, een stijging ten opzichte van 2008 (53 procent). Psychiaters gaven verschillende redenen waarom ze tegen euthanasie opzien, zoals angst voor het toedienen van de medicatie en de tijd die een ingewikkeld euthanasietraject kost.

Een ander „veelgehoord argument”, zegt Pleiter, is dat het bespreekbaar maken van de doodswens met de patiënt „een fixatie op de dood tot gevolg kan hebben”. Uit zijn nieuwe studie blijkt juist dat ruim 50 procent van de patiënten na een gesprek over hun doodswens juist door wil met het leven. „We hopen dat dit onder psychiaters de bewustwording creëert dat spreken over de doodswens meerdere functies heeft. Je brengt ook veel patiënten juist terug naar het leven.”

Psychiater Garcia vindt dat zijn collega’s het verplicht zijn een euthanasieverzoek serieus te nemen. Hij ziet in de maatschappelijke discussie over euthanasie nog te veel een onderscheid tussen psychiatrisch en fysiek lijden. „Dat vind ik fundamenteel onjuist en discriminatoir. Het is oneerlijk voor de groep patiënten die zo ernstig lijden aan de ziekten die ik dagelijks in mijn praktijk zie.”

Hij hoopt op een „normalisering” van euthanasie in zijn beroepsgroep. „Daarmee bedoel ik niet dat euthanasie bij psychiatrie normaal moet worden. Wel hoop ik dat er net zo over gesproken wordt als bij iemand met een lichamelijke ziekte. Als een psychiatrische patiënt is uitbehandeld en een weloverwogen en vrijwillig verzoek doet, heeft diegene net zo goed recht op euthanasie.”