‘Het racisme tegen Chinezen is een puist die nu openbreekt’

Coronavirus Scheldpartijen, een lift met poep en een lied over „stink-Chinezen”: het onverholen racisme met het coronavirus als excuus treft Chinese Nederlanders hard. „En ik ben bang dat het erger wordt.”

Een petitie ‘We zijn geen virussen’ was in enkele dagen vijftigduizend keer ondertekend. Op de foto initiatiefnemer Hui-Hui Pan.
Een petitie ‘We zijn geen virussen’ was in enkele dagen vijftigduizend keer ondertekend. Op de foto initiatiefnemer Hui-Hui Pan. Foto Olivier Middendorp

Ze stapte acht dagen geleden in de bus op Utrecht Centraal en zodra ze binnen was, begonnen twee jongens te hoesten, ‘corona’ te fluisteren en hun jas over mond en neus te trekken, haar recht in de ogen aan kijkend om er zeker van te zijn dat ze zag wat ze deden. „Ik was geschokt”, zegt farmaciestudent Wendy Zeng (22) over het incident dat ze zojuist beschreef. „Racisme is op dit moment in Nederland een erger probleem dan het virus zelf. Racistisch bejegend worden, nota bene door jongens die zelf ook gediscrimineerd worden. Je zou zeggen dat ze weten hoe het voelt. Ik ben heel boos. En bang dat het erger wordt.”

Het voorval in de bus is een van de vele recente gevallen van racisme en discriminatie die Chinezen en andere Aziaten in Nederland de laatste weken ten deel vallen. Vooral door de uitbraak van het coronavirus in China. In een flat in Wageningen waar veel Chinese studenten wonen, werd een lift besmeurd met poep en voorzien van de tekst ‘sterf Chinezen’. Chinese Nederlanders zijn geschokt door berichten over scheldpartijen en bedreigingen in onder meer Rotterdam. En door pesterijen en ‘grappige’ foto’s, zoals van dertien mannen poserend met een mondkapje in een Chinees restaurant in Dordrecht. Ziekmakende en respectloze „idioten”, is de communis opinio. En door reacties van andere groepen in de samenleving die zich óók racistisch bejegend voelen: Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Weten jullie ook eens wat het is, schrijven ze.

Drieduizend meldingen

De druppel die de emmer deed overlopen, was een lollig bedoeld liedje dat vrijdag werd uitgezonden op Radio 10. Drieduizend meldingen kwamen er sindsdien binnen bij de antidiscriminatiebureaus. „Men voelt zich gediscrimineerd, gekwetst en beledigd”, zegt Frederique Janss, voorzitter van de Landelijke Vereniging Tegen Discriminatie. De artiesten houden zich niet in: ‘Hé jongens, dat virus neemt geen pauze,/ we motten dat niet hebben in ons land,/ het komt allemaal door die stink-Chinezen’. Het refrein: ‘Vreet geen Chinees,/ dan heb je niks te vrezen,/ want voorkomen is beter/ dan Chinezen.

De tekst van het carnavalsliedje tekent een vijandige stemming jegens Chinezen in Nederland. „Ik vraag me af of het coronavirus misschien een smoesje is om alles maar te mogen zeggen”, vraagt de populaire vlogger Hanwe (19) zich af. „Blijkbaar is er een groep die al langer een hekel heeft aan ons.” Dat laatste is helaas maar al te waar, zeggen ze zelf. De eerste generaties Chinezen die hier kwam in de jaren zestig en zeventig had er niet minder mee te maken dan de huidige generatie.

Lees ook dit interview meteen socioloog: ‘Een epidemie versterkt racisme’

‘Babi pangang’

„Mijn ouders hebben altijd heel veel gepikt”, zegt studente Wendy Zeng. „Ze waren een restaurant in Friesland begonnen en hadden na verloop van tijd niet veel meer met racisme te maken. Iedereen kende hen, ze werden als vrienden en bekenden gezien. Maar als er naar mij ‘babi pangang’ werd geroepen, dan zeiden ze: ‘Laat maar, laat jezelf niet naar beneden praten.’ Ze spraken zich niet uit. Ze kwamen ook uit een andere cultuur. In China kun je niet zomaar alles zeggen wat je denkt.” ‘Poepchinees’ en ‘spleetoog’ en het verjaardagsliedje ‘Hanky Panky Shanghai’: het werd allemaal lollig gevonden. Net als de opmerking van entertainer Gordon die ruim zes jaar geleden een Chinese kandidaat in een zangshow op televisie vroeg welk nummer hij zou gaan zingen: „Nummer 39 met rijst?” Gordon heeft er maandag alsnog zijn „diepe, diepe excuses” voor gemaakt. Inderdaad waren de eerste en tweede generatie Chinezen veel stiller dan de huidige, zegt Frank Pieke, hoogleraar Chinastudies aan de Universiteit Leiden. „Ze wilden onzichtbaar zijn. Hoe meer je opvalt, hoe meer je kop van Jut kunt worden, was de gedachte. Ze vallen ook minder op omdat ze veelal een restaurant hadden, en verspreid over heel Nederland zaten. Maar de huidige generatie is hier geboren, voelt zich deel van de samenleving, en wil gerespecteerd worden.”

Een petitie van Vincent Yeers (23, links) en Hui-Hui Pan (38) naar aanleiding van anti-Chinees racisme werd in een paar dagen vijftigduizend keer getekend. Foto Olivier Middendorp

Documentairemaker Julie Ng (40) kreeg het anticoronaliedje opgestuurd van iemand bij haar op kantoor. Bij wijze van grap. „Mensen realiseren zich niet dat het kwetsend is om tegen mensen zoals ik, die hier zijn geboren en getogen, te zeggen dat ze drager van het virus zijn. Dat ráákt je. Er wordt gezegd dat het met de discriminatie van Chinezen wel meevalt omdat ze zulke harde werkers zijn omdat ze hun mond toch niet opendoen. Dat is toch van de pot gerukt? Nederland verschuilt zich achter het begrip tolerantie. Nederlanders tolereren iets wat kennelijk buiten de norm valt. Kennelijk wijken de Chinezen van deze norm af. Dat is op zichzelf al problematisch. Tolerantie is een drempel voor acceptatie.” Filmproducent San Fu Maltha (61) is „voor 40 procent Chinees” en noemt de incidenten „exemplarisch” voor dieper geworteld racisme in Nederland. „Schraap het dunne laagje beschaving eraf en je begrijpt hoe bijvoorbeeld ook het antisemitisme in de oorlog zo groot kon worden. Het begint bij Aziaten, maar het kan overal eindigen. Het begint op massahysterie te lijken. Dit is een puist die nu openbreekt.”

Lees ook het essay van Christiaan Weijts, waarin hij de explosieve grenzen van humor verkent. Verdoof je hart en lach

Omslag in het denken over China

Je kunt deze incidenten niet afdoen als „oprispingen” van anti-Chinese gevoelens, stelt hoogleraar Pieke. „De huidige incidenten zijn de oogst van wat politici en media de afgelopen vier tot vijf jaar hebben gezaaid. Er heeft zich een enorme omslag in het denken over China voorgedaan. Het land bedreigt en besteelt ons, en rommelt met onze normen en waarden, wordt er gezegd. De incidenten zijn de populaire expressie van dat breed gedragen idee. China wordt bizar genoeg opnieuw gezien als het ‘gele gevaar’, in bijvoorbeeld Amerika en in Australië. Ik maak me grote zorgen. China mag voor de politiek een mooie vijand zijn, maar het is aan politiek leiders om duidelijk te maken dat hun angst voor China niet moet worden vertaald naar angst voor de Chinezen in Nederland.”

Een petitie ‘We zijn geen virussen’ was in enkele dagen vijftigduizend keer ondertekend. De initiatiefnemers worden „dagelijks geconfronteerd met racisme en pesterijen”, en vragen media en politiek hun verantwoordelijkheid te nemen en stereotyperingen te „doorbreken”.

Vincent Yeers. Foto Olivier Middendorp

Vincent Yeers (23), student bestuurskunde en een van de initiatiefnemers: „Wat er nu gebeurt, is niet oké. We willen racisme bespreekbaar maken.” Hui-Hui Pan (38), een andere initiatiefnemer: „Er is met dat liedje een grens overschreden. Met carnaval gaan mensen zich hossend op dit liedje lam zuipen, terwijl andere mensen gekwetst zijn. Dat kan niet. Je gaat toch ook geen liedje over kanker maken?”

Niet iedereen is somber. „Nederlanders zijn nuchter”, zegt Liping Lin, directeur van de Vereniging Chinees-Aziatische Horeca Ondernemers (VCHO). Volgens haar komen er niet minder Nederlanders eten in Chinese restaurants dan gebruikelijk, en van discriminatie merkt zij zelf niets. „Er zijn wel incidenten, maar die moeten we niet opblazen.” De vereniging is bezorgder over het coronavirus zelf. „Ik hoop dat China de ziekte goed bestrijdt. Wij adviseren de restaurants het personeel veertien dagen in quarantaine te zetten als men in China is geweest. Dat is een voorzorgsmaatregel. Om onze gasten gerust te stellen. Je moet het niet groter maken dan het is.” Ze kent de petitie tegen racisme. „Ja, daar gaan wij een positieve draai aan geven. Want we zijn tegen discriminatie maar we willen niet zielig doen.”