Amsterdam staat bekend om dancefestivals in allerlei soorten en maten. Een groot deel daarvan vindt plaats in stadsparken. Het beslag op de openbare ruimte en de bijkomende geluidsoverlast vormen voor steeds meer bewoners een serieus probleem. De toenemende weerstand was voor de gemeenteraad aanleiding om de evaluatie van het nog jonge evenementenbeleid (vastgesteld maart 2018) naar voren te halen.
De resultaten spreken boekdelen. Een kwart van de Amsterdammers ervaart overlast van festivals. Slechts één op de vijf Amsterdammers heeft de afgelopen twee jaar een van de vele dancefestivals bezocht. 77 procent van de Amsterdammers vindt dan ook dat er voldoende of te veel (17 procent) evenementen in de stad zijn. 42 procent vindt dat de evenementen te veel druk leggen op locaties in de stad én vooral gericht zijn op jongeren. Kortom, Amsterdammers ervaren vooral de lasten en niet de lusten van grotere, luidruchtige evenementen.
Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de uitvoering van het evenementenbeleid rammelt, iets wat burgemeester Halsema ook erkent en graag wil verbeteren. De onderzoekers constateerden (niet als eersten) allerlei problemen: overschrijdingen van het aantal op- en afbouwdagen (Milkshake), het oprekken van openingstijden (Trek) of het ‘publiek toegankelijk maken’ van commerciële en besloten evenementen in de openbare ruimte door enorme videoschermen te plaatsen (Fashionweek op het Museumplein). Een van de conclusies: „de rolverdeling tussen het stedelijk evenementenbureau, de stadsdelen en de stedelijke portefeuillehouder evenementen is niet helder, waardoor centrale sturing op de kwaliteit van de uitvoering van het evenementenbeleid ontbreekt”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data53528951-79c786.jpg)
Op de evaluatie zelf is overigens ook het nodige aan te merken. Zo is niet vooraf vastgesteld wanneer het evenementenbeleid wel of niet succesvol is. Het ontbreekt aan criteria waaraan getoetst kan worden. Hoeveel klachten per evenement of per dag zijn acceptabel? Hoe gaan we om met cijfers en statistieken? Twee voorbeelden: zowel ADE (vijf dagen op 140 locaties) als het Vondelpark Openlucht Theater (zo’n 60 activiteiten in vijf maanden) worden elk geteld als één evenement.
Tijdens de bespreking van de evaluatie op 30 januari jl. stelde Halsema niet zonder trots dat het Amsterdamse evenementenbeleid „state of the art” is. Maar in Amsterdam gaat de raad er niet over. De locatieprofielen – waarin is omschreven wat per locatie aan evenementen mag plaatsvinden – zijn niets meer dan een beleidsnotitie. Wie naar de rechter stapt wegens een verleende evenementenvergunning die niet in lijn is met deze profielen, krijgt steeds dezelfde uitspraak te horen: afwijken van de profielen valt binnen de beleidsvrijheid van de burgemeester.
Laat de multinationals zelf hun eigen festivalterrein kopen en inrichten
Juist vanwege deze weeffout heeft actiegroep Mokum Reclaimed al in september 2019 een Volksinitiatief opgestart. Kern van het initiatief: geef de locatieprofielen een formele status door ze te verankeren in de algemene plaatselijke verordening (APV). Daarmee krijgen raadsleden een instrument in handen om te sturen op duurzame en kwalitatieve evenementen. En kunnen ze kiezen voor iets anders dan gesubsidieerde exploitatie van de openbare ruimte door grote multinationals die schuilgaan achter klinkende namen als Milkshake, DGTL of Vunzige Deuntjes. Laat de multinationals zelf hun eigen festivalterrein kopen en inrichten, net als ieder ander bedrijf dat voor zijn eigen huisvesting moet zorgen.
Binnen de Amsterdamse raad bestaat de wens om de kwaliteit van de evenementen te verhogen en de drempel voor kleinschalige en nieuwe initiatieven te verlagen. Maar de raad laat de kans liggen om die invloed te gelde te maken. De stukken over de evaluatie zijn geagendeerd als ‘ter bespreking en voor kennisgeving aannemen’. En Halsema adviseerde de raad met klem om de locatieprofielen niet op te nemen in de APV, want dat zou ten koste gaan van de wendbaarheid van het beleid. Ook vreest ze dat ze onvoldoende kan afwijken van de profielen wanneer zij dat om welke reden dan ook – bijvoorbeeld een verzoek om meer op- en afbouwdagen of andere openingstijden – wenselijk acht.
Het Volksinitiatief kan door raadsleden geamendeerd worden, maar binnen de Amsterdamse coalitie – die zo hecht aan duurzaamheid en leefbaarheid – is het animo uiterst gering om iets tegenover de maatschappelijke weerstand te zetten. Belangrijker is dat de raad zichzelf de mogelijkheid onthoudt om de burgemeester te kunnen corrigeren. Er is maar één partij die gebaat is bij de status quo en dat is de opsteller van de brief die namens Halsema naar de raad is gegaan: het stedelijk evenementenbureau.
Erik Bouwer Mokum Reclaimed