Opinie

Hou op met zinloos rooien van ons bos

Houtkap De minister voor Natuur moet niet langer haar oren laten hangen naar Staatsbosbeheer dat met het domme kaalkappen Nederlands bos blijft exploiteren, betoogt .
Leersum op de Utrechtse Heuvelrug; droneopname van houtkap door Staatsbosbeheer
Leersum op de Utrechtse Heuvelrug; droneopname van houtkap door Staatsbosbeheer Foto Eric Brinkhorst

Mooie woorden: het beheer van de Nederlandse bossen moet zich richten op het klimaat en behoud van biodiversiteit. Dat schrijft minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ChristenUnie) in haar aanzet voor een ‘Bossenstrategie’, die ze deze week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Maar bizar genoeg tornt dat stuk niet aan de kaalkap door Staatsbosbeheer, die juist leidt tot meer uitstoot van CO2 en afbraak van de biodiversiteit en die een golf van maatschappelijke verontwaardiging heeft opgeroepen. De minister negeert dat en laat haar oren hangen naar Staatsbosbeheer, dat massaal hout wil blijven ‘oogsten’ door kaalkap in levende bossen. Zo bereikt ze het tegenovergestelde van wat ze zegt te willen.

De voorbereiding was grondig, er is gepraat met talloze ‘stakeholders’, maar de samenleving waar de minister zo aan zegt te hechten, is daarbij vergeten. Zo is het Landelijk Netwerk Bossen en Bomenbescherming, waarin vijftig bossenwerkgroepen zijn verenigd, niet tijdig geraadpleegd. Ook is er niets terug te vinden van de Urgendamaatregel Bosbeheer zonder kaalkap voor de houtoogst, onderschreven door meer dan zestig maatschappelijke organisaties, waaronder Natuurmonumenten, WNF, Vogelbescherming en Natuur & Milieu. Deze verwoordt constructief en helder wat de samenleving van minister Schouten wil: een ondubbelzinnig verbod op kaalkap, op het bewerken van bosbodems en op de afvoer van biomassa uit het bos behoudens voor duurzaam gebruik. Maar Schouten rept er met geen woord over. Integendeel, ze spreekt over vergroting van de houtoogst en zelfs over houtoogst in natuurbos.

Lees ook: Een ‘gaatje in het bos’ en de grove den keert terug

Bron van onbehagen

Het is hartverwarmend om te lezen dat de minister het bos omschrijft als „een ecosysteem dat rust verdient en plaats biedt aan veel verschillende dieren en planten”. Maar de bronnen van het maatschappelijk onbehagen zijn niet weggenomen.

Staatsbosbeheer ziet wel dat leeggekapte vlaktes van een tot twee hectare te veel weerstand oproepen. Maximaal een halve hectare is nu het nieuwe adagium in de bossenstrategie. Die kleinere schaal lijkt beter, maar komt per saldo op hetzelfde neer, want de taakstelling van kaalkap wordt gewoon gerealiseerd in meerdere kleine stukjes.

En volgens staand beleid wordt zo per jaar 1 procent van het zogeheten multifunctionele bos ontbost en omgezet in productiebos met naaldbomen. Bij elkaar gaat dit om tweeduizend voetbalvelden bos per jaar. Dit proces is voortdurend gaande en voor iedereen zichtbaar. De Bossenstrategie kondigt zelfs „een lichte toename” van de houtoogst aan. Die zou wenselijk zijn „omdat mensen zich meer verbonden kunnen voelen met het bos” via „het gebruik en waardering voor het product hout”. Klinkt goed, maar haar woorden over het „vergroten van de veerkracht” van het bos waarbij „het Nederlandse bos steeds ouder [wordt], met dikkere bomen, meer dood hout, meer loofhout” missen bij de huidige kaalkappraktijk iedere grond.

Lees ook: Natuurmonumenten stopt voorlopig met bomenkap

Volkomen onnodig

Het meest trieste is nog dat kaalkap volkomen onnodig is; er zijn systemen van houtoogst die het bos als geheel intact laten en zo voldoen aan de urgentie van de Bossenstrategie, en die bedrijfseconomisch gezien ook nog eens voordeliger zijn.

Een verbod op kaalkap kost de minister niets, kan een besparing van 175.000 ton CO2 opleveren, laat het bos en zijn natuur intact en wordt breed gedragen door de samenleving. Het is onbegrijpelijk dat de minister die maatregel niet neemt.

Kennelijk heeft zij zich laten bepraten door Staatsbosbeheer, dat sinds het convenant met het ministerie van Economische Zaken in december 2014 is gebombardeerd tot ‘maatschappelijke onderneming’.

Deze pseudo-onderneming heeft keiharde zakelijke belangen bij het handhaven van de kaalkapmethode en probeert via de minister haar eigen agenda door te voeren. En de heraanplant van bos met jonge staken is geen werkelijke compensatie. Het duurt eenvoudigweg tientallen jaren voordat die een bijdrage leveren aan het klimaat en de biodiversiteit.

Er is meer aan de hand. De bosbouwsector weet zich al een halve eeuw te onttrekken aan een normaal regulerend regime. Zo staat het volgens de huidige voorwaarden voor provinciale subsidie de beheerder vrij zijn eigen beheersvorm te kiezen. Een luxe waarvan de veelgeplaagde boeren slechts kunnen dromen. De bosbouwers, aan wie een groot maatschappelijk goed is toevertrouwd, hebben een buitengewoon grote vrijheid van handelen, zolang maar sprake is van „bestendig beheer” – wat niet niets anders betekent dan blijven doen wat je gewend was te doen. Dat willen ze natuurlijk graag zo houden, maar de vraag is of dat een redelijke wens is. Onze maatschappij zucht in menig opzicht onder overregulering, maar in de bosbouw heerst anarchie.

Nu het bosbeheer voor het eerst een politiek thema is geworden, biedt dat een unieke kans om orde op zaken te stellen. Dan kunnen we spreken van een echte bossenstrategie. Minister Schouten moet deze kans niet voorbij laten gaan. Er is een unieke gelegenheid om werkelijk beleid te maken. Talloze Nederlanders zullen haar dankbaar zijn.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.