Afghaanse tolken en hun gezinnen die gevaar lopen omdat ze voor Nederlandse militaire missies in Afghanistan hebben gewerkt, worden naar Nederland gehaald. Dat bevestigen bronnen aan persbureau ANP na berichtgeving hierover van radioprogramma Argos. Meerdere gezinnen zijn al aangekomen in Nederland of hebben zich gemeld bij de Nederlandse ambassade in Kabul. Om veiligheidsredenen worden er op dit moment nog geen precieze aantallen genoemd.
Vorig jaar bleek dat van de ruim honderd tolken die van 2006 tot 2010 hebben geholpen bij de Nederlandse missie in Uruzgan, vier tolken zijn vermoord. Een kwart zou zijn ondergedoken vanwege doodsbedreigingen door de Taliban of terreurgroep Islamitische Staat (IS).
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2020/01/anp-322139604.jpg)
Het kabinet kwam daarom vorige maand tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer om de Afghaanse tolken aan te merken als ‘systematisch vervolgde groep’. Daardoor hoeven zij nu alleen nog maar aan te tonen dat ze voor de Nederlandse missie hebben gewerkt om in aanmerking te komen voor asiel. Eerder moesten de tolken en hun gezinnen ook bewijzen dat ze daadwerkelijk gevaar liepen, wat vaak moeilijk was.
Nederland is nog altijd militair op beperkte schaal actief in Afghanistan. Donderdag bleek uit een evaluatie dat de Nederlandse politietrainingsmissie in Kunduz politiek te positief werd afgeschilderd. Volgende week debatteert de Tweede Kamer over de Afghanistan Papers van The Washington Post, waaruit bleek dat hooggeplaatste Amerikaanse functionarissen aan het begin van de oorlog in Afghanistan al wisten dat de oorlog niet te winnen was. Die informatie werd echter achtergehouden.