Analyse

Veiligheid cruciaal bij knalverbod

Vuurwerk Knalvuurwerk en siervuurwerk zullen bij de komende jaarwisseling al verboden zijn.

Plezier met vuurwerk. Als het aan het kabinet ligt, zullen er komende jaarwisseling geen rotjes en vuurpijlen te koop zijn.
Plezier met vuurwerk. Als het aan het kabinet ligt, zullen er komende jaarwisseling geen rotjes en vuurpijlen te koop zijn. Foto Lex van Lieshout

De straten zullen stiller worden op Oudjaarsavond en, hoopt het kabinet, veiliger. Al bij de aankomende jaarwisseling is het verboden om knalvuurwerk en vuurpijlen af te steken. Dat besluit de ministerraad naar verwachting deze vrijdag, bevestigen bronnen in Den Haag.

Een totaalverbod is het niet: sierpotten blijven toegestaan, net als sterretjes, grondbloemen en fonteinen. Maar het nu voorgestelde verbod zal de viering van de jaarwisseling wel aanzienlijk veranderen. De jongens die op 31 december met linnen tasjes door de wijken lopen, zullen uit het straatbeeld verdwijnen. Net als de lege champagneflessen die gebruikt worden om vuurpijlen af te schieten.

Veiligheid is het belangrijkste doel van het knal- en pijlenverbod. Afgelopen jaarwisseling meldde de politie negenduizend incidenten, vierhonderd meer dan een jaar eerder. Veel van die incidenten hielden verband met vuurwerk: brandjes die erdoor ontstonden, of hulpverleners die ermee werden bekogeld. In Arnhem kwamen een vader en zoon om het leven bij een door vuurwerk ontstane flatbrand.

Normloosheid

Normloosheid leek lang evengoed een Oudjaarstraditie. Maar de maatschappelijke onvrede erover is de afgelopen jaren snel toegenomen, en daarmee de steun voor een vuurwerkverbod, zowel in de samenleving als in de politiek. Volgens opinieonderzoek steunt zo’n 65 procent van de bevolking een verbod; vijf jaar geleden wilde ongeveer de helft dat. Tientallen burgemeesters pleiten voor een verbod, óók van CDA en VVD. De politie roept de politiek ook al jaren op haast te maken met een verbod.

Lees ook het artikel over de rondgang die NRC eerder dit jaar maakte langs VVD- en CDA-burgemeesters

Lange tijd leek zo’n verbod er in deze kabinetsperiode niet te komen. Al sinds het aantreden van het kabinet, in 2017, pleitten ChristenUnie en D66 daarvoor, maar het CDA en de VVD zagen niets in een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen: zij wilden liever dat bestaande regels beter werden gehandhaafd. Wel stemde de coalitie in 2018 in met gemeentelijke vuurwerkverboden. Burgemeesters mochten daarnaast vuurwerkvrije zones aanwijzen in hun gemeente. In de praktijk bleken die voor de politiek moeilijk te handhaven.

Definitieve kanteling

De definitieve kanteling kwam vorig jaar, na wéér een jaarwisseling vol geweld. Vlak voor de zomer maakten minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) en staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat, D66) bekend zwaar knalvuurwerk, zoals Chinese rollen en sierpotten met zware knallen, vanaf 2021 te verbieden. Ná de zomer ging de Tweede Kamer nog een stap verder: een Kamermeerderheid steunde een plan van CDA’er Chris van Dam om ook zware vuurpijlen te verbieden.

Na de laatste jaarwisseling was ook de VVD om. Fractievoorzitter Klaas Dijkhoff zei eerder deze maand een verbod op knalvuurwerk en pijlen te kunnen „accepteren”: „Dat is het spul dat de hulpverleners het meeste dwarszit, waar ze ook mee beschoten worden.”

Daarmee belandde de bal bij het kabinet, dat een verbod nu ook omarmt. Zo’n verbod op álle knallen en álle pijlen moet handhaving voor de politie makkelijker maken. Maar dan moeten er wel voldoende agenten zijn, en dat is nu al een probleem.

Met dit vuurwerkverbod laat politiek Den Haag zien de toenemende onvrede in de samenleving over het geweld te delen. Tegelijkertijd zal met dit verbod het geweld nog niet zomaar ten einde komen. De grootste schade wordt vaak veroorzaakt door vuurwerk dat al verboden ís, zoals mortiergranaten.