‘Práát met mensen over hun wens om te sterven’

Voltooid leven Onderzoeker Els van Wijngaarden waarschuwt politici: een doodswens bij ouderen kan ook overgaan. „Het is nooit zwart-wit.”

Onderzoeker Els van Wijngaarden en Minister Hugo de Jonge tijdens de presentatie van het onderzoeksrapport Voltooid leven. Foto Bart Maat/ANP
Onderzoeker Els van Wijngaarden en Minister Hugo de Jonge tijdens de presentatie van het onderzoeksrapport Voltooid leven. Foto Bart Maat/ANP

Het klinkt „rooskleurig”, vindt onderzoeker Els van Wijngaarden: ouderen met een ‘voltooid leven’ die willen sterven. Op het Binnenhof gaat het daar al jaren over: moet je zo’n doodswens, van mensen die niet ziek zijn, regelen in een wet?

Van Wijngaarden deed in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid onderzoek naar 55-plussers met een doodswens. „Bij ‘voltooid leven’ denk je: ik heb een prachtig leven gehad, het is nu afgerond. Maar bij vrijwel alle mensen uit ons onderzoek blijkt dat er behoorlijke problemen aan ten grondslag liggen.” Ze vindt het begrip ‘voltooid leven’ „niet passend en verdoezelend”.

Ethicus Van Wijngaarden doet al jaren onderzoek naar ouderen met een doodswens. Ze promoveerde eind 2016 op „de ervaringswereld van het voltooide leven” aan de Universiteit voor Humanistiek en schreef het boek Voltooid leven: over leven en willen sterven.

Met een team onderzoekers van haar universiteit en het UMC Utrecht publiceerde ze donderdag het Perspectief-rapport. Voor het eerst is in Nederland in kaart gebracht hoeveel niet-zieke mensen van boven de 55 jaar een doodswens hebben en hun leven willen beëindigen. Het gaat om zo’n 10.000 personen, 0,18 procent van de 55-plussers. „Dat is geen heel grote groep inderdaad”, zegt Van Wijngaarden. „Maar ik vind niet dat als een probleem relatief klein is, je er niks mee zou moeten.”

De onderzoekers keken ook naar de kenmerken van de groep 55-plussers met een doodswens. Dat leidde tot verrassende inzichten, ook voor Van Wijngaarden zelf. Het idee was tot nu toe vooral dat het ging om hoogopgeleide, zelfbewuste ouderen die hun eigen levenseinde willen kiezen. Dat klopt niet: de helft van deze ouderen heeft een lagere sociaal-economische status. „Daar keek ik wel van op”, zegt Van Wijngaarden. „Een deel van deze groep noemt ‘financiële problemen’ als een factor die hun doodswens versterkt.”

Lees ook: Doodswens is vaak niet definitief

‘Stapeling van zorgen’

Een andere uitkomst die Van Wijngaarden niet had verwacht: driekwart van de ouderen met een doodswens is nog geen 75 jaar. „Toen ik dat zag dacht ik: klopt dit echt? Maar ook jonge senioren kampen met klachten en gevoelens die hen op het punt kunnen brengen van: ik wil niet meer. Dat is een vaak een optelsom van dingen, van fysieke ongemakken tot piekeren over het leven. Het is misschien geen stapel van aandoeningen, maar wel een stapeling van zorgen.”

Van Wijngaarden noemt het verder opvallend dat er een oververtegenwoordiging is van vrouwen. Van de groep die echt tot levensbeëindiging wil overgaan is zelfs tweederde vrouw. Een goede verklaring daarvoor heeft Van Wijngaarden niet. „Hypotheses zijn: vrouwen gaan misschien minder snel dan mannen zelf over tot zelfdoding, of voelen zich sneller tot last. Dat is gissen, hiervoor is meer onderzoek nodig.”

Wat haar het meest trof was de „ambivalentie van de doodswens”. „Zelfs de mensen met de meest uitgesproken wens tot levensbeëindiging hebben op de meeste momenten een wens tot leven die zwaarder weegt. Dat laat zien dat een doodswens nooit zwart-wit is. Dat maakt het zo complex.”

Van Wijngaarden spreekt zich niet uit over de vraag of er een wet moet komen voor niet-zieke ouderen met een doodswens. D66 werkt al langer al zo’n wetsvoorstel en wil dat sowieso doorzetten. Van Wijngaarden: „Ik hoop dat partijen het debat niet alleen vanuit principiële overtuigingen voeren, maar zich ook verhouden tot deze nieuwe feiten. Deze uitkomsten wijzen niet één kant op, dat is niet makkelijk voor beleidsmakers. Het probleem is complex en gelaagd. Misschien denkt D66 als ze dit onderzoek zien: we wachten nog even met onze wet, of we passen wat aan.” Ze hoopt dat de politiek, mocht die tot een wet besluiten, ervoor waakt dat een regeling te makkelijk openstaat voor kwetsbare ouderen. „Niet iedereen is een ferme zelfbeslisser die alles goed op een rijtje heeft. Er zijn mensen met suïcidale gedachten die daar van terug kunnen komen. Daar moet je heel zorgvuldig naar kijken.”

Een ander mogelijk risico van een wet is dat meer ouderen de druk voelen voor zelfdoding te kiezen. „Dat is niet makkelijk te bewijzen”, zegt Van Wijngaarden. „Maar uit ons onderzoek blijkt wel dat ouderen met een doodswens zich nu vaak al een last voor anderen voelen en het gevoel hebben dat ze te veel zijn. Dus dat kan wel een indirect gevaar zijn.”

Van Wijngaarden hoopt dat haar onderzoek debat losmaakt in de samenleving, en niet alleen in politiek Den Haag. „Wat we veel tegenkwamen is dat mensen zeggen: ik kan nooit op een normale manier over mijn doodswens praten. We voeren wel een geprofileerd politiek debat, in het klein vinden we het moeilijk om het er over te hebben. Mijn aansporing: laten we het gesprek over de doodswens normaliseren. Ouderen met zo’n wens hebben daar behoefte aan. Dan staan ze er niet alleen voor.”

Luister ook naar deze aflevering van onze podcastserie NRC Haagse Zaken: Dit moet je weten over ‘voltooid leven’

U kunt zich ook abonneren via Apple Podcasts, Stitcher, Spotify, Castbox of RSS.