Recensie

Recensie Muziek

Muzikale reizen vol hogere kroegpraat en anekdotische benaderingen

Muziektheater Twee Bekende Klassieke Nederlanders (onder wie één Engelsman) gaan het theater in. Floris Kortie brengt een smaakvolle ode aan Beethoven. Dominic Seldis vermaakt met een vrolijke potpourri.

Floris Kortie en Vera Kooper. Foto Merlijn Doomernik
Floris Kortie en Vera Kooper. Foto Merlijn Doomernik

De Tiende van Tijl, Maestro!, Podium Witteman: tv-programma’s rond klassieke muziek bereiken tegenwoordig een opvallend groot publiek. Twee mannen die dankzij die programma’s bekend zijn geworden gaan nu het theater in, met heel verschillend resultaat.

Dominic Seldis, solocontrabassist van het Concertgebouworkest, biedt met Music, Maestro! een lichtvoetig avondje uit. Getuige de titel probeert Seldis geen moment te verbloemen dat hij zijn roem te danken heeft aan Maestro!, waarin hij als jurylid dirigerende BN’ers beoordeelt. Hij speelt Maestro! zelfs uitgebreid na en deelt daarbij flinke sneren uit aan zijn collega’s – vooral presentator Frits Sissing moet het ontgelden.

Muzikale reis door Europa

Seldis begint met een autobiografisch verhaal over zijn muzikale roeping, gedrenkt in ironie, maar met mooi foto- en filmmateriaal. Een muzikale reis door Europa vormt de losse verbinding tussen stukken van Elgar, Kurt Weill en Puccini’s ‘Nessun dorma’ door Pavarotti. Het is hogere kroegpraat, vol zelfspot en met een voorliefde voor schuine grappen, waar de taalbarrière het scherpste randje vanaf slijpt. Erg vrolijk is het contrabaskwartet van Seldis met drie avatars van zichzelf op schermen – een potpourri van Robbie Williams, Guns N’ Roses en filmmuziek van James Bond tot Psycho.

Lees ook: Dominic Seldis brak door in ‘Maestro’: ‘Ik wil mensen de magie van levende muziek laten ervaren’

Het negenkoppige ensemble, met onder meer bassist en arrangeur Dave Murray en jazzpianist Rembrandt Frerichs, is uitstekend. Seldis is een meesterbassist. De medley van Bottesini’s Elegie en Oscar Petersons Hymn to freedom werkt goed, evenals een fraai arrangement van Barbers Adagio – niet erg origineel, wel effectief. Toch is het muzikale soortelijk gewicht wat laag en is er wel erg veel ruimte voor Seldis’ (geestige) uitweidingen. Sowieso is de voorstelling met ruim tweeënhalf uur te lang.

Pianosonates als de rode draad

Floris Kortie, zelf geen musicus, werd bekend als de frisse sidekick uit Podium Witteman. Samen met pianiste Vera Kooper vertelt hij in Het jaar 250 na Beethoven diens levensverhaal, met de pianosonates als de rode draad. Dankzij een scherp ritme, mooie details en een effectieve montage, waaraan regisseur Gijs de Lange het nodige zal hebben bijgedragen, houdt Kortie je steeds bij de les. Ook als je Beethovens levensloop wel ongeveer kent, gaat Korties anekdotische benadering niet vervelen, en weet hij zelfs, zoals in de episode over de jonge Ludwig onder het juk van een alcoholistische vader, te ontroeren.

De consequent volgehouden jaartelling van de titel – dit jaar viert de klassiekemuziekwereld Beethovens 250ste geboortejaar – biedt daarbij houvast, doordat je steeds precies weet hoe oud Beethoven was toen hij naar Wenen ging, zijn moeder verloor, zijn grote gedoemde liefde Josephine leerde kennen, doof werd, stierf of werd uitgevoerd na de moord op president Kennedy. Kooper brengt de sonatefragmenten met een fijn licht toucher. Rake fragmenten op groot scherm, zoals een Duits nieuwsitem over Beethoven als goedgeluimde tuinkabouter, zorgen voor welkom contrast met de huiskamersetting. Zo is Het jaar 250 na Beethoven geen gemakzuchtige lift op andermans roem, maar oprecht en doortimmerd biografisch muziektheater dat met verve wordt gebracht.