Minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, D66) voelt er niets voor om het verlenen van exportvergunningen in de toekomst via de Europese Unie te laten verlopen. Dat zei de minister donderdag in Brussel in reactie op vragen over de geopolitieke strijd die woedt rond de exportvergunning aan ASML.
De chipmachinefabrikant uit Veldhoven wacht al meer dan een half jaar op een vergunning voor het exporteren van EUV-apparatuur aan China. Begin januari meldde persbureau Reuters dat de VS grote druk uitoefent op de Nederlandse regering om deze vergunning niet te verlenen.
Tegelijkertijd zet ook China druk om de apparatuur juist wél te leveren. Voor het exporten van EUV is een vergunning nodig omdat de technologie onder de dual goods-categorie valt van goederen die zowel civiel als militair gebruikt kunnen worden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/01/data54275586-119cd3.jpg)
Meer druk Europees blok
In reactie op het politieke getouwtrek rond ASML opperden sommigen om de exportvergunningen voortaan in Europees verband te verlenen. „Als Europees blok van 450 miljoen consumenten kun je tegendruk uitoefenen”, schreef columnist Luuk van Middelaar vorige week. Ook hoogleraar en China-specialist Rob de Wijk opperde iets vergelijkbaars.
Maar minister Kaag voelt hier niks voor, liet ze donderdag weten. Volgens de minister is het goed dat landen eigenstandig de afweging kunnen blijven maken een exportvergunning te verlenen. „Soms zou het prettig zijn je achter de grotere rug van de EU te kunnen scharen”, aldus Kaag. „Maar op andere momenten is dat niet zo.”
Op de zaak rond ASML wilde Kaag niet specifiek ingaan. Wel benadrukte ze dat het niet in het Nederlands belang is exportvergunningen uit te besteden aan Europa. „Er gaat dan ook heel veel kennis en bedrijfsgevoelige informatie naar Brussel. Terwijl wij juist onze eigen voorsprong qua technologische innovatie en kennis willen beschermen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/01/data54222050-30ce9d.jpg)
Wel bepleitte Kaag meer Europese samenwerking in het waarborgen van een „gelijk speelveld” voor Europese bedrijven en de regels rond ‘dual use’. „Je moet ervoor zorgen dat alle landen het beleid consequent en op dezelfde manier toepassen. Dat is nu niet altijd het geval, daar zijn we niet naïef in. Maar dat is belangrijker dan competenties overhevelen. Want dan is het ook weg,” aldus Kaag.