Waarom deze woorden grappig klinken? Dat is onderzocht

Taal Bij het woord waggelen voel je een golfbeweging. Het is onderzocht waarom we dat grappig vinden.

Illustratie Jet Peters

Klabam! Zo klinkt het als iemand op de NRC-redactie zijn knie stoot tegen een van de eikenhouten lades die onder de bureaus gemonteerd zitten. Een pijnlijke aangelegenheid, maar voor sommige redacteuren wordt die pijn iets verzacht doordat ze ‘klabam’ zo’n grappig woord vinden.

Sinds vorige week is er nog een nieuwe bron van troost, althans voor wie van wetenschap houdt: er is voor het eerst onderzoek gedaan naar wat woorden als ‘klabam’ zo grappig maakt. Woorden als ‘klabam’ en ‘woesj’ (oeps, een voorbij vliegende deadline), maar ook ‘waggelen’, ‘wiebelen’, ‘slobberen’ en ‘zigzaggen’. Woorden die een beetje klinken als hun betekenis. Taalkundigen noemen zulke woorden ‘iconisch’ en spreken van ‘klanksymboliek’. En deze woorden zijn vaak grappig, is nu in onderzoek vastgesteld. Maar voordat we het hebben over hoe dat zou kunnen komen: wat betékent het als je zegt dat een woord ‘klinkt als zijn betekenis’?

Bij sommige woorden is dat heel duidelijk. „Boem!” zegt Mark Dingemanse van de Radboud Universiteit aan de telefoon. Hij deed het nieuwe onderzoek met zijn Amerikaanse collega Bill Thompson. „Plons!” vervolgt hij. Dat zijn zogeheten onomatopeeën. Woorden die een klank direct nabootsen. Maar woorden kunnen ook op een andere manier iconisch zijn, legt Dingemanse uit: „Wanneer je als luisteraar een analogie waarneemt tussen de vorm van een woord en aspecten van de betekenis. Bij ‘waggelen’ voel je bijvoorbeeld een soort golfbeweging in het woord die je helpt om de betekenis ervan te zien.”

Ook woorden die vaak in moppen voorkomen, zoals ‘blond’, worden grappig gevonden

Mark Dingemanse

Hoe je dat voelt, lijkt een beetje op synesthesie: het verschijnsel dat sommige mensen bijvoorbeeld cijfers of letters gekleurd zien. Synestheten herkennen klanksymboliek in vreemde talen ook beter; die zien makkelijker dat het Japanse fuwafuwa vast ‘pluizig’ betekent, en niet ‘houtig’. Japans is een taal met relatief veel iconische woorden; Engels en Nederlands hebben meer woorden zoals ‘paard’ en ‘tafel’, waarbij de woordvorm volkomen onafhankelijk lijkt van de betekenis.

Lachen om iconische woorden

Mensen vinden iconische woorden vaak grappig, ontdekten Dingemanse en Thompson. Ze lieten mensen voor een paar duizend Engelse woorden beoordelen hoe grappig ze waren en (door andere mensen) in hoeverre ze ‘als hun betekenis klonken’. De onderzoekers leerden vervolgens ook een computeralgoritme om woorden op grappigheid en iconiciteit te beoordelen, en toen bleek ook in een bestand van tienduizenden woorden dat de iconische woorden relatief grappig waren.

Niet alleen de iconische woorden, trouwens. „Ook woorden die vaak in moppen voorkomen, zoals ‘blond’, worden grappig gevonden. En woorden voor dieren. En taboewoorden.” Dus scheldwoorden, vloeken en woorden die met seks of andere lichaamsfuncties te maken hebben.

Niet alle woorden waarvan mensen vonden dat die klinken als hun betekenis waren grappig. Maar dat kwam voor een deel doordat er woorden met een negatieve connotatie bij zaten, zoals ‘roar’ (‘brullen’) en ‘scratch’ (‘krassen’). En het kwam doordat mensen ook samengestelde woorden als ‘badkamer’ en ‘zonneschijn’ vinden ‘klinken als hun betekenis’, terwijl dat geen iconische woorden zijn: er is geen sprake van klanksymboliek. Toen Dingemanse en Thompson dat soort samenstellingen uit het onderzoek verwijderden, werd het verband tussen iconiciteit en grappigheid alleen maar sterker.

Een speciale structuur

En wat máákt nou dat iconische woorden vaak grappig zijn? Dat kun je in dit type onderzoek strikt genomen niet zeggen – wat oorzaak en gevolg is, is niet te onderzoeken. Maar Dingemanse en Thompson hadden er wel een theorie over, deels gebaseerd op ideeën van de gedragsbioloog Gregory Bateson uit de jaren vijftig. „Neem puppies”, zegt Dingemanse. „Bateson merkte op dat puppies kunnen ‘speelbijten’, dus elkaar voor de grap bijten, terwijl dat best dicht bij écht bijten ligt. Hij zag dat daar een metacommunicatie in het spel moest zijn: een soort signaal waaruit blijkt dat dit geen echte beet is maar een speels knauwtje. Net zo dachten we dat iconische, grappige woorden misschien een speciale structuur hebben, die maakt dat bij mensen een lampje gaat branden: hier is iets bijzonders aan de hand.” Iets speels, iets leuks.

Lees ook, over klanksymboliek: Woorden met extra gevoel

De woorden die iconisch én grappig waren, bleken inderdaad specifieke structuren te hebben. Ze begonnen vaak met een combinatie van medeklinkers (zoals bl-, fl-, sp-), of ze eindigden op een combinatie van medeklinkers (zoals -mp, -nk), of ze eindigden op de werkwoordsuitgang -le ‘(waddle’, ‘babble’, ‘tickle’). Die structuurkenmerken geven de luisteraar het signaal van speelsheid, denkt Dingemanse.

Het onderzoek is met Engelse woorden uitgevoerd. „Maar ik vermoed dat het voor het Nederlands sterk overeenkomt”, zegt Dingemanse. De Engelse werkwoorden op -le zijn vaak direct te vertalen in een Nederlands werkwoord op -elen: waggelen, babbelen, kietelen. We zijn dol op dat soort werkwoorden: huppelen, duikelen, krabbelen, wiebelen, popelen. Andere Germaanse talen zoals Duits en Noors hebben ze ook. Qua betekenis zit er vaak iets in van een handeling die steeds weer doorgaat, zegt Dingemanse. En ze hebben vaak iets speelsigs.

Eindigen op -mp: bijna altijd iconisch

Ook woorden die met een combinatie van medeklinkers beginnen of daarop eindigen, zijn in het Nederlands relatief vaak iconisch en grappig, zou Dingemanse gokken. Zoals ‘klabam’. „Dat is geen pure klanknabootsing: als je je knie stoot, klinkt dat echt anders”, zegt hij. Het is deels klanknabootsing, „én de woordvorm is complex.” Het begint met een combinatie van medeklinkers en eindigt op een nasale klank; dat zijn structuurkenmerken die ook in het Engels vaak iconisch en grappig bleken. „Of een woord als ‘stomp’, daarbij helpt de vorm ook heel erg om de betekenis te begrijpen. Een woord dat eindigt op -mp is vrijwel altijd iconisch.”

Lees ook de column Ewoud Sanders: Wat is het lelijkste woord in de Nederlandse taal?

En ‘smurf’ – een woord dat in feite alles kan betekenen? „Ja, dat is een supergoed voorbeeld”, zegt Dingemanse, „want dat wordt ook ludiek gebruikt. Het had echt veel minder goed gewerkt als in plaats van het complexe ‘smurf’ een simpel woord gebruikt was, ‘tek’, ofzo. Maar smurf is een vertaald woord, wat is eigenlijk het origineel?” Dat is Frans: ‘schtroumpf’ – een nog complexer woordbegin en -einde dus. „Fantástisch”, verzucht Dingemanse.