De toekomstdroom die vorige week werd gepresenteerd door een coalitie van onderwijsorganisaties stelt een radicale vernieuwing voor van ons onderwijs. Zij willen een extreem flexibel systeem, waarin ieder kind elk vak op elk niveau kan volgen, in modules, wanneer dat maar past bij het kind en zo veel mogelijk naar eigen keuze. Leraren in het voortgezet onderwijs staken donderdag en vrijdag en zien autonomie en tijd voor kwaliteit als enige oplossing voor de onderwijscrisis.
Het discussiestuk werd gepresenteerd door onder meer de VO-raad, LAKS, CNV Onderwijs, waarbij de deskundige stem uit het veld opvallend afwezig was: geen onderwijsactiegroepen (PO, VO en WO in actie) of lerarenopleidingen dachten mee over De toekomst van ons onderwijs, dat vooral over het voortgezet onderwijs gaat. Het is niet de eerste vernieuwing die ondanks de conclusies van de commissie-Dijsselbloem uit 2008 zonder inbreng van leraren wordt doorgeduwd: zo kan ook geen leraar of schoolleider het probleem verzinnen waarvoor de jongste groep onderwijsvernieuwers (Curriculum.nu) een oplossing zou bieden.
De problemen zijn reëel: de laaggeletterdheid neemt toe, we selecteren te vroeg, de kansenongelijkheid groeit, er is te weinig waardering voor het beroepsonderwijs, leerlingen en studenten gaan met tegenzin naar school en ze zijn gestresst, er zijn te weinig leraren en ook zij zijn te gestresst. Volgens het discussiestuk is dit de oplossing: voor alle scholen, leerlingen en niveaus een verregaande flexibilisering, personalisering en digitalisering.
In plaats van een vaste kennisbasis die vakdocenten in een stevig programma aan kinderen leren komt er in deze toekomstvisie dus een modulair programma waarin kinderen flexibel ‘fluïde’ kennis opdoen, het liefst zo veel mogelijk naar eigen keuze – want dat motiveert en dat is blijkbaar nodig. Wat de waarde van de ‘patchwork-lespakketten’ precies is (mbo, hbo en wo blijven bestaan en mogen nog steeds allerlei eisen stellen bij de entree) en hoe een school dit moet organiseren, is niet duidelijk. Het maatwerkdiploma werd eerder bepleit door de VO-raad, maar deze flexibilisering is niet alleen een logistieke en financiële herculestaak, het is ook een fikse aantasting van de vrijheid die scholen en leraren eerder hadden en het is bovendien een onderwijsaanpak die niet bewezen effectief is.
Scholen komen terug van alles digitaal
Zo legt deze toekomstdroom ook de nadruk op ‘21st-century skills’ als probleemoplossend leren, samenwerken, ondernemen; dingen die je pas kunt leren nadat je een hele sterke kennisbasis hebt opgebouwd. Digitalisering is noodzakelijk, zegt het discussiestuk, maar scholen komen steeds vaker terug van (volledig) digitaal onderwijs en digitale programma’s zijn ook nog steeds niet bewezen effectiever. De flexibiliteit, in combinatie met een niveaustelsel dat in feite gelijk blijft, prikkelt nog steeds de obsessie met niveaus en dus het schaduwonderwijs en de stress die daarbij zijn opgekomen. De flexibiliteit zal vooral optimaal benut worden door kinderen die daarin thuis aangespoord en ondersteund worden, dus de kansengelijkheid is nog steeds in gevaar. Leerlingen mogen zelf meer kiezen, wat hun motivatie zou bevorderen, maar we weten ondertussen ook dat keuzes en zelfreflectie voor het puberbrein ontzettend moeilijk zijn.
Wat hebben we wel nodig? Goede leraren voor de klas. Hoewel de VO-raad onlangs wél benoemde dat de taalvaardigheid van brugklassers door het tekort in het basisonderwijs achteruit is gegaan, steekt dezelfde raad de hand niet in eigen boezem. Het tekort aan bevoegde docenten in het voortgezet onderwijs is vermoedelijk groter dan in het primair onderwijs. Vermoedelijk, want het ontbreekt aan correcte cijfers over bevoegd gegeven lessen in het voortgezet onderwijs. Het ergste is dat het tekort het grootst is op vmbo-scholen, daar waar de leesvaardigheid het hardst achteruitgaat en waar de zelfredzaamheid van een halve generatie op het spel staat.
Minder lesuren, meer voorbereiding
Actiegroep VO in actie pleit al lange tijd voor werkdrukverlaging. We staken deze week, omdat we nog veel te ver van een werkbare situatie zijn; andere Europese landen hebben minder lesuren per week. In het discussiestuk wordt juist gepleit voor een bredere, soepelere blik op bevoegdheden; de VO-raad heeft dit standpunt eerder ook al uitgedragen. Een ‘oplossing’ is dan bijvoorbeeld het clusteren van vakken, waarbij een bevoegdheid in biologie ook lesgeven in scheikunde toestaat. Maar wie in meer vakken lesgeeft, kan niet de vakexpert zijn die je bij één vak na de volledige studie in dat ene vak bent. Het gaat om basiskennis die je goed moet leren, wat je in de toekomst ook gaat doen, en dat doe je met een beproefd programma, gegeven door een docent die vakinhoud, expertise en kwaliteit kan bieden; dat is wat onderwijsonderzoek keer op keer uitwijst.
Bij de staking van 30 en 31 januari herhalen de leraren in het voortgezet onderwijs dus hun eis: structureel geld, dat gegarandeerd wordt benut voor werkdrukverlaging; minder lesuren per week, zodat leraren tijd hebben voor kwaliteit, zodat leraren blijven en zodat de leerlingen weer echt leren wat ze moeten leren. Het is pijnlijk dat de VO-raad de staking niet steunt en de oplossingen in zulke andere richtingen zoekt dan de leraren zelf doen.
Geef de docent de tijd en de autonomie, dan doen wij wat ons vak is: de jeugd de toekomst geven, dankzij een stevige kennisbasis.