Recensie

Recensie Theater

Musical vol klassiekers is niet stoffig

Nostalgie De musical ‘Haal het doek maar op’ kijkt volop terug naar Nederlandstalige muziek uit de jaren zestig en zeventig. Toch gaat de voorstelling niet aan nostalgie ten onder.

Scène uit de musical ‘Haal het doek maar op’. Foto Roy Beusker
Scène uit de musical ‘Haal het doek maar op’. Foto Roy Beusker

Meer dan veertig Nederlandstalige hits komen voorbij in de musical Haal het doek maar op. Van sommige hoor je alleen flarden in medleys, maar het blijft een indrukwekkend aantal. De nummers stammen bijna allemaal uit de jaren zestig en zeventig, de periode waaraan conferencier Rolf (Tony Neef) met weemoed terugdenkt. Hij toerde destijds met een groep zangers in het schnabbelcircuit. Bij een begrafenis komen de herinneringen boven, als hij een van de zangeressen (Mariska van Kolck) terugziet.

Lees ook: Musical vol Nederlandse hits uit de jaren zestig en zeventig

De jonge acteurs die de schnabbelende entertainers spelen, vullen elkaar mooi aan. Julia Berendse valt op met haar bijzondere stem, die soms onverwacht de diepte in kan duiken. Willemijn van Holt en Dook van Dijck mixen prima zang met een prettige, lichte speelstijl. Zanger Jordy van Loon (‘Verliefdheid is een toverbal’) slaat zich kranig door zijn musicaldebuut heen.

Niet bloedserieus uitgevoerd

De voorstelling springt heen en weer tussen heden en verleden. Rolf deelt overdenkingen over veranderende tijden met het publiek. Ondertussen dragen de hits van bijvoorbeeld Rob de Nijs en Willeke Alberti bij aan de sfeer van toen; tekstueel zijn ze slechts heel losjes met het verhaal verweven. Soms stoort dat. Als een zangeres de muziekgroep verlaat om een tv-carrière te beginnen en ‘Ik ben gelukkig zonder jou’ inzet, slaan zinnen als ‘je knoeit de as van je sigaar/ nu voortaan verder maar bij haar’ natuurlijk nergens op.

In regie van Paul van Ewijk worden niet alle nummers bloedserieus uitgevoerd. De acteurs zetten ‘Verboden vruchten’ van Ronnie Tober vet aan en bij Ben Cramers ‘De clown’ wordt iemand wild gejonast. Dit soort uitvoeringen voorkomen dat het stoffig wordt. Ook het decor van Eric van der Palen draagt hieraan bij. Hij weerstond de verleiding om een hyperrealistische jarenzestigsetting neer te zetten, en ontwierp abstracte ruimtes met multifunctionele, verrijdbare wanden en felle lichtbalken. Knap dat een musical met zo veel ‘evergreens’ toch niet in nostalgie verdrinkt.