De ondernemers hadden er dit jaar op de topontmoeting in Davos de mond vol van: klimaatverandering. Gesprekken over de planeet zijn net zo’n vast onderdeel van het World Economic Forum als de eindeloze limousinefiles en het verwende gemopper over het schrale voedselaanbod in het voorname conferentiecentrum.
Maar dóen die ondernemers ook iets tegen de opwarming van de aarde of is het klimaatgesprek op 1.500 meter hoogte een obligate verplichting die volgende week op kantoor weer is vergeten? Een essentiële bijdrage aan het bedrijfsimago, maar voor het overige inhoudsloos?
Het kon de deelnemers ditmaal niet ontgaan dat er een urgent klimaatprobleem is. De Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg was ook dit jaar te gast. „Ons huis staat nog steeds in brand”, zei ze. De Britse prins Charles spoorde de mondiale elite aan om de wereld te redden. En op woensdag werd geen vlees geserveerd.
Eén gast deed alsof er niets aan de hand is. De Amerikaanse president Trump waarschuwde voor het pessimisme van doemdenkers die de macht willen overnemen, een indirecte sneer naar de klimaatactivisten die buiten bij -10 graden in tentjes bivakkeerden en hun boegbeeld Thunberg. Bij zijn vertrek probeerde Trump de zaak te sussen door te zeggen dat hij Thunberg graag had ontmoet. Dat was show. Eenmaal thuis gaf hij prompt beschermde natuurgebieden vrij voor economische activiteit. Zijn minister van Financiën Steve Mnuchin zei dat Thunberg eerst maar eens economie moet gaan studeren, en dat ze daarna mag komen vertellen hoe het verder moet.
Noodzaak tot verandering
Een groot aantal ondernemers zei in Davos wél de noodzaak tot verandering te zien. Een coalitie van tachtig grote ondernemingen riep de politiek op een prijs te zetten op CO2. Organisator Klaus Schwab van het World Economic Forum stuurde een uitzonderlijke brief aan alle deelnemers met de boodschap dat het bij deelname aan de conferentie hoort dat ze zich inzetten voor de duurzaamheidsdoelen van de VN. En bij de jaarlijkse inventarisatie van de grootste risico’s voor bedrijven, het Global Risks Report, zetten ondernemers klimaatgerelateerde risico’s dit jaar op de eerste vijf plekken.
Twee topmannen vielen kort voor Davos al op met hun klimaataankondigingen. Satya Nadella van Microsoft kondigde aan dat zijn bedrijf klimaatnegatief wordt: het wil meer CO2 reduceren dan het produceert. Ook Larry Fink, van vermogensbeheerder BlackRock, kondigde aan duurzaamheid centraal te gaan stellen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54047639-417cac.jpg)
Nu is Nadella een vooruitstrevende ondernemer en is het voor bedrijven als Microsoft niet zo moeilijk om te vergroenen. En de concrete stappen van BlackRock zijn bescheiden. Het bedrijf gaat meer duurzame beleggingsopties aanbieden, maar houdt de geldkraan open voor bedrijven die in fossiele brandstoffen doen.
Toch moet je het belang van Finks aankondiging niet onderschatten, zeiden ceo’s in Davos. Christian Mumenthaler van herverzekeraar SwissRe zei „opgetogen” te zijn over het besluit en noemde het een „game changer”. Jim Coulter van private-equitybelegger TPG Capital zei dat alles wat Fink zegt klinkt alsof het door een megafoon gezegd wordt, gewoon omdat BlackRock zo groot is.
„Het klimaat staat centraal, het wordt er niet meer zomaar even bij gedaan”, constateerde minister van Financiën Wopke Hoekstra, die ook in de Alpen was. „Het is een groot verschil met tien jaar geleden en ook met twee jaar geleden.” Zijn het meer dan alleen mooie woorden? „Dat zullen we nog moeten zien. The proof of the pudding is in the eating. Bedrijven moeten er zelf invulling aan geven. Of het velen ook echt menens is? Let’s see.”
Veel bedrijven zijn traag. Nog maar heel weinig bedrijven, hebben een wetenschappelijk onderbouwde strategie waarmee ze hun klimaatdoelen op lange termijn kunnen halen
Scheidend DSM-topman Feike Sijbesma – die zich bij het chemieconcern sterk maakte voor duurzaamheid – is lid van de raad van toezicht van het World Economic Forum en bepaalt mede de agenda in Davos. Hij komt net van een vergadering van tachtig ondernemingen die voor invoering van een prijs voor CO2-uitstoot hebben gepleit.
Het zijn grote ondernemingen en ze zullen, zegt hij, ook wel andere bedrijven aansporen om te verduurzamen. „Maar laten we wel zijn: de overgrote meerderheid van de bedrijven in de wereld meet zijn emissies niet, rapporteert er niet over, heeft geen interne CO2-prijs, zegt niet welke duurzaamheidsdoelen ze hebben, enzovoorts. Er zijn bedrijven die het serieus menen, maar ik constateer ook dat er bedrijven zijn die het niet doen én ik constateer dat we niet op schema zitten om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te halen.”
Dat lang niet alle ondernemers zich druk maken over klimaatrisico’s bleek deze week ook uit onderzoek van adviesbureau PwC dat het WEF-onderzoek over klimaatrisico’s relativeert. Van de ondervraagde ondernemers noemde maar 24 procent klimaatverandering als groot risico, vergeleken met 19 procent vorig jaar. Ondernemers maken zich veel meer zorgen over overregulering en afnemende economische groei.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54397880-a4eecc.jpg|https://images.nrc.nl/WKcZVvzoR8awCsNjbctxta2cY0U=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54397880-a4eecc.jpg|https://images.nrc.nl/mH7XVlxl4kvFEwuYA2J-_WJj91U=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54397880-a4eecc.jpg)
Voortrekkersrol
Er zijn, naast het inzicht dat klimaatverandering vroeg of laat tot problemen leidt, verschillende impulsen voor bedrijven om werk te maken van vergroening. Consumenten kunnen groene producten eisen, jong talent kan niet-duurzame bedrijven mijden en investeerders kunnen vergroening belonen.
Verzekeraars en pensioenfondsen, die op lange termijn beleggen, spelen daarbij een belangrijke rol. Voor herverzekeraar SwissRe is duurzaamheid de standaard, vertelde Mumenthaler. Het bedrijf pakte in 2003 de eigen uitstoot aan, ging vervolgens beleggen in obligaties van bedrijven die goed scoren op duurzaamheidsindexen en weigert nu ook om sommige investeringen in fossiele projecten te herverzekeren. „Ik heb daar nooit klachten over gehad.” De beleggingsportefeuille deed het beter dan de markt, maar het besluit sommige fossiele projecten niet te verzekeren kostte het bedrijf rond de 20 miljoen dollar.
Tegenover deze Europese verzekeraars en pensioenfondsen stonden deze week de ceo’s van grote Amerikaanse financiële dienstverleners die blijven investeren in vervuilende bedrijven. Mike Corbat van Citibank zei dat het niet de taak van banken is om bedrijven aan te zetten tot duurzaamheid door eenzijdig de financiering stop te zetten. Het is niet aan de bank om verliezers of winnaars uit te kiezen, meende hij. David Solomon van Goldman Sachs, dat onlangs betrokken was bij de beursgang van oliebedrijf Saudi Aramco, zei dat hij voorlopig doorgaat met de financiering van bedrijven die in fossiele brandstof doen.
Geen excuusjes
Ondernemers kunnen tegen het dilemma aanlopen dat langetermijninvesteerders duurzaamheid eisen, terwijl kortetermijnbeleggers snel rendement willen zien. Sijbesma herkent het probleem, maar stelt dat je nu juist topman bent om dit op te lossen. „Daar moet je dan maar mee leren omgaan.”
Ook voor een ander excuus heeft hij weinig begrip. Er zijn veel bedrijven die zeggen: we zien het probleem, maar we weten niet wat we moeten doen. Dat is volgens Sijbesma niet meer geloofwaardig. Er is genoeg kennis voorhanden en er zijn inmiddels ook genoeg voorbeelden van bedrijven die wel actie hebben ondernomen, zegt hij.
En, kijkend naar het geheel, zit er dan beweging in? Gerbrand Haverkamp van ngo World Benchmarking Alliance, die bedrijven beoordeelt aan de hand van de 17 duurzaamheidsdoelen van de VN: „Er is heel veel retoriek, maar er is ook beweging.” „Het ombouwen van een bedrijf, het bouwen van nieuwe fabrieken, gaat niet zo snel”, zegt hij. „We zien die investeringen nu wel op gang komen.”
Maar bedrijven zijn traag en nog maar heel weinig ondernemingen hebben een wetenschappelijk onderbouwde strategie waarmee ze hun klimaatdoel kunnen halen. De autofabrikanten, bijvoorbeeld, veranderen hun modellen en investeren in nieuwe technologie, maar halen in dit tempo de Parijs-normen niet, zegt Haverkamp. In de energiesector, alle bedrijven die betrokken zijn bij de energietransitie, variërend van Aramco tot grote nutsbedrijven, hebben van de 400 grootste zich er pas 35 gecommitteerd aan wetenschappelijk onderbouwde doelen.
„Dit is het decennium waarin het moet gebeuren, maar we lopen achter. We zien de veranderingen bij bedrijven. We zien de toenemend druk van beleggers. Maar het tempo is niet hoog genoeg.”
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data54395041-2d77d7.png|https://images.nrc.nl/zlTgrgzzXt88_gtfo7dgdUXDgHo=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data54395041-2d77d7.png|https://images.nrc.nl/IPkzWCXo0vAQ77HljkozKuALmsE=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data54395041-2d77d7.png)
Correctie (vrijdag 24 januari 2020): In een eerdere versie van dit artikel stond dat Gerbrand Haverkamp van ngo World Business Alliance was. Dat moest de World Benchmarking Alliance zijn en is hierboven aangepast.