Het aantal toeristen dat vanuit het buitenland op bezoek komt in Nederland, groeit gestaag. In 2019 werd Nederland bezocht door 21,1 miljoen vakantiegangers, zo heeft het Nederlandse Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) woensdag bekendgemaakt. Dat is 7 procent meer dan in 2018, toen de toeristenstroom ook al met 7 procent groeide.
Het merendeel van de buitenlandse toeristen, 55 procent, is afkomstig uit Duitsland, België en Groot-Brittannië. Dat zijn ook bezoekers die erom bekendstaan dat ze „open staan voor nieuwe bestemmingen en ervaringen”, aldus NBTC-directeur Jos Vranken in een toelichting. Hij verwacht daarom dat niet alleen Amsterdam en de gebruikelijke toeristische attracties, maar ook andere regio’s van deze groeiende groep bezoekers kunnen profiteren.
Na de drie buurlanden zijn de Verenigde Staten en Frankrijk de belangrijkste aanjagers van de toeristenstroom. Toch zijn dat niet de snelste groeiers: uit Rusland kwamen bijvoorbeeld vorig jaar zo’n 20 procent meer toeristen dan een jaar geleden, vanuit Afrika zelfs 22 procent en vanuit China 14 procent.
Uit de cijfers van het NBTC valt ook op te maken dat toeristen gemiddeld genomen langer in Nederland blijven. Het aantal overnachtingen nam met 10 procent namelijk sterker toe dan het aantal toeristen. Het NBTC noemt deze ontwikkeling opvallend, omdat Nederland vooral populair is voor korte vakanties. Het zou overigens kunnen dat het aantal overnachtingen nog sterker is gestegen dan de cijfers uitwijzen: het toerismebureau rekent vakantieverhuur door particulieren via Airbnb niet mee. (NRC)