Advies: bouw ook huizen in Groene Hart en op platteland

Denktank DenkWerk pleit voor meer eengezinswoningen in plaats van peperdure appartementen. De woningen moeten worden gecombineerd met nieuwe natuur en massale inzet van snelbussen.

Open ruimte in de buurt van Amsterdam. De denktank DenkWerk wijst erop dat niet alle benodigde woningen binnen steden kunnen worden bijgebouwd.
Open ruimte in de buurt van Amsterdam. De denktank DenkWerk wijst erop dat niet alle benodigde woningen binnen steden kunnen worden bijgebouwd. Foto iStock

Nederland ontkomt niet aan grootschalige woningbouw buiten de steden, op het platteland. Binnen de steden is de komende dertig jaar plaats voor hooguit een half miljoen woningen; in totaal zijn anderhalf miljoen woningen nodig. Dit stelt de onafhankelijke denktank DenkWerk in het rapport Klein land, grote keuzes over Nederland in 2050, dat donderdag verschijnt. De denktank, met onder anderen topambtenaar Bernard ter Haar en bestuurders Hans Wijers en Frans Blom, wil „met krachtige ideeën bijdragen aan een welvarend, inclusief en vooruitstrevend Nederland”.

Lees ook: Zes keer een bod gedaan, nog steeds geen huis

Laat de rijksoverheid, aldus de hartenkreet, in een grootse visie en onder sterke regie bepalen waar huizen worden gebouwd. In nieuw aan te wijzen groeikernen en groeisteden, aan de rand van bestaande steden in de Randstad, in het Groene Hart, maar ook in Brabant en wellicht in het oosten. Deze woningen moeten vooral geen peperdure appartementen worden zoals in de steden, maar betaalbare eengezinswoningen met tuin, zoals veel mensen willen. Combineer de bouw van deze huizen vervolgens met de aanleg van nieuwe natuur, in een aantrekkelijk landschap. Met de opbrengsten van de woningbouw kun je voor iedere vierkante kilometer woningen ook een vierkante kilometer natuur in hetzelfde gebied aanleggen. „Op 600 vierkante kilometer, een kleine 2 procent van het Nederlandse landoppervlak, zouden we dan voor de helft woningen creëren, en voor de helft natuur”, aldus het rapport.

Schaarser dan geld

Er is steeds minder ruimte beschikbaar in Nederland. „Ruimte is tegenwoordig schaarser dan geld”, zegt Bernard ter Haar, buitengewoon adviseur bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Nederland is qua bevolkingsdichtheid en economische productie per vierkante kilometer een van de drukste landen ter wereld; in Europa zijn alleen de ministaten Luxemburg en Malta enigszins vergelijkbaar, buiten Europa zijn alleen stadstaten als Singapore en Hongkong „significant drukker”.

Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde eind 2019 ook dat de druk op het landschap toeneemt

Dit gebrek aan ruimte vergt een ruimtelijke ordening met een centrale regie van de rijksoverheid. Zonder die regie zal Nederland verder „verrommelen” door distributiecentra her en der langs snelwegen en zonneparken op voormalige boerengrond. Ter Haar: „Zulke ontwikkelingen schaden de mate waarin mensen zich in het landschap herkennen. Terwijl dat landschap mede hun identiteit bepaalt.”

Kerncentrales

Behalve over woningbouw moet ook over energie veel scherper worden nagedacht. Nederland is simpelweg te klein om alle energie zelf duurzaam op te wekken. Zonneparken en windmolens zouden in 2050 een kwart van het land beslaan. „Onrealistisch”, zegt Boudewijn Wijnands, oprichter van Deedmob, een online platform voor vrijwilligerswerk. Er zal moeten worden gekozen voor het grootschalig importeren van duurzame energie, grootschalige opslag van CO2 of voor kerncentrales, die weinig ruimte innemen. „De opwekking van duurzame energie heeft een veel groter ruimtebeslag dan de opwekking van fossiele energie”, aldus het rapport. „Het is verbazingwekkend dat de discussie over de energietransitie (nog) nauwelijks vanuit dit perspectief wordt gevoerd.”

Het is „onmogelijk” keuzes tussen bijvoorbeeld woningbouw of windmolens en zonneparken aan steden over te laten. Frans Blom: „Is Rotterdam verantwoordelijk voor de energie van de haven? Moet Utrecht haar overgebleven grond gebruiken voor woningbouw of voor de opwekking van energie? Dat zijn geen lokale keuzes.”

Dan het verkeer. Nieuwe snelwegen en andere grootschalige infrastructuur zijn niet de oplossing. Wel moeten de wegen veel efficiënter worden benut, onder meer door de massale inzet van snelbussen, met hoge frequentie en over aparte rijbanen op snelwegen. „We vinden het in Nederland mooi dat er flixbussen rijden tussen Amsterdam en Berlijn. Waarom rijden er dan geen snelbussen tussen Amsterdam en Den Haag of Groningen?” zegt Michiel Hennink van de Boston Consulting Group en een van de auteurs van het rapport.

Minder plek voor landbouw

Dat er minder ruimte voor de landbouw zal komen, is evident. Nu nog is twee derde van Nederland bestemd voor de landbouw, behoud daarvan is „onhaalbaar”. „Deze landverdeling is historisch gezien te verklaren, maar met een blik op de toekomst ontstaat een nieuwe vraag: als we opnieuw konden kiezen, zouden we Nederland dan opnieuw zo indelen? Is de huidige verdeling van land überhaupt vol te houden? Is er niet een nieuwe blik nodig op Nederland – een land dat misschien wel beter als dunbevolkte stad dan als dichtbevolkt land gezien kan worden?”

Dat veel boerengezinnen getroffen worden, beseffen de schrijvers van het rapport. Frans Blom: „De nieuwe ruimtelijke orde vergt een zorgvuldig proces. Er is draagvlak nodig. Daarom moeten we er nu al mee beginnen. De kwestie is urgent, omdat het erg lang duurt voordat plannen worden uitgevoerd en intussen de verrommeling doorgaat.” Bernard ter Haar: „Communicatie is enorm belangrijk. Hoe eerder je ermee begint, hoe meer mensen je erbij kunt betrekken.” Boudewijn Wijnands: „Wij pleiten voor visie en voor leiderschap. Maar we moeten het vervolgens wel samen doen. Dit is een kans om met alle Nederlanders te werken aan iets moois.”