Jim van Os maakt zich zorgen over de crisis in de geestelijke gezondheidszorg. „Er plegen nu mensen zelfmoord op een wachtlijst voor psychiatrische hulp. Dat kán toch niet, dat we juist die groep niet helpen? Het is hetzelfde als dat je met een hartinfarct bij de spoedeisende hulp komt en dat ze zeggen: ‘Sorry, u moet drie maanden wachten want we hebben honderden mensen met spataderen die wachten.’”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54193175-5d3ad2.jpg)
Van Os is hoogleraar epidemiologie van de psychiatrie en voorzitter van het Hersencentrum van het academische UMC Utrecht. Hij richtte PsychoseNet op, waar patiënten met psychoses adviezen uitwisselen en steun kunnen zoeken. Er komen jaarlijks 2 miljoen bezoekers. Van Os heeft in aanloop naar het Kamerdebat woensdag vijf oplossingen om het vastgelopen systeem vlot te trekken.
1 Stop met de medicalisering van alle leed; maak mensen weerbaar
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265598-711b1d.png|https://images.nrc.nl/jBcrQWIEa0SoqbpcsayyxgMcLBM=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265598-711b1d.png|https://images.nrc.nl/dPCTGtIp_pAhr4C3mMYzewyANH0=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265598-711b1d.png)
Jim van Os: „Leer kinderen dat lijden – soms eenzaam, soms neerslachtig, soms bang – normaal is. Leer ze ermee omgaan. Op de basisschool al. Laat ze gewaarschuwd zijn, dat als hun ouders gaan scheiden, ze zullen lijden. Maar dat ze dan níet ziek zijn. Verdriet hebben om je ouders is niet hetzelfde als ziek zijn.
„Stress, werkdruk, perfectionisme, de nadruk op succes en uiterlijk vertoon – maak kinderen en tieners weerbaar zodat ze met de eisen van deze tijd kunnen omgaan. Dat is echt een publieke taak.”
2 Stop de marktwerking in de ggz, die geeft perverse prikkels
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265592-57c2e8.png|https://images.nrc.nl/Gm3sJ68Xdf1GozIbTrd17Y4NIdc=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265592-57c2e8.png|https://images.nrc.nl/ZatrDurOewv1lbVOUnBrSW7adAI=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265592-57c2e8.png)
„Niemand bedacht toen de marktwerking werd ingevoerd dat de vraag naar psychische zorg te groot is. Hij is oneindig. 40 procent van de bevolking krijgt ergens in zijn leven een keer significante klachten: een depressie, een reeks paniekaanvallen, een angststoornis. Elk jaar heeft 20 procent van de bevolking wel ergens last van, die kwakkelt psychisch op dat moment. Die vraag kán de geestelijke gezondheidszorg niet bedienen. Wij kunnen maar 7 procent van de bevolking aan, en dan hebben we in Nederland een grote ggz.
„De 3 procent van de bevolking die echt chronisch ziek is – psychoses heeft, schizofrenie, diepe depressie – díe moet onze prioriteit zijn. Dat zijn de mensen die echt zijn aangewezen op de ggz. Maar nu worden veel van hen als hete aardappels doorgeschoven, komen ze op wachtlijsten, want ze worden ‘te ingewikkeld’ gevonden.
„Er zijn klinieken die louter ‘cleane cliënten’ aannemen. Dat zou verboden moeten worden. Ze laten je 250 vragen invullen, vooraf, om te kijken of je niet te complex bent. Haal je dat, dan mag je komen. Maar heb je ook een beetje autisme, of een beetje een eet- of agressie-stoornis of persoonlijkheidsstoornis, dan ben je niet welkom. Dan selecteert de kliniek de makkelijke patiënten, en het wordt vergoed door de zorgverzekeraar.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265586-e34518.png|https://images.nrc.nl/AFuk6CAjeUlp7l18VOPMrpF_-4k=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265586-e34518.png|https://images.nrc.nl/fEOjLJcKtQ2n5VZI5uwEl1GEyng=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265586-e34518.png)
„Lichte klachten kunnen laagdrempeliger en goedkoper worden behandeld, door bijvoorbeeld assistenten van de huisarts. Dat noemen we ‘publieke GGZ’.”
3 Neem ervaringsdeskundigen serieus
„Er ontstaat nu een soort parallelle ggz, in de gemeente, voor mensen die niet zijn geholpen in de ggz. Dat zijn websites, online communities en gratis inloopcentra. Daar zitten ervaringsdeskundigen, oud-patiënten, die elkaar helpen en opleiden. ‘Hoe ga je ermee om als je elke dag suïcidale gedachten hebt?’ – daar geven ze elkaar antwoord op.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265595-b8480a.png|https://images.nrc.nl/Fh06bGrA9yeIsaBNkdBj-sweKgk=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265595-b8480a.png|https://images.nrc.nl/hYc_dqF5S2tmw5GI5_6-VAK51As=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54265595-b8480a.png)
‘Hoe leef je als je elke ochtend niet uit bed wilt komen? Ik had dat en ik ben er op deze manier overheen gekomen.’ Dit soort ‘herstelacademies’ hebben geweldige resultaten – waar de ggz vaak geen antwoord meer heeft.”
4 Stop de super-specialisatie
„Er is een mythe ontstaan dat psychiaters zich moeten specialiseren in de behandeling van één stoornis, zoals anorexia of verslaving. Terwijl veel patiënten verschillende stoornissen tegelijk hebben. En het wetenschappelijke bewijs toont dat patiënten vooral baat hebben bij een goede relatie met een therapeut – waar ze ook aan lijden. Dat de relatie menselijk is en iemand je niet laat vallen. Dat is uiteindelijk het effectiefst. Met andere woorden: wie geen complexe of ‘moeilijke’ patiënten voorrang wil geven en wil behandelen, hoort niet in de geestelijke gezondheidszorg thuis.”
5 Financier de zorg uit één pot, en niet drie zoals nu (gemeente, zorgverzekeraar, Rijk)
„De mensen in de ggz zijn opgesloten in hun eigen sector. Ze spreken een eigen taal, hebben eigen tradities. Alles wat óók met hun patiënten te maken heeft – maatschappelijke ontwikkelingen, sociale omstandigheden, forensische zorg, de politie – wordt zo een andere wereld waar ze weinig mee te maken hebben. Terwijl dat natuurlijk met elkaar samenhangt. Een patiënt die leeft in een vervuild huis en de huur niet betaalt, komt vroeg of laat in de problemen.
„Er zijn nu drie bureaucratieën: die van de Wmo (gemeente), van de Zorgverzekeringswet en van de Wlz (het rijk). Hef dat op.
Laat de psychiatrisch verpleegkundige in de wijk, die wordt betaald door de zorgverzekeraar, samenwerken met de huisarts en met de mensen die worden betaald door de gemeente. Rond dezelfde cliënt.
Er moeten ook werkplekken komen voor psychiatrisch patiënten, een soort sociale werkplaats. Waar ze, voor 10 tot 20 euro per uur, betaald werk kunnen verrichten, als opstapje naar een gewone baan.”