Twee gedachten komen op bij het zien van de duotentoonstelling Kunsthalle van Diederik Gerlach en Tobias Gerber, twee in heel verschillende materialen werkende kunstenaars. Eén: als je in de spiegel kijkt, zie je er soms net zo uit als twintig jaar geleden. Misschien wel omdat je zo graag wilt lijken op je jongere ik. Twee: als je terugdenkt aan vroeger, dan kunnen die herinneringen zacht gekleurd zijn en toch kil, binnen bereik en angstig ver weg.
De Nederlandse, afwisselend in Den Haag en Berlijn wonende en werkende Diederik Gerlach (1956) en de Duitse, in Keulen wonende Tobias Gerber (1961) tonen bij galerie Maurits van de Laar in Den Haag hun nieuwe en oudere werken. Hoewel verschillend in vorm, blikken die werken terug op vroeger en gaan ze over de vraag hoe daar greep op te krijgen. Gerlach ging in een ver verleden naar de KABK in Den Haag, dat toen nog een beetje een academie in de luwte was. Sindsdien timmert Gerlach nog steeds stug door in die luwte. Maurits van de Laar toont zijn werk al jaren, maar van een serieuze museale expositie is nog geen sprake geweest.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54074894-a1e16d.jpg|https://images.nrc.nl/P-FCXFoyc_8Zh5YpCNhixVFGqwU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54074894-a1e16d.jpg|https://images.nrc.nl/KsaWfBeSh57pYU8EeBMVwtBJP-E=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54074894-a1e16d.jpg)
Universeel ‘leesbaar’
Dat is jammer, want Gerlach – een dubbeltalent dat ook prachtige persoonlijke observaties over kunst op zijn Facebookpagina schrijft – sublimeert zijn herinneringen tot autonome schilderijen, gouaches en tekeningen. Daar bedoel ik mee dat zijn werk persoonlijk is, maar toch universeel ‘leesbaar’, wat niet hetzelfde is als makkelijk na te vertellen. Daarvoor gebeurt er op soms maar een klein oppervlakte te veel mysterieus en tegenstrijdigs tegelijk.
Gerlach trekt bij Van de Laar opnieuw een schijnbaar nostalgische wereld op in koele pastelkleuren, waar mannen en vrouwen in scherp gesneden pakken een golfclub hanteren onder een middernachtelijke hemel (zie het prachtige Nachtspiel uit 2019) en waar volstrekt realistische figuren (vaak alleen) lopen, luierend op een Alpenpanorama uitkijken, post bezorgen, terwijl de wereld om hen heen verandert in fladderende guirlandes.
Surrealistische luchtspiegelingen
Interessant is met name de serie Elf Brüder, losjes geïnspireerd op Franz Kafka’s korte verhaal Elf Söhne, over een vader die in geen van zijn elf zonen iets goeds, moois of nobels kan ontdekken. Gerlach maakt van dit verhaal elf surrealistische luchtspiegelingen, waarvan de meest onbegrijpelijke – een man die in het donker geen zwaartekracht meer voelt en zich aan een brugleuning moet vasthouden om niet te verdwijnen in het zwart – de mooiste is.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54074907-543256.jpg|https://images.nrc.nl/ygEFrUNF-WJ2hj-_imvCbJJDOqE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54074907-543256.jpg|https://images.nrc.nl/ioepceqG02CTaOHuUMnDxloLfPc=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54074907-543256.jpg)
Bij Tobias Gerber begint alles bij de wastafel en de spiegel die de jonge variant toont van de ouder wordende mens. Die wastafel is het centrale punt van zijn presentatie van ruim vijftien gipsen reliëfs die hij afpelt van tekeningen in kleitabletten. Zo ontstaan ‘nabeelden’ van een oorspronkelijk beeld – soms abstract, soms in taal refererend aan kunsthistorische voorbeelden als Duchamp en Braque, soms figuratief. Tegelijkertijd zijn de gipsen reliëfs uitdrukkingen van reflecties over het verloop van tijd. Ze zijn letterlijk gestold in drie dimensies. Deze werken zijn Gerbers beste. Ze ademen de vaagheid uit die herinneringen bezitten en vooral het gevoel dat je hebt als je ze probeert te doorgronden: dan blijft er namelijk alleen wat gruis over in je hand.