Frankrijk en Sahel-landen gaan terreur te lijf

Bloedige aanslagen Frankrijk en vijf West-Afrikaanse landen komen nieuwe militaire samenwerking overeen om de terreurgolf te bestrijden.

De Franse president Emmanuel Macron met zijn ambtgenoot Mahamadou Issoufou van Niger, maandag in Pau.
De Franse president Emmanuel Macron met zijn ambtgenoot Mahamadou Issoufou van Niger, maandag in Pau. Foto Regis Duvignau/AFP

Frankrijk en vijf Sahel-landen zijn maandag overeengekomen jihadistisch geweld in de regio harder te bestrijden. De leiders van Mali, Burkina Faso, Tsjaad, Niger en Mauritanië – die samen de G5 Sahel vormen – waren op uitnodiging van de Franse president Emmanuel Macron naar de Zuid-Franse stad Pau gekomen voor een beladen politiek gesprek over de terreurgolf die de Sahel beheerst. Maandagavond presenteerden zij de zogenoemde ‘Sahel Coalitie’, een gezamenlijke militaire commandostructuur die zich vooral zal richten op de bestrijding van Islamitische Staat en daaraan gelieerde groeperingen. Frankrijk stuurt nog eens 220 troepen, bovenop de 4.500 man sterke Franse ‘Barkhane’ missie die sinds 2014 in de regio actief is. Macron beloofde de VS ervan te overtuigen militair actief te blijven in het gebied.

De locatie van de bijeenkomst was een symbolische: Pau is de basis van zeven van de dertien Franse militairen die in november omkwamen bij een helikopterongeluk in Mali. De top zou al in december plaatsvinden, maar werd uitgesteld vanwege een terreuraanval in Niger. Vorige week werden de landen opnieuw ingehaald door de actualiteit, toen Niger zijn dodelijkste terreuraanval in jaren beleefde. Bij een aanval op een legerbasis in Sinegodar in het westen van het land kwamen 89 militairen en 77 aanvallers om het leven. De Nigerese president Mahamadou Issoufou kondigde drie dagen van rouw af en ontsloeg de baas van het leger. Wie de daders zijn, is nog onduidelijk.

In december kwamen in dezelfde regio 71 militairen om het leven bij een aanval die werd opgeëist door een groep gelinkt aan IS. Kort daarop werd Burkina Faso getroffen door een aanval met ruim honderd doden. Eind december bezocht president Macron de Nigerese hoofdstad Niamey, waar hij de slachtoffers herdacht en sprak met president Issoufou. Maandag legde Issoufou op zijn beurt bloemen neer bij de gedenksteen voor de in november omgekomen Franse soldaten.

Het geweld in de westelijke Sahel heeft vorig jaar aan zo’n vijfduizend mensen het leven gekost, het aantal ontheemden liep op naar ruim twee miljoen. Ondertussen winnen duizenden strijders, soms gelieerd aan IS, terrein in de regio. Vaak gaat het om nomaden die zich onderdrukt voelen en lijden onder de gevolgen van klimaatverandering. Religieuze groepen spelen in op die onvrede.

In Mali assisteert VN-vredesmissie MINUSMA zo’n 13.000 blauwhelmen – onder wie tot mei vorig jaar 400 Nederlandse militairen – het Malinese leger. Maar in plaats van grip te krijgen op het geweld, verplaatste het zich in oostelijke richting over de grens met buurland Niger. Volgens officiële cijfers zouden er inmiddels zo’n 3.000 jihadistische strijders actief zijn in de westelijke Sahel.

‘Koloniale invloed behouden’

Mede vanwege dat gebrek aan resultaat groeide in de Sahel-regio de afgelopen maanden de kritiek op de Franse militaire aanwezigheid. Critici menen dat het de oude koloniale macht er vooral om te doen is politieke invloed te behouden. „Frankrijk kan hier niets meer doen. Sinds 2013 hebben we geen enkel concreet resultaat gezien, de situatie is alleen maar slechter geworden”, zei de Malinese politicus Mahamadou Coulibaly maandag. Geërgerd over die kritiek dreigde Macron de Franse troepen helemaal terug te trekken. „Ik kan en wil geen Franse soldaten in de Sahel hebben wanneer sprake is van ambiguïteit onder anti-Franse bewegingen.” Op de top in Pau eiste hij van zijn Afrikaanse collega’s een krachtige herbevestiging van de militaire samenwerking. Met de maandag overeengekomen ‘Sahel Coalitie’ lijkt Macron daarin geslaagd. „Onze prioriteit is Islamitische Staat in de Grote Sahara, omdat deze groep het gevaarlijkst is”, zei Macron. „We hebben geen keus, we hebben resultaten nodig”.