Jonge onderzoekers moeten in bepaalde gevallen worden vrijgesteld van het doen van aanvragen om hun onderzoek te financieren. Ook moeten zij voortaan beter worden begeleid bij het doen van hun onderzoeksaanvragen.
Het zijn afspraken die de Vereniging van Universiteiten (VSNU) en wetenschapsfinancier NWO hebben gemaakt om de hoge werkdruk van wetenschappers te verlichten. „Jonge wetenschappers racen nu van aanvraag naar aanvraag”, zegt VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg. „De bedoeling van ons plan is dat ze daar minder afhankelijk van worden. We willen dat een vaste aanstelling niet alleen maar afhangt van subsidies.”
In een gezamenlijk plan dat deze dinsdag wordt gepresenteerd, spreken VSNU en NWO hun zorg uit over de stand van de Nederlandse wetenschap: „Wat een zeer robuust bouwwerk was, is nu een systeem geworden dat piept en kraakt.”
Dat komt, naast de explosieve groei van het aantal studenten aan universiteiten, vooral door de huidige financiering van universiteiten. Veel, met name jonge, wetenschappers moeten hun eigen geld verdienen om een vaste aanstelling te krijgen en zijn daardoor vrijwel permanent onderzoeksvoorstellen aan het schrijven om subsidies en beurzen binnen te halen.
De slagingskansen zijn gering: van de 6.436 aanvragen die in 2018 bij NWO werden ingediend, zijn er 1.757 toegekend. Bij sommige subsidies is de slagingskans zelfs een op tien.
Het systeem is doorgedraaid, zegt NWO-voorzitter Stan Gielen. „Onderzoekers dienen uit wanhoop de ene aanvraag na de ander in. Dat kost hun veel tijd, maar ons ook. Een NWO-beurs is een míddel, geen doel op zich. Maar dat is het de afgelopen jaren wel geworden.”
Wetenschappers kunnen hun tijd beter besteden aan het geven van onderwijs of het doen van onderzoek, vinden VSNU en NWO.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/11/web-1411binhoogleraar1jpg.jpg)
Om jonge onderzoekers beter te helpen bij het doen van hun onderzoeksaanvragen, hebben de universiteiten afgesproken dat er extra begeleiders worden aangesteld die adviseren bij het indienen van aanvragen. „Universiteiten zijn vrij om het naar eigen inzicht in te vullen”, zegt Duisenberg, „maar ze willen allemaal dat de voorstellen die naar NWO gaan beter voldragen zijn.”
Geen NWO’tje spelen
Dat betekent niet „dat universiteiten NWO’tje moeten gaan spelen”, stelt Gielen. „Wél dat ze in een eerder stadium kritischer toetsen of een onderzoeksvoorstel kans van slagen heeft. De situatie is nu nog te vaak dat universiteiten tegen hun onderzoekers zeggen: dien die voorstellen maar in, dan leer je het proces kennen. Daar willen we vanaf.”
NWO, die jaarlijks bijna een miljard euro verdeelt onder wetenschappers, wil bovendien waar mogelijk de strakke deadlines op het indienen van onderzoeksvoorstellen afschaffen en een systeem van ‘doorlopend indienen’ invoeren. Dat voorkomt, zegt Duisenberg, dat onderzoekers „moeten rennen om het hekje te halen en voortdurend bezig zijn met korte sprints”.
De maatregelen van VSNU en NWO passen in een breder plan van de universiteiten en NWO om hun personeel anders te waarderen en te belonen door minder nadruk te leggen op het aantal wetenschappelijke publicaties en meer oog te hebben voor andere kwaliteiten, zoals het geven van onderwijs.
Daarnaast vragen universiteiten en hogescholen al langere tijd om structureel meer geld om de scheefgegroeide verhoudingen te compenseren: de studentenaantallen zijn de afgelopen decennia gegroeid, terwijl het budget per student is gedaald.
Minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, D66) zei in december in een interview met NRC dat er een miljard extra nodig is om de werkdruk in het hoger onderwijs te verlichten. Het is nog niet duidelijk of dat geld er daadwerkelijk komt.