Uit het azc in Oisterwijk verdwenen 177 kinderen

Mensenhandel In tien jaar tijd verdwenen 2.500 kinderen uit asielzoekerscentra. Er is weinig tegen te doen.

AZC in de wijk Beverwaard in Rotterdam Zuid.
AZC in de wijk Beverwaard in Rotterdam Zuid. Foto Paulien van de Loo/Hollandse Hoogte

Een stuk of tien Eritrese meisjes tellen hardop in het Nederlands tot dertig. De tieners lachen vrolijk om Baba (17) uit Gambia die het net niet bijhoudt. Baba wil Nederlands leren om de mensen te verstaan, zegt hij. Mohammed (17) zit onderuitgezakt in zijn bank. Hij komt uit Marokko.

Mohammed maakt weinig kans op een verblijfsvergunning, de Eritrese meisjes mogen waarschijnlijk wel in Nederland blijven. Maar wie als nieuwkomer in het asielzoekerscentrum in het Brabantse Oisterwijk verblijft, is niet zeker over zijn toekomst, zegt Nadia Magdache. Zij is medewerker bijzondere opvang, mentor van minderjarige asielzoekers.

Lees ook Dolende jongens

Het asielzoekerscentrum oogt als een huisjespark, maar is een snelkookpan. Maximaal vijftig alleenstaande, minderjarige asielzoekers die nét in Nederland zijn, worden hier opgevangen. Ouders en land verlaten, een lange reis achter de rug. Allemaal verschillende nationaliteiten.

Begeleiders zijn 24 uur aanwezig, zeven dagen per week, zegt Magdache. „Dat is nodig, want kinderen staan nog in de overlevingsmodus als ze hier komen.” Die gemoedstoestand kan zich op allerlei manieren manifesteren, zegt Magdache. Ze ziet agressief én teruggetrokken gedrag, een verward dag- en nachtritme, nachtmerries en apathie. Tegelijkertijd is ze vaak onder de indruk van hun veerkracht.

De jongeren wonen in sobere ‘units’ met vier slaapkamers en een gezamenlijk keukentje, in houten gebouwen van twee woonlagen. De slaapkamer delen ze met een leeftijdgenoot. „Als het kan, plaatsen we twee mensen uit hetzelfde land op één slaapkamer, zegt Magdache. „Het is prettig als je je eigen taal kunt spreken.” Maar verder woont alles door elkaar. „Ze moeten leren samen leven en bovendien stimuleert dat het Nederlands.”

Natuurlijk gaat dat wel eens mis, zegt Magdache. „Er zijn ruzies over van alles: een pan die niet is afgewassen, een vieze wc. Als het echt niet lukt, dan proberen we het in een andere unit. Maar we hadden ook appartementen met acht nationaliteiten en daar liep het perfect.”

Wachten op de procedure

De jongeren blijven in Oisterwijk tot hun procedure begint. De bedoeling is dat dit binnen zeven weken gebeurt, in praktijk is dat langer, soms tot een jaar. De Immigratie- en Naturalisatiedienst kampt met achterstanden waardoor de wachttijden zijn opgelopen. Magdache: „ De onzekerheid vreet aan de jongeren.”

Het asielzoekerscentrum Oisterwijk is geen gevangenis. Soms zijn kinderen opeens verdwenen, zegt Magdache. Uit cijfers die NRC opvroeg, bleek dat hier de afgelopen tien jaar 177 keer een kind wegliep, het hoogste aantal na het azc in Ter Apel. De afgelopen tien jaar verdwenen in totaal 2.500 kinderen uit Nederlandse asielzoekerscentra, bijna 12.000 vroegen in die periode asiel aan.

Medewerkers van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) kunnen weinig tegen verdwijningen doen, zeggen ze. Een enkele keer zien ze een man rondhangen buiten het hek. Maar rondhangen is niet verboden. Van verdachte auto’s noteren ze het kenteken om door te geven aan de politie.

Lees ook: Zorgen om verdwijnen van minderjarige asielzoekers

Magdache: „Een deel reist mogelijk naar familie elders in Nederland of Europa, maar het is ook mogelijk dat kinderen worden opgehaald door een mensenhandelaar.”

Sinds de jaren negentig zijn netwerken van mensenhandel in Nederland bekend. In die periode verdwenen veel Nigeriaanse meisjes uit de Nederlandse opvang (ondermeer uit Oisterwijk), ze kwamen vaak terecht in de prostitutie in Nederland en België, later in Spanje en Italië. Hun reis naar Europa werd betaald door anderen. In hun thuisland legden de meisjes een eed af dat ze de reis terugbetaalden door ervoor te werken. Als ze hun belofte niet nakwamen, werd hun familie thuis bedreigd.

Registratie op Schiphol

In 2006, nadat duidelijk was geworden hoe structureel het probleem was, werden maatregelen genomen. Meisjes werden direct bij aankomst op Schiphol geregistreerd en beter in de gaten gehouden. Er kwam beschermde opvang op geheime plekken met intensieve begeleiding, zodat ze minder makkelijk ongezien konden verdwijnen. Het duurde een aantal jaar, waarin intensief werd samengewerkt met de Nigeriaanse politie, voordat de meisjesexport onder controle was. Tegenwoordig worden Magdache en haar collega’s getraind op het herkennen van signalen van eventueel geronselde kinderen, zoals teruggetrokken gedrag, nieuwe kleding, een dure telefoon.

Politie en marechaussee zijn alerter geworden op mensenhandel. Maar Nederland blijkt nog steeds een land met een goede infrastructuur en open opvangcentra waaruit de jongeren makkelijk opgepikt kunnen worden. Er verdwijnen Vietnamese meisjes én jongens. Jongeren uit India. Recentelijk bleek dat er kinderen uit Marokko, Algerije, Afghanistan, Syrië en Eritrea verdwijnen.

De COA-medewerkers in Oisterwijk hebben niet alleen te maken met verdwijningen. Ze zien ook kinderen in gezelschap van vermoedelijk dealende mannen op het parkeerterrein voor het azc. Er zijn verschillende meldingen van Marokkaanse minderjarige bewoners die stelen in opdracht. Wie de eventuele opdrachtgevers zijn, wordt niet duidelijk. Ook zijn er enkele steekpartijen. Dieptepunt: de verkrachting van een vijftienjarig Eritrees meisje in de zomer van 2018, al trok zij de aangifte later in.

Er zullen altijd mensen zijn die gebruik maken van de kwetsbaarheid van een ander, zegt Kees Wezenberg, adjunct-unitmanager in Zeeland en West-Brabant. Het kinder-azc Oisterwijk valt onder zijn verantwoordelijkheid. Kijk vooral naar wat er wél goed gaat, is de boodschap van Wezenberg. „Met de meesten gaat het naar omstandigheden goed.”

Minder gepamperd leven

Wezenberg ziet in zijn azc vooral pubers met toekomstdromen en onzekerheden. „Als onze kinderen wat doen, valt het extra op. Als een vijftienjarige op het Koning Willem I College in Den Bosch een pakje sigaretten pikt, hoor je er nooit iets over.”

De kinderen in het azc torsen een hoop extra bagage mee, zegt hij. Ze hebben een minder gepamperd leven achter de rug hebben dan de Nederlandse kinderen. Een veertienjarige uit Afghanistan was misschien al gezinshoofd, een zestienjarige Eritrese heeft mogelijk al een kind. In Nederland is alles nieuw voor ze, en missen ze hun ouders en thuisland. Ook voelen ze de grote verwachtingen vanuit dat zelfde thuisland.

Wezenberg: „Er zijn ouders die hun kind als een satelliet vooruit sturen. Soms heeft de hele familie geld voor de reis ingezameld. Ze móeten hier een verblijfsvergunning krijgen en slagen. Dat zorgt voor een enorme druk.”