Het Nederlands Philharmonisch Orkest opent 2020 met een concert om je romantisch Russische vingers bij af te likken. De stomende Capriccio espagnol van Nikolaj Rimski-Korsakov en Pjotr Iljitsj Tsjaikovski’s romantische Romeo en Julia gaan vooraf aan Sergej Rachmaninovs monumentale 3e Pianoconcert.
De levendige Spaanse thema’s blijken een prima amuse. Het orkest speelt de opening krachtig, waardoor je je direct in een Spaans nieuwjaarsconcert waant. Een zalvende althobo doet direct daarna een flinke schep bovenop de verwachtingen. Het orkest speelt soepel en contrastrijk, en gaat van kleine solistische thema’s naadloos over in vurige orkestrale dansen. De stijl van de Russische dirigent Valentin Uryupin helpt visueel een handje mee. Met Kerst nog vers in het achterhoofd doet zijn mimiek komisch sterk denken aan de onsterfelijke scène van Mr.Bean, die ‘per ongeluk’ een dirigeerstokje in handen krijgt. Uryupins gelijkaardige bewegingen zijn een lust om naar te kijken én maken zijn bedoelingen duidelijk tot achter in de zaal. Laat duidelijk zijn: in tegenstelling tot Mr. Bean won Uryupin er in 2017 het Solti dirigentenconcours mee. Zijn mimiek is geen publieksgerichte show; het heeft een hoorbaar effect in het orkest. Speelt dat vanzelf goed, dan geeft hij even makkelijk ruimte door zowat stil te staan.
Bij Romeo en Julia gaat het mis. Zo levendig als het NedPhO de Spaanse capriccio speelt, zo plat maakt het de romantische Tsjaikovski. Met name de houtblazers spelen lomp, en al aan het begin overstemmen de hoorns de mooie introductienoten van de fluit. Het vuur brandt pas in de herhaling van het eerste thema, maar het is te laat en te kort. Eerst moeten we nog eens door de hoekige begeleiding van de houtblazers, die dezelfde smoorverliefde fluit in het bekende liefdesthema wel lijken uit te lachen. Pas als eindelijk hét moment van de koperblazers aanbreekt, kan de rest niet anders dan volgen en bloeit het geheel nog iets op.
Minnaar speelt ‘Auf dem Wasser zu singen’ van Schubert:
Maar, Rimski-Korsakov en Tsjaikovski zijn in dit concert ‘slechts’ inleiding. Het Concertgebouw was vrijdag tot de laatste stoel uitverkocht voor het gedeelte na de pauze: het 3e pianoconcert van Rachmaninov, gespeeld door Hannes Minnaar.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/12/data39583220-4040f9.jpg)
De ‘Rach 3’ is misschien wel het moeilijkste pianoconcert allertijden. Het vraagt uiterste snelheid, kracht, uithoudingsvermogen en Rachmaninov-melancholisch inlevingsvermogen. Geen punt voor Minnaar. Hij toont Rach 3 op zijn liefst, zachtst en vederlichtst. Pianopartij en orkest slepen elkaar normaalgesproken al snel beurtelings in contrastrijke kleuren mee, maar Minnaar speelt lang vriendelijk en bijna bescheiden. Het duurt even voor het orkest die sfeer te pakken heeft, maar steeds beter weet het zich aan te passen. Het resultaat is, wie hield dat voor mogelijk, zowaar zomers.
Rachmaninov laat de pianist in het eerste deel kiezen tussen twee solo’s. Minnaar kiest de zwaardere, maar damt die in tot zijn kleinst mogelijk vorm. De spanning zit eens niet in een zo luid mogelijk volume, maar in een voor de Rachmaninov-liefhebber hemeltergend trage opbouw. De ontlading, die uiteindelijk wel degelijk komt, is des te groter. Vanaf daar kan er eigenlijk niets meer misgaan. Ook de houtblazers, die in het begin nog even oude gewoontes herhaalden, neemt Minnaar mee.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data43444648-60994c.jpg)
Moet dit een nieuwe standaard worden in het spelen van Rach 3? Nee. Minnaar presteert het zelfs om de sfeer van het tweede deel, al zijn de noten op, mee te nemen in het derde. Terwijl die twee nou juist zo lekker contrasteren. Wie grote contrasten in Rachmaninov eist, zal deze uitvoering wat duffig vinden. Dynamische verschillen zijn kleiner, waardoor de latere solo’s een minder verstillend effect hebben, en het einde is minder smekend. Maar, stevige uitvoeringen zijn er al zoveel.
Minnaars Rach 3 is romantisch als het liefdesthema van Romeo en Julia. Hij houdt het monument verfrissend tegen het licht. Waar je jezelf meestal al in een paar minuten hebt verloren in de meeslepende melancholie, geeft Minnaar je de kans om daadwerkelijk te horen hoe goedgeplaatst elke nootje van Rachmaninov is.