AIVD blokkeert terugkeer tientallen Nederlandse piloten

Luchtvaart Tientallen Nederlandse piloten die in het buitenland werken, kunnen niet voor een Nederlandse luchtvaartmaatschappij vliegen, omdat ze geen verklaring van geen bezwaar krijgen: „Ik ben aangenomen, maar dat gaat dus niet door.”

Vanwege hun gevoelige functie moeten alle Nederlandse piloten gescreend worden. Soms lukt dat niet.
Vanwege hun gevoelige functie moeten alle Nederlandse piloten gescreend worden. Soms lukt dat niet. Foto’s Bloomberg

Hij is al aangenomen bij een Nederlandse maatschappij, vloog duizenden uren als piloot, maar een Nederlands vliegtuig besturen mag Paul Habets (30) niet. De reden: als gevolg van een strenge veiligheidsscreening mogen piloten die in het buitenland hebben gewerkt niet zomaar aan het werk in Nederland. „Ik ben al aangenomen maar de AIVD ziet mij als gevaar voor de nationale veiligheid”, vertelt Habets door de telefoon vanuit Antalya in Turkije waar hij woont en al ruim negen jaar werkt voor luchtvaartmaatschappij SunExpress. Hij krijgt geen zogeheten verklaring van geen bezwaar (VGB).

Habets wil terug omdat hij wil dat zijn zoontje van twee in Nederland naar school gaat. „Ik heb nooit iets misdaan en omdat de AIVD niet meewerkt, kan ik niet terug naar Nederland.”

Sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten zijn de controles door de AIVD aangescherpt. Piloten die in het buitenland hebben gewerkt, moeten een screening ondergaan als ze weer in Nederland willen werken omdat ze op kwetsbare plekken op luchthavens komen. Daarvoor vraagt de Nederlandse veiligheidsdienst informatie op bij collega-diensten in het buitenland.

Het probleem is: dit kan niet als de piloot heeft gewerkt in een land waarmee de AIVD niet samenwerkt. En dat gebeurt niet, aldus de AIVD, bij een „ondemocratische inbedding” van die inlichtingendienst, schending van mensenrechten, gebrekkige kwaliteit van verstrekte gegevens of bij twijfels over de omgang met persoonlijke gegevens. In die gevallen kunnen piloten niet gescreend worden – en dus niet in Nederland aan het werk.

Studieschuld en vlieguren

De luchtvaartsector zat in moeilijkheden tijdens en na de economische crisis van 2008. In 2012 was ongeveer een op de zes Nederlandse piloten werkloos. En dat met een studieschuld van gemiddeld 150.000 euro. Om te kunnen beginnen met terugbetalen, vlieguren te maken voor het behoud van hun licentie en ervaring op te doen, gingen naar schatting honderden Nederlandse piloten in het buitenland aan de slag.

Lees hier over de verdwijning van de ‘werkloze’ piloot

Nu zijn er weer vacatures bij alle Nederlandse luchtvaartmaatschappijen. Maar veel ervaren piloten kunnen die banen niet bekleden omdat ze geen VGB krijgen. „Dat is raar. Als de piloten voor een buitenlandse maatschappij naar Schiphol vliegen, komen ze ook op kwetsbare plekken op de luchthaven en is er niets aan de hand”, zegt Willem Schmid, voorzitter van de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (VNV). Bij de VNV, waarvan meer dan 90 procent van de verkeersvliegers in Nederland lid is, hebben zich 29 mensen gemeld die terug willen, maar niet kunnen. „Dit is het topje van de ijsberg omdat piloten in het buitenland veelal niet aangesloten zijn bij de Nederlandse vakbond”, zegt Schmid.

„Mochten de piloten tóch de stap zetten om zonder VGB terug te komen, verliezen ze na een jaar hun vlieglicentie door het gebrek aan vlieguren”, vertelt Mark Gerritsen, hoofd opleiding van de KLM Flight Academy, de grootste vliegschool van Nederland. Het is volgens Gerritsen moeilijk om bekwaamheden op peil te houden als de benodigde vlieguren niet gehaald worden. Een bevoegdheid als piloot is één jaar geldig op basis van een jaarlijks examen. „Als je tussentijds gevlogen hebt, is de kans een stuk groter dat je het examen haalt”, beargumenteert Gerritsen.

Om deze reden heeft een Nederlandse pilote (32) van een grote vliegtuigmaatschappij in het Midden-Oosten, die anoniem moet blijven, besloten niet terug te komen. „Ik wil koste wat kost mijn licentie behouden”, vertelt ze. De pilote, die al ruim zeven jaar in het Midden-Oosten werkt, wilde gaan vliegen voor de KLM. „Ik was aangenomen en we hadden een huis gekocht”, maar ze kreeg geen VGB omdat haar verblijfsland geen samenwerking heeft met de AIVD. De reden is te lezen in de correspondentie tussen de pilote en de AIVD waar NRC inzage in had. De dienst stelt „keuzes” te moeten maken gezien de „beschikbare middelen”. „Ik ben dus gedwongen om te wachten totdat de AIVD de ‘benodigde middelen’ wel heeft”, zegt ze.

Grondwet

Volgens Klara Boonstra, hoogleraar internationaal arbeidsrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, handelt de overheid „in strijd met de Grondwet”. Hierin wordt het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid erkend. Nu legt de overheid een arbeidsverbod op. Volgens Boonstra weegt voor de staat de nationale veiligheid in dit geval zwaarder dan de vrije arbeidskeuze. Dan moet er voldoende onderzoek gedaan worden naar de achtergrond van de piloten. Dat gebeurt nu niet, meent Boonstra.

Om de piloten tegemoet te komen veranderde de AIVD vorig jaar haar regels. Voorheen kon iedere piloot die langer dan drie maanden verbleef in een land waarmee de AIVD niet samenwerkt, niet gescreend worden. Deze grens is verhoogd naar vier jaar: over die periode moeten de piloten zelf foto’s, verblijfsgegevens, bewijs van goed gedrag en vliegroosters aanleveren die de AIVD natrekt. Piloten die langer dan vier jaar voor een buitenlandse luchtvaartmaatschappij hebben gewerkt, vallen alsnog buiten de boot. „We begrijpen de persoonlijke moeilijkheden die daardoor ontstaan”, zegt een woordvoerder van de AIVD, „maar de nationale veiligheid gaat altijd voor”.

Boonstra vindt dat deze versoepelde regelgeving niet voldoet. „Als de piloot drie jaar en elf maanden in het buitenland zit is er niets aan de hand, en als de piloot er een maand langer zit, mag hij opeens niet meer aan het werk. Die grens is veel te arbitrair.” Boonstra vindt dat de AIVD een persoonlijker onderzoek zou moeten uitvoeren. „Ze moet voldoende onderzoek doen naar élke Nederlandse piloot, ook als die in een land werkt waar dit moeizamer verloopt.”