Het ingebeelde land uit de titel van de Singaporese neo-noir thriller A Land Imagined heeft vele verschijningsvormen. Het manifesteert zich bijvoorbeeld als een schaduwland, in het hoofd van rechercheur Lok, een bijna gepensioneerde politieman met slaapproblemen die de grens tussen droom een werkelijkheid niet meer helder ziet. Hij is op zoek naar een verdwenen illegale immigrant, voor wie dat land ergens achter de horizon van de hoop op werk en een betere toekomst gloorde. En het slaat ook op Singapore zelf dat, zoals een van de hoofdpersonen halverwege de film zegt, bestaat uit zand uit Maleisië, Cambodja, Indonesië en Vietnam.
De tweede film van regisseur Yeo Siew Hua is een gekke mix van het politiegenre en een sociaal-realistisch drama, zoals de beste genrefilms altijd hun grenzen opzoeken en de ambitie hebben om veel meer te vertellen (of te onthullen) dan hun verhaal alleen.
Het is allemaal visueel overdonderend, met z’n diepe, verzadigde 24-uurs cybercafé-neonkleuren en daartegenover strakke composities van verblindend witte steengroeves waar illegale arbeiders uit heel Azië worden uitgebuit. Industrieel en surreëel tegelijkertijd. Soms wordt het iets te veel een Nowness-video, en Lok fungeert soms als de wereldvreemde spreekbuis voor de agenda van de regisseur. Alsof een gelouterde agent nog nooit buiten de stadsgrenzen is geweest en de Verelendung in zijn eigen land niet kent. Maar prettig ambitieus is het allemaal wel.