Vlak voor dit interviewde bladerde ze nog door een paar oude dagboeken. „Ik moest hardop om mezelf lachen, zo druk als ik me destijds over sommige dingen maakte”, vertelt theatermaker Pauline ten Böhmer (34) uit Den Haag. Sinds haar twaalfde heeft ze een dagboek, maar pas vanaf haar achttiende begon ze intensief te schrijven.
Het was in de tijd dat haar moeder kanker kreeg en overleed. „Schrijven bracht troost. Ook was het een geruststellende gedachte dat ik niks zou vergeten. Ik heb zelfs met mijn dagboek naast haar gezeten toen ze lag opgebaard.”
Nog steeds schrijft ze elke dag iets op. „Ik zie mijn dagboek als een soort quality time met mezelf. Het geeft me de kans om mijn diepste gevoelens te ontdekken en te accepteren.”
Een traditioneel dagboek lijkt gedateerd, tegenwoordig hebben we sociale media om van alles te registeren en ons te uiten. Mensen gebruiken Instagram als een soort fotodagboek – met zorgvuldig opgepoetste beelden. En zetten vrolijke persoonlijke nieuwtjes op Facebook. Op YouTube delen sommige vloggers zelfs hun complete dagelijks leven. Door middel van een videodagboek krijgen kijkers te zien wat ze doen, meemaken en voelen. Een loopje naar de supermarkt, een verloving, zwangerschap en zelfs echtscheiding, alles komt voorbij.
Het principe lijkt hetzelfde als een geschreven dagboek: vastleggen wat je bezighoudt. Er is één wezenlijk verschil: een geschreven dagboek is doorgaans voor jezelf, je schrijft het niet voor de openbaarheid. Wat als mensen later terugkijken naar die zorgvuldig geredigeerde blogs en vlogs, en de bewerkte foto’s? Weten ze dan nog wie ze écht waren en wat er écht in hun leven speelde? En wat zullen ze zeggen over deze tijd?
Historisch begrip
Voor historisch begrip zijn dagboeken belangrijk. Zo openbaart het oudst bekende dagboek van Nederland, van 1626 tot 1628 geschreven door schoolmeester David Beck, veel details over het dagelijks leven in die tijd. Zonder het dagboek van Anne Frank hadden we nooit zo’n indringend beeld van onderduiken tijdens de Tweede Wereldoorlog kunnen krijgen. „Het is zeer interessant voor historici om dagboeken te bestuderen”, zegt biograaf Monica Soeting. Samen met Mirjam Nieboer richtte ze in 2009 Stichting het Nederlands dagboekarchief op. Egodocumenten, briefwisselingen en andere persoonlijke schrijfsels worden verzameld, gearchiveerd en toegankelijk gemaakt als onderzoeksmateriaal. „Dagboeken geven het verleden een menselijk gezicht. Er staan details in die op geen andere manier naverteld zouden kunnen worden.”
Die historische dagelijksheid maakt dagboeken essentieel om een tijdsgeest helder in kaart te brengen. Ook voor dagboekschrijvers zelf.
„Wanneer je een dagboek van jezelf terugleest, kan dat een goede check zijn van wat er daadwerkelijk gebeurde en hoe je iets ervaarde”, zegt socioloog Erik van Ingen, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam. „Het geheugen vertekent. Zo zijn mensen geneigd om goede herinneringen mooier te maken, en pijnlijke momenten te verdringen.”
Wat theatermaker Ten Böhmer kan bevestigen. Het dagboek waarin ze zo gedetailleerd over het levenseinde van haar moeder schreef, gaf ze een paar jaar geleden aan haar vader omdat hij zich sommige momenten niet meer kon herinneren. „Dat is het enige dagboek dat ik ooit uit handen heb gegeven. De rest is echt alleen van mij. Het is een fijne wetenschap dat ik altijd terug kan naar bepaalde momenten in mijn leven.”
Lege bladzijden
Een dagboek kan inzichten of antwoorden geven, zegt Van Ingen. Veel mensen gebruiken het om van zich af te schrijven, juist over de pijnlijke onderwerpen die ze moeilijk met de buitenwereld kunnen delen.
Het is voor wetenschappers ook interessant om te kijken naar wat er níét in een dagboek staat, zegt Soeting. Bij diepe rouw laten sommige mensen bladzijden leeg, omdat ze geen woorden kunnen vinden. En bij het onderwerp seksualiteit worden vaak verhullende synoniemen of veelzeggende puntjes gebruikt. „Op sociaal-maatschappelijk gebied kan daar veel uit worden afgeleid. Daarom is het belangrijk dat dagboeken bewaard blijven – en worden geschreven.”
Anno 2019 delen we meer dan ooit met de buitenwereld. We leven bijna publiekelijk. En het blijft niet alleen bij laten weten wat we doen. We willen er ook wat voor terug; likes als applaus en manifestatie, om de wereld te laten zien wie we zijn en waar we voor staan. Dat staat in schril contrast met de symbolische slotjes op dagboeken die onze gedachten geheim moesten houden.
Wat doet al dat online delen met authenticiteit? „Ik geloof niet dat er een ware ik bestaat”, zegt Van Ingen. Het is volgens hem eerder een voortdurende onderhandeling met jezelf en je sociale omgeving. Je past je onbewust altijd aan. Soeting gaat nog een stapje verder: „Authenticiteit bestaat niet.” Want zodra je op een foto gaat, poseer je toch. En bij een dagboek is dat net zo; je schrijft onbewust aan ‘iemand’, zegt Soeting. „Al is het maar aan je latere zelf of je toekomstige kinderen.”
Toch mag je van een handgeschreven dagboek een behoorlijk ongecensureerd beeld verwachten, terwijl sociale media een hoge mate van positieve censuur bevatten. Want hoewel sommige mensen bereid zijn hun ware emoties te tonen, is dat niet wat sociale media zo populair maakt. We willen mooie plaatjes zien. Een droomleven.
Zo laten verschillende studies zien dat mensen toch vooral de leuke momenten delen, net zoals de meeste foto’s worden bewerkt, zegt Van Ingen. „Zo creëren we een opgepoetst beeld. Waar we zelf in gaan geloven.” Weten we later dan nog wat er écht speelde in ons leven? „Dat is een vraag die vooralsnog onbeantwoord blijft”, zegt Van Ingen. Sociale media bestaan nog niet zo lang.
Vlogs van nu het dagboek van de toekomst?
Soeting zegt: „Ik denk dat de vlogs van nu voor toekomstige wetenschappers net zo interessant zijn als de dagboeken uit de achttiende eeuw.” Het laat zien hoe mensen nu over bepaalde dingen denken en hoe we met elkaar omgaan. „Daaronder valt ook de drang om een zo positief mogelijk beeld neer te zetten. Dat zegt veel over deze tijd.”
Die positiviteitsdrang kan overigens negatieve effecten hebben. Het mooier maken van foto’s van leuke momenten kan leiden tot zelfoverschatting of ‘self-serving bias’, zegt Van Ingen. „Daarbij schrijven mensen succes aan zichzelf toe en bij falen leggen ze de schuld bij anderen. Kritiek wordt afgeweerd, er is geen sprake van zelfonderzoek.” Een dergelijke levenshouding kan veel impact hebben op je leven, want je stelt jezelf boven een ander en dat maakt bijvoorbeeld relaties moeilijk omdat er ongelijkwaardigheid kan ontstaan.
Maar het gebruik van sociale media kan nog veel meer gevolgen hebben. Zo blijkt uit een studie van de Universiteit van Missouri dat gebruik van Facebook gevoelens van jaloezie en depressie kunnen veroorzaken omdat je een ideaalbeeld krijgt voorgeschoteld. Ook angst, slaapproblemen en onzekerheid over het eigen lichaam komen veel voor.
Ook op mindere dagen voor de camera
Hoe denken vloggers zelf over hun digitale dagboeken? Is het een échte weergave van hun leven? Willemijn van Lochem (29) vindt van wel. Ze runt samen met vriendin Martine Heemskerk (30) een YouTube-kanaal, waar ruim 56.000 abonnees naar kijken. Ze filmen zonder gêne hun dagelijkse beslommeringen - zoals kinderen die niet willen slapen en andere opvoedkundige kwesties. „Wij willen graag een tegengeluid geven bij alle glamour en ideaalplaatjes, om te laten zien dat het echte leven niet perfect is”, zegt Van Lochem. Daarom komt ook op mindere dagen de camera tevoorschijn, zoals nu – ze ligt ziek op de bank. „Onze video’s zijn intiem en echt. Niks is gespeeld.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/04/2204web-cul-vlogger-1.jpg)
Maar, beaamt Van Lochem ook, de video’s geven een beperkte indruk van de werkelijkheid. „Er zijn natuurlijk grenzen”, zegt ze. Sterker nog: „Er is meer wat we níét delen.” Problemen binnen de familie of ruzies, die wil ze niet vastleggen. Ook de kinderen komen zo min mogelijk met hun gezicht in beeld, tot ze oud genoeg zijn om zelf de keuze te maken of ze dat wel of niet willen. „De vlogs zijn dus eigenlijk maar een oppervlakkige indruk van ons leven.”
Voorheen hield ze ook een blog bij van haar dagelijks leven. Maar daar is ze mee gestopt. „Op papier ben ik veel opener dan op video. Dan schrijf ik op wat zich in mijn hoofd afspeelt, iets wat je op een vlog niet te zien krijgt.” Maar dat ging dus te ver. „Dat stukje privacy wil ik voor mezelf en mijn gezin houden.”
De videodagboeken geven dus toch vaak maar een gedeelte van de werkelijkheid weer. Des te meer reden om tóch alles op te schrijven; voor je zelf, „het lucht op”, zegt Van Ingen. „En het geeft inzicht. Voor jezelf én de wetenschap.”