Necrologie

Intelligent en karaktervol zanger van het Duitse lied en Bachs Passionen

Peter Schreier 1935-2019 De Duitse tenor Peter Schreier excelleerde vooral als intelligent liedzanger en bewogen evangelist in de passies van Bach.

Lied- en operazanger en dirigent Peter Schreier in 2013
Lied- en operazanger en dirigent Peter Schreier in 2013 Foto Hendrik Schmidt / AP

Karaktervol en intelligent, lyrisch, wendbaar en kernachtig: de Duitse opera- en liedzanger Peter Schreier was het allemaal en die combinatie van eigenschappen maakte hem tot de belangrijkste Duitse concerttenor van zijn generatie. Schreier, al lange tijd ziek, overleed woensdag, op Eerste Kerstdag, in zijn geliefde woonplaats Dresden. Hij werd 84 jaar.

Peter Schreier begon zijn zangcarrière als ook solistisch optredende jongensalt in het wereldberoemde Dresdner Kreuzchor en studeerde aansluitend zang en directie.

Op zijn twintigste zong hij voor het eerst de evangelist in Bachs Matthäus-Passion: een rol die hij lang met veel succes zou herhalen. Schreier zong vertellend, dramatisch, met veel opwindende retorische versnellingen zoals op drie plaatopnamen valt terug te beluisteren. Ook aan opnames van cantates van Bach droeg hij pareltjes bij, zoals de aria Ich will leiden, ich will schweigen uit BWV 87.

Breed spectrum aan rollen

Schreier was breed actief. In 1961 trad hij toe tot het ensemble van de Staatsoper in Berlijn, waar hij de kans greep een breed spectrum aan rollen (van Mozart en Wagner tot Rossini en Frans en Russisch repertoire) rustig en grondig te mogen instuderen.

Schreier was een van de weinige zangers uit de DDR die al kort na de bouw van de Muur toch in het Westen mochten optreden, ook internationaal. En toch is het begrijpelijk dat zijn faam in de Duitstalige wereld het grootst was. Schreier bezat geen zoetgevooisd tenorgeluid à la Fritz Wunderlich, maar excelleerde veeleer in tekstuele expressiviteit en vocale kernachtigheid. Een rol als die van Loge in Wagners Das Rheingold was hem op het lijf geschreven.

Als liedzanger realiseerde Schreier talrijke geweldige opnamen. Prachtig en zeldzaam evocatief is bijvoorbeeld zijn opname van Schumanns Dichterliebe; vol kwetsbaarheid, maar ook excellerend door de messcherpe dictie en de met fijn penseel geschilderde tekstinterpretaties: soms effectief in één zin verschietend van weemoed naar woede.

Ook als dirigent was hij in de jaren zeventig actief, wat leidde tot gastoptredens bij belangrijke orkesten als de Wiener Philharmoniker en de New York Philharmonic als ook het Residentie Orkest.

Op zijn 65ste ging Schreier als zanger met pensioen, als dirigent en uiteindelijk als docent bleef hij nog tot op zeer hoge leeftijd actief.