Toen de televisie in Nederland een volwassen medium werd, in de jaren zeventig, stond Hans Keller in de voorste linie. Als maker van vele tientallen documentaires, vooral voor de VPRO, gaf hij die omroep een eigen gezicht dat door de jaren heen goeddeels behouden is gebleven. Hoe groot zijn invloed was, blijkt tot op de dag van vandaag. Onder zijn leiding begon in 2004 het nog altijd bestaande zondagavondprogramma Tegenlicht, waarin zijn stijl, met die typische mengeling van grote verhalen en veelzeggende details, nog steeds herkenbaar is.
Hans Keller, de documentairemaker par excellence, is op 19 december overleden. Hij was 82 jaar. In een overlijdensadvertentie noemt de VPRO hem „niet alleen filmer, maar vooral chroniqueur van een tijdperk.”
Keller wilde journalist worden. „De journalistiek was een droom voor iedereen die de wereld in wilde,” zei hij. Op zijn twintigste, in 1957, begon hij als leerling-journalist bij De Volkskrant, waar hij al snel bij de kunstredactie kwam en tv-recensies ging schrijven. Samen met zijn collega’s Han G. Hoekstra (Het Parool) en H. Schaafsma (NRC) richtte hij in 1961 de Nipkowschijf op – de persprijs voor tv-makers waarmee de drie recensenten het maken van kwaliteitsvolle televisie wilden stimuleren. Een jaar na de eerste Nipkow-uitreiking maakte Keller zelf de overstap naar de televisie.
Biij de AVRO begon hij in 1962 met de serie Literaire ontmoetingen waarin grote schrijvers uit die tijd werden geportretteerd. Na twee jaar en vijftien afleveringen kwam daaraan een eind, omdat de AVRO de passage „heel Europa zoop en naaide” uit een gedicht van Remco Campert te scabreus vond om uit te zenden. Daarna werkte Keller een paar jaar voor de KRO.
In 1969 maakte hij zijn entree bij de VPRO, waar hij een belangrijke rol ging spelen bij de ontwikkeling van een nieuwe documentaire traditie. Vorm en inhoud vormden in zijn werk een ondeelbaar geheel. De eerste mijlpaal werd het maandelijkse programma Het gat van Nederland, een compilatie van reportages en mini-documentaires waarin de makers trachtten de toenmalige tijdgeest te vangen. Kees van Kooten en Wim de Bie, die als vast intermezzo optraden, introduceerden in die context de reportage-stijl die ze sindsdien bleven hantreren. Het gat van Nederland leverde Keller in 1973 een Nipkowschijf op. Het programma werd nadien gevolgd door soortgelijke rubrieken als Machiavelli (over het buitenland) en Berichten uit de samenleving.
Opvallend en baanbrekend was ook het drie uur durende programma Vastberaden, maar soepel en met mate (1974), waarin hij samen met H.J.A. Hofland en Hans Verhagen liet zien dat er in de jaren 1938-1948 veel meer sprake was van continuïteit dan menigeen destijds meende.
Televisiegeschiedenis
Het waren gouden jaren, waarin de tv-makers een grote vrijheid genoten. Keller maakte daarvan gretig gebruik en bouwde mee aan een oeuvre dat televisiegeschiedenis heeft gemaakt. Zijn documentaires gingen steeds vaker over de schrijvers die hij bewonderde – de dichters die de Vijftigers waren, en internationale helden als Joseph Roth, Günter Grass, Cesare Pavese, Heinrich Böll en vele anderen. Maar ook maakte hij programma’s over films die hem in zijn jongensjaren fascineerden. Met zijn documentaire over de legendarische film Casablanca als een van de hoogtepunten.
Een misstap was zijn benoeming tot directeur van de Rotterdamse Kunststichting, waar hij al na een jaar ontslag nam. De omgang met culturele ambtenaren viel hem veel zwaarder dan hij had gedacht. Al na een jaar keerde hij terug naar de televisie.
Een van de latere hoogtepunten was Kellers in 1998 begonnen rubriek Dode dichters almanak, een mini-programmaatje aan het eind van elke uitzendavond van de VPRO, waarin hij inmiddels overleden dichters liet zien die ooit voor een camera een gedicht van eigen hand hadden voorgelezen. „Geen gedoe met vallende blaadjes of stormen in een woestijn,” zoals hij het zelf omschreef. „Je ziet gewoon een dichter die leest.” Het was bedoeld voor één seizoen, maar bleef tot 2014 bestaan. Toen werd het om financiële redenen door een zendermanager geschrapt. Want bij de televisie heerste intussen een volkomen ander regime.
Hans Keller maakte, hoe dan ook, televisie op zijn best.
Correctie (30 december 2019): In een eerdere versie van deze necrologie stond dat het programma Vastberaden, maar soepel en met mate in 1977 uitkwam, maar dat moet 1974 zijn. Dat is hierboven aangepast.