Sommige politici hebben weinig woorden nodig om hun punt te maken. Voor PVV-Kamerlid Gabriëlle Popken waren dat er in heel 2019 niet meer dan drie – in zowel de plenaire debatten in de Tweede Kamer als in commissievergaderingen. Ze sprak ze uit in april van dit jaar: „Steun voor beide.” Daarmee steunde ze het verzoek van een ander Kamerlid om een Kamerbrief en een debat met de minister van Defensie. De Kamercommissie Defensie, waar Popken lid van is, kwam dit jaar 24 keer samen. De PVV’er stemde wel mee en ze stelde ook schriftelijke Kamervragen. Op meerdere verzoeken van NRC om een reactie, reageerde ze niet.
NRC onderzocht de inbreng van Kamerleden tijdens debatten in 2019. We telden het aantal woorden en het aantal debatten waarin Kamerleden aan het woord waren.
De minst verbale Kamerleden zijn met name VVD’ers en PVV’ers, niet toevallig de twee grootste partijen in het parlement. Kamerleden van partijen met veel zetels hebben over het algemeen kleinere, opgeknipte portefeuilles. Kamerleden zijn dan afhankelijk van hoe vaak de onderwerpen in hun portefeuille actueel zijn. Neem Bas van ’t Wout (VVD), na Popken het minst actief in de debatten. Hij heeft enkel het Koninklijk Huis in zijn portefeuille, maar is daarnaast druk als vice-fractievoorzitter. „Met een fractie van 32 mensen en met vier coalitiepartners is er altijd wat”, zegt hij.
Lenny Geluk-Poortvliet (CDA) voert het woord over onder meer de Wet maatschappelijke ondersteuning, die hulp aan ouderen en mensen met een chronische ziekte regelt. Die kwam het afgelopen jaar niet zo vaak aan bod. Maar, zo stelt ze, het werk houdt niet op na debatten: „Kamerleden moeten blijven monitoren hoe goed de wet werkt. Ik heb veel contact met de doelgroep en gemeenten, die de wet uitvoeren: hebben zij genoeg informatie en zijn er problemen?”
Theo Hiddema van Forum voor Democratie kwam het afgelopen jaar ook weinig aan het woord: zijn inbreng beperkte zich tot zeventien debatten en zo’n 35.000 woorden. „Ik bemoei me alleen met zaken als ik vind dat ik recht van spreken heb”, zegt het Kamerlid desgevraagd. „Om nu de hele dag naar het plafond te staren in een commissiezaaltje of in de plenaire zaal, terwijl wat daar wordt besproken geen rimpeling in de samenleving teweeg brengt… Dan lees ik liever een paar dossiers. Ik weet nu bijvoorbeeld alles van stikstof.” Hiddema voerde het afgelopen jaar geen enkele keer het woord in een debat over stikstof.
Volgens Hiddema werkt hij „zich de pleuris”. Hij houdt er naast zijn Kamerlidmaatschap ook nog een advocatenpraktijk op na. Maar, zo stelt Hiddema: „Dat is niet te combineren. De Tweede Kamer vreet al snel drie à vier dagen van mijn tijd weg.” Hiddema bereidt daarom geen rechtszaken meer voor, maar pleit af en toe nog wel in de rechtszaal.
Per dag elf uur debat
Wat opvalt is dat de Kamerleden van de SGP (drie zetels) vaak en veel aan het woord zijn. Niemand die zo vaak het woord nam als de SGP’ers Roelof Bisschop en Chris Stoffer. Het lijstje met Kamerleden met de grootste inbreng in debatten bestaat verder voornamelijk uit fiscaal woordvoerders: Pieter Omtzigt (CDA), Renske Leijten (SP), Henk Nijboer (PvdA) en Steven van Weyenberg (D66) zijn alle vier lid van de Kamercommissie-Financiën. Deze Kamerleden zijn ook actief buiten het debat: Omtzigt is Brexit-rapporteur van de Tweede Kamer, Van Weyenberg is vice-fractievoorzitter van D66 en Nijboer is lid van het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer. Financiën is een veelomvattende portefeuille met relatief veel wetgeving, zegt Van Weyenberg, de nummer vijf op de lijst van Kamerleden die de meeste woorden uitspraken. „De behandeling van het Belastingplan duurt vier dagen: per dag elf uur debat.”
Henk Nijboer sprak zijn 154.109 woorden uit zonder spiekbriefje. Ook bij de Algemene Financiële Beschouwingen, waar zijn spreektijd dit jaar twintig minuten was. „Ik begin in de zomer al na te denken over wat ik wil zeggen, wat voor mij de rode lijn is. Zo ontstaat een verhaal in mijn hoofd.” Uit het hoofd spreken komt overtuigender over, vindt Nijboer. Aan het begin van zijn Kamerlidmaatschap, zeven jaar geleden, las hij zijn tekst nog wel van papier. „In die tijd keek ik vaak mijn eigen debatten terug om ervan te leren. Dan zag ik dat ik in de tweede termijn veel beter overkwam.” In de tweede termijn reageren Kamerleden op de antwoorden van de bewindspersoon, dan is er geen tijd om uitgebreid een spreektekst voor te bereiden. „Een jaar later deed ik alles uit mijn hoofd.”
Wakker Dier
Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren wil bij zo veel mogelijk debatten zijn. Ook zij hoort tot de actiefste Kamerleden, haar focus ligt op landbouw. Op dat terrein was vroeger nauwelijks serieuze oppositie, aldus Ouwehand: iedereen was het min of meer met elkaar eens. „Die dynamiek moet je doorbreken door heel actief te zijn in de Kamer. Dat is een grote muur die je moet omduwen. Dat betekent dat je ook bij kleine procedurevergaderingen moet zijn: kijk, Animal Rights of Wakker Dier heeft dit rapport geschreven, wil de minister daarop reageren?” Sinds Ouwehand fractievoorzitter is – ze volgde Marianne Thieme op, die in oktober vroegtijdig de Kamer verliet – heeft ze minder tijd voor debatten. „Die procedurevergaderingen kan ik niet meer doen, dan moet ik een fractiegenoot vragen.”
Ouwehand is geen uitzondering: fractievoorzitters voeren minder debatten dan hun fractiegenoten. Klaas Dijkhoff (VVD) en Rob Jetten (D66) waren van de fractievoorzitters relatief weinig aan het woord. Dijkhoff sprak daarnaast in het kleinste aantal debatten, zes in totaal.
Onder de fractievoorzitters is opnieuw een SGP’er het actiefst: Kees van der Staaij heeft met afstand in de meeste debatten het woord gevoerd, 81 in totaal. Samen met Thierry Baudet (FVD) sprak hij ook de meeste woorden uit. Lilian Marijnissen (SP) sprak van alle fractievoorzitters de minste woorden uit. Op vragen van deze krant wilde zij alleen schriftelijk reageren, omdat haar agenda „te vol” zat met afspraken. In een reactie laat haar voorlichter via WhatsApp weten dat bij de SP „de kwaliteit van onze bijdrage voorop staat en niet het aantal woorden dat je nodig hebt om je punt te maken. Er zijn al genoeg politici die zichzelf graag horen praten”.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data53458095-403ead.png|https://images.nrc.nl/iGSptFIxYrPGmyGF7YqeOZ-VFDg=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data53458095-403ead.png|https://images.nrc.nl/3mrwhoCbRsvoNXaBXyNsa86AGzg=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data53458095-403ead.png)
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data53458158-716292.png|https://images.nrc.nl/W3r5PNcgaAh5TopBC6sRXiP2nE4=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data53458158-716292.png|https://images.nrc.nl/EWhD8LJ0h8x5_EbmV5otciXajIY=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data53458158-716292.png)
Luister ook naar deze aflevering van onze podcastserie NRC Haagse Zaken: De grote terugblikshow 2019
U kunt zich ook abonneren via Apple Podcasts, Stitcher, Spotify, Castbox of RSS.
Correctie: eerder schreven we ‘minst actieve kamerleden’, dit is gewijzigd in ‘minst verbale kamerleden’.