Reportage

Waarom zijn er zoveel schietincidenten in Rotterdam?

Vuurwapengeweld Rotterdam Van de moord op rapper Feis tot salvo’s bij een winkelcentrum: er waren dit jaar veel schietpartijen in Rotterdam. Dader en slachtoffer wisselen van rol. De opsporing verloopt moeizaam.

Foto’s politie

Winkelcentrum Alexandrium in Oost-Rotterdam was op 10 september net open toen het geratel van een kalasjnikov klonk. Een man en een vrouw vluchtten uit een zwarte Range Rover naar binnen. Een beveiliger van Aktiesport ontfermde zich over haar, hij werd opgevangen in de C&A. De schutters gingen er binnen seconden vandoor in een gestolen BMW.

De salvo’s bij het Poolsterplein leken net vuurwerk, zegt Jack Hu van Saté Bread & More. Hij wilde zijn deur sluiten, maar kon de sleutel niet vinden. De leverancier van zijn rijsttafel dook een bloemenzaak in. Het meisje van zestien dat er werkte, is nooit meer teruggekomen.

Niemand werd geraakt. En niemand is gepakt voor de schietpartij met een AK-47. De twee doelwitten bleken bekenden van de politie. Ze zouden tienduizenden euro’s aan crimineel geld hebben witgewassen. Maar de aanslag was waarschijnlijk een vergissing, volgens hun advocaat Jan-Hein Kuijpers: „De Range Rover was kort daarvoor overgenomen van een bekende Rotterdamse crimineel.”

Wie dat was, wil hij niet zeggen.

Een van de vele

Het was een van de vele schietincidenten in Rotterdam dit jaar. In de regio ging het om 108 schietpartijen tegenover 71 vorig jaar. Daarvan waren 74 schietincidenten in Rotterdam zelf, vorig jaar nog 48. Ter relativering: vergeleken met de jaren ervoor is het verschil niet zo groot (67 schietincidenten in 2016 en 69 in 2017 in de stad). Het aantal doden door vuurwapengeweld in Rotterdam is gelijk aan vorig jaar: vier. Bij twee derde van de incidenten zijn geen gewonden gevallen.

Toch zijn politie, justitie, politiek en bewoners bezorgd. Ruim acht op de tien schietincidenten vinden plaats op de openbare weg. Wapens worden snel getrokken, zegt de politie. De eerste dodelijke schietpartij dit jaar, de moord op rapper Feis met Oud en Nieuw, begon mogelijk met een onbenullige caféruzie. Ook wordt in het wilde weg geschoten. In september doorboorde een kogel de fauteuil van een flatbewoner – vlak langs zijn nek.

De opsporing verloopt moeizaam. In 40 procent van alle schietincidenten zijn aanhoudingen verricht en lopen er nog onderzoeken. In eerdere jaren ging het gemiddeld om 60 procent. Reden kan zijn dat dit jaar vaak alleen kogelhulzen zijn aangetroffen zonder andere sporen, zegt de politie. Verder zijn in de stad zo’n 400 vuurwapens in beslag genomen. Dat is ongeveer evenveel als vorig jaar.

De rechtbank Rotterdam moet vuurwapenbezit strenger bestraffen, zegt officier van justitie Petra Willemse (ondermijning) op kantoor aan de Wilhelminapier. Amsterdamse rechters doen dat sinds dit jaar, omdat ze de landelijke ‘oriëntatiepunten’ te laag vonden. In Rotterdam lijkt het alsof je met vuurwapens vaak wegkomt met een taakstraf of een lage celstraf, zegt ondermijningsofficier Willemse. „De jongens buiten lachen erom.”

Lees de Togacolumn van de Rotterdamse rechter Jacco Janssen over straffen voor vuurwapens

Geen bendeoorlogen

Waarom zijn er zo veel schietincidenten? En waarom is het moeilijk voor politie en justitie om er iets tegen te doen?

Bendeoorlogen willen Wim Hoek en Mohamed Mouch van de politie het niet noemen. Je kunt er in Rotterdam ook geen etnische etiketten zoals de Mocromaffia, op plakken, volgens hen. „Het loopt veel meer door elkaar”, zegt Hoek, districtchef Zuid en portefeuillehouder excessief geweld. „De ene dag ben je een vriend, de volgende een vijand”, zegt Mouch, plaatsvervangend chef in Zuid en portefeuillehouder vuurwapens.

Hier in District Zuid, dat de wijken Charlois, Feijenoord en IJsselmonde omvat, waren de meeste schietincidenten, 35 procent van het totaal. Aan de Putsebocht bijvoorbeeld werd in november nog een 30-jarige Rotterdammer doorzeefd. In een geparkeerde Opel, pal naast een toko, een kleermaker en een seksshop. De ondernemers weten niks van de hele zaak, zeggen ze. Een 33-jarige man is aangehouden.

Een groot deel is „territoriumdrift” onder tussenhandelaren in verdovende middelen, zegt hij. Het zijn jonge mannen – niet de grote jongens – uit bijvoorbeeld de Tarwewijk in Zuid, Delfshaven in West of Ommoord in Oost. Ze raken een partij drugs kwijt en worden gestraft. Soms zijn kogels door de ruiten gewoon een dreigement. En de ene schietpartij lokt vaak een andere uit. Zo kan een slachtoffer in een zaak de dader in een andere zijn.

„Je moet het zien als een logistiek proces met aannemers en onderaannemers”, zegt officier Willemse. Via de haven komen verdovende middelen Europa binnen. Die drugs moeten overgeladen, getransporteerd, betaald, verborgen en beveiligd worden. Al die diensten worden vaak uitbesteed aan onderaannemers, zegt Willemse. „Het lastige is dat die gelegenheidsformaties sterk wisselen.”

Slachtoffers zwijgen

De achtergrond van een schietincident is voor de politie vaak gissen, geven Hoek en Mouch toe. „Het is not done met de politie te praten, dat zijn de mores op straat”, zegt Mouch. „En een raadsman adviseert vaak te zwijgen.” Ook slachtoffers van vuurwapengeweld en bedreigde mensen weigeren regelmatig mee te werken, zegt Hoek: „Twee jaar geleden circuleerde er een dodenlijstje met namen. Die hebben we allemaal nagelopen. Ook daar was de stereotiepe reactie: niks aan de hand, ik los het zelf wel op.”

Ze leven allemaal nog, zegt Hoek.

Vertrouwelijk praten informanten wel met het Team Criminele Inlichtingen (TCI), bijvoorbeeld om een concurrent dwars te zitten. En soms heeft de politie genoeg informatie om een liquidatieplan „stuk te maken”, zegt Hoek. „Dan voeren we een ‘stopgesprek’ met mensen. Zo van: joh, we weten dit en dat.”

Na afloop moeten politie en justitie het doen met sporen ter plekke, zegt officier Willemse. „Als je alleen kogelhulzen vindt, kun je alleen technisch onderzoeken. Uit welk vuurwapen komen ze? Wat is het kaliber? Zit er forensisch materiaal op: vingerafdrukken of dna?”

Het is cru, maar letsel verhoogt de pakkans, zegt ze. „Als bijvoorbeeld bij een schietincident iemand is geraakt in een auto waarvan je een kenteken hebt, plus een getuige en misschien camerabeelden, heb je al veel meer ‘opsporingsindicatie’.”

Bij letsel kunnen politie en justitie vaak ook meer mensen vrijmaken voor opsporing en onderzoek. Willemse: „Een gewond slachtoffer verhoogt de urgentie.”

Wapenhandelaren

Soms wordt het vuurwapengeweld in de stad wél een slag toegebracht. Begin december pakte de politie een „hoog professionele bende” wapenhandelaren, aldus politie en justitie. Acht mannen zouden in totaal honderden wapens hebben verkocht, onder meer in Rotterdam.

Bij een persconferentie had de politie vier Tsjechische machinegeweren uitgestald. Maar die bleken al eerder tijdens dit onderzoek in beslag genomen. Bij alle invallen van die ochtend waren slechts twee handvuurwapens gevonden.

Arjan de Zwart, hoofd regionale recherche, verklaart de magere oogst uit de professionaliteit van de bendes. De wapens kwamen uit Oost-Europa en werden soms binnen minuten doorgevoerd om een ‘heterdaadje’ te voorkomen. Ze deden alleen zaken met vertrouwde kopers. „Het zijn mensen die zich goed kunnen verhullen.”, aldus De Zwart.

Foto’s politie
Foto’s politie
Foto’s politie

De 32-jarige hoofdverdachte was twee jaar geleden al veroordeeld tot anderhalf jaar celstraf voor wapenhandel. De Hoge Raad had dat vonnis in april dit jaar bekrachtigd, maar hij liep nog vrij rond.

De wapenhandelaar woonde in een gewoon rijtjeshuis in een slaapwijk in Capelle aan den IJssel. Hij reed in een Audi A8 en daarna in een dure Mercedes, vertelt een buurtbewoner de dag na de politie-inval. Er kwamen geregeld auto’s met Oost-Europese kentekens, viel hem op. Rond half vijf ’s nachts is de politie er met een luide knal binnengevallen.

Ter hoogte van de voordeur zit een grote spaanplaat. De moeder van de hoofdverdachte kijkt in haar kamerjas door het keukenraam naar buiten. „Het is allemaal niet waar”, zegt ze terwijl ze een shaggie rolt. „Mijn zoon wist dat hij moest zitten. Maar ze kunnen niet zo binnenvallen…”

Ze heeft geen zin in vragen. „We zijn sterk. Ze kunnen ons niet kapotmaken. Dat was het, meneer.”

De hoeveelheid wapens moet groot zijn, zegt Hoek op Bureau Zuidplein: „Ik sta soms versteld van het aantal keren dat we beet hebben. Pas geleden was er een week waarin we drie of vier vuurwapens van straat haalden. In dít district.”

Belgische alarmpistolen

De wapens gaan vaak van hand tot hand en worden „geleased” voor klussen, zegt Mouch. Ze worden geïmporteerd uit voormalig Joegoslavië en Oost-Europa. In Slowakije bijvoorbeeld worden scherpe wapens omgebouwd om verhandeld te mogen worden, die dan later wéér omgebouwd worden naar scherpe wapens, zegt hoofd regionale recherche De Zwart. „Ze komen redelijk massaal op de markt.”

Ook worden Belgische alarmpistolen hier omgebouwd, zegt Mouch. Na een tip werd in augustus een vrouw in Rotterdam-West in haar woning aangehouden. De politie vond daar vier alarmpistolen, zes alarmrevolvers, twee gaspistolen, munitie, een geluidsdemper en materialen om de wapens om te bouwen.

Afgelopen zomer kondigde burgemeester Aboutaleb „onorthodoxe maatregelen” aan om het vuurwapengeweld tegen te gaan. Sinds oktober wordt bijvoorbeeld 750 euro tipgeld uitgeloofd voor het aangeven van vuurwapens.

Een succes is het nog niet, geeft Willemse toe, maar inmiddels zijn beloningen uitgekeerd. Politie en justitie doen een dringend beroep op burgers om meer melding van vuurwapenbezit te maken. Willemse: „Een mes is een gebruiksvoorwerp, waarmee je vlees kunt snijden én criminele feiten kunt plegen. Vuurwapenbezit dient geen enkel legitiem doel.”

Gericht fouilleren

Ook zijn politie en justitie deze maand een proef begonnen met ‘persoonsgericht fouilleren’. Zes Rotterdammers – „risicosubjecten” – zijn aangeschreven dat ze te allen tijde gefouilleerd kunnen worden op verboden wapenbezit.

Voor de criminelen is het een waarschuwing, voor onschuldige burgers is het bescherming, zegt Willemse. „Als je boodschappen gaat doen bij Albert Heijn wil je niet in vuurlinie staan als iemand naast je beschoten wordt.”

De selectie van ‘risicosubjecten’ is ingrijpend, want die gaat ten koste van privacy. „We kijken naar iemands strafblad, maar ook naar zijn inbedding in de criminele wereld. Is iemand bekend met handel in verdovende middelen? Zit hij in een vrienden- of familieclub die daarin actief is? Kwam hij in aanraking met vuurwapens? Andersom: is hij ooit beschoten?”

Als de proef met de eerste zes criminelen een succes is, willen politie en justitie deze aanpak uitbreiden. Binnen de districten Zuid en Centrum gaat het potentieel over enkele tientallen personen, denkt Willemse: „Het moet allemaal netjes worden bijgehouden. Ik kan me wel voorstellen dat iemand na een x-aantal keren zegt: ik ben nu zo vaak gefouilleerd en er is nooit wat aangetroffen. Ik ga nu maar eens roepen dat de overheid zijn boekje te buiten gaat.” Dan zal blijken hoever politie en justitie mogen gaan om vuurwapens van straat te halen.