Zelf beleggen: pak het anders aan dan Marco van Basten

beleggingsstrategie Met spaargeld dat niet rendeert en beurskoersen die blijven stijgen wordt beleggen verleidelijk. Hoe begin je ermee? Stel een doel, en laat je niet gek maken.

Nu de koers van de AEX, index van de 25 grootste Nederlandse beursgenoteerde bedrijven, op de hoogste stand in tijden staat, gaat het weer kriebelen bij allerlei mensen. Zo gaat dat altijd, weet de Vereniging van Effectenbezitters als het NOS Journaal en de kranten reppen van ‘records op het Damrak’. Dan beginnen veel meer particulieren dan anders met beleggen.

Dat is bovendien een aanlokkelijk idee, nu ook grote Amerikaanse beursindexen zoals de S&P500 (zeg maar de AEX van de Verenigde Staten, waarin de vijfhonderd grootste bedrijven zijn opgenomen) als een speer gaan. Iedereen weet onderhand wel dat sparen niks oplevert: dat is al sinds 2012 zo en zal niet snel veranderen.

Eng is het wel. Iedereen kent wel iemand die keihard onderuit is gegaan, bijvoorbeeld tijdens de grote beurscrisis van 2000-2001. Dat overkomt de besten, bleek laatst toen de autobiografie van voetballegende Marco van Basten uitkwam. Hij verloor in een paar jaar tijd 10 miljoen euro, van de 23 miljoen die hij bij ABN Amro Vermogensbeheer had ondergebracht.

„Ik hoorde van vrienden en mensen om mij heen dat 10 tot 14 procent rendement per jaar heel normaal geworden was”, vertelt Van Basten in Basta. „Wat deed ik met mijn geld in die veilige Zwitserse beleggingen? Dus ja, ik liet me gek maken… Ik kreeg dollartekens in mijn ogen.”

Van Basten verkocht de Zwitserse beleggingen en maakte 23 miljoen over naar de grootbank met de opdracht ‘agressief’ te beleggen – ofwel, veel risico te nemen.

Als je wilt beleggen, hoe voorkom je dan zo’n Van Basten-achtig drama? Beantwoord de volgende vijf vragen en bepaal stap voor stap je strategie.

1 Wat is je doel?

De eerste vraag aan jezelf is waarom je wilt beleggen. Wat is je doel? Een sabbatical? Een kind – nu kleuter – zorgeloos op de universiteit, ook als de studiefinanciering tegen die tijd niks meer voorstelt? Formuleer je einddoel, dan weet je ook hoeveel jaren resteren om je geld op de beurs te laten groeien.

Besef wel: een paar jaar is te kort. Om kapitaal substantieel te kunnen laten groeien, moet je minimaal vijf jaar de tijd nemen, en liever tien, twintig of dertig. Dan profiteer je meer van het zogeheten rente-op-rente-effect: als belegger heb je jaarlijks inkomsten (dividend of rente). Laat je die automatisch herbeleggen (dus toevoegen aan het belegde bedrag) dan versnelt de groei van je kapitaal na enige tijd vanzelf.

De beste reden om te beleggen is trouwens je pensioen. Want linksom of rechtsom heeft elke Nederlander een pensioengat – een handjevol echt vermogenden uitgezonderd. „Dat komt alleen al door de verhoogde pensioenleeftijd”, zegt Andrea Middel van DURF Financieel Planners in Amersfoort. „En de meeste pensioenfondsen hebben de afgelopen acht jaar niet geïndexeerd. Dan loop je zo 10 à 12 procent pensioen mis.”

Verder groeit het pensioengat bij de meeste mensen in de loop der tijd, bijvoorbeeld doordat iemand gaat scheiden, minder uren gaat werken of zzp’er wordt en zelf onvoldoende voor zijn pensioen regelt.

2 Hoeveel geld is nodig?

Met een helder doel kun je (laten) uitrekenen hoeveel geld je bij de finish nodig hebt. Formuleer dat doel heel precies: op welke datum moet er hoeveel geld opgebouwd zijn voor het begin van sabbatical, studie of pensioen? Dan valt ook het bedrag uit te rekenen dat je moet inleggen op de beurs, bijvoorbeeld door een maandelijkse storting.

Financieel planners hebben software waarmee ze dat allemaal kunnen uitrekenen. Op eigen houtje kom je ook een eind, met de tools op www.berekenhet.nl/sparen-en-beleggen en op de website van Brand New Day, aanbieder van beleggingsproducten.

Misschien blijkt je financiële einddoel onhaalbaar, bijvoorbeeld omdat je het bedrag dat je daarvoor maandelijks moet inleggen niet kunt missen. Dan kun je altijd de deadline naar achteren schuiven of kijken of je ook uitkomt met een lager eindbedrag.

3 Wat zijn de beste beleggingsfondsen?

Tip één: kies in elk geval voor aandelen een passief beheerd fonds, dus een indexfonds of ETF (beursgenoteerd indexfonds). Als het goed is, heeft de aanbieder dan alle (of de meeste) aandelen of obligaties gekocht die deel uitmaken van de gekozen index. Als dat de MSCI World is, zijn dat dus rond de 1.630 aandelen uit 23 ontwikkelde landen.

Verder doet de aanbieder niets, anders dan bij een actief beheerd fonds (meestal een beleggingsfonds genoemd). Dat streeft er juist naar een beter rendement te halen dan de index, bijvoorbeeld door bepaalde aandelen te kopen of te verkopen. De beheerder van zo’n fonds gelooft namelijk dat hij er door research achter kan komen welke aandelen in waarde zullen stijgen.

Eerlijk is eerlijk: sommigen lukt dat, zoals ’s werelds beroemdste belegger Warren Buffett. Maar veruit de meeste fondsbeheerders maken die belofte niet waar, blijkt uit het jaarlijkse vergelijkende warenonderzoek van indexbouwers S&P en Dow Jones naar het rendement van actief beheerde fondsen versus de index die daar qua samenstelling dicht bij zit.

De afgelopen vijf jaar scoorde 82 procent van de Amerikaanse actieve fondsen en 80 procent van de Europese slechter dan de index. En over tien jaar gemeten ligt dat percentage nog hoger.

Niet voor niks vindt Buffett (89) dat, als hij overlijdt, zijn vrouw hun vermogen in indexfondsen moet stoppen. Want vind die speld in de hooiberg maar eens.

4 Wat is je verdeling aandelen-obligaties?

Superbelegger Buffett gaf zijn echtgenote nog een advies, maar dat is geen aanrader, tenzij je het belegde geld echt niet nodig hebt. Dat luidde: steek na mijn dood 90 procent van ons geld in aandelen-ETF’s en 10 procent in obligatie-ETF’s. Maar dan loop je wel erg veel risico.

„Als je in een wereldwijd, goed gespreid aandelenfonds zit, moet je erop rekenen dat tijdens een echt serieuze beurscrisis de waarde van je vermogen kan halveren”, zegt Hendrik Meesman van Meesman Indexbeleggen.

Wie belegd geld binnen afzienbare tijd nodig heeft, kan zich zoveel risico niet veroorloven. Die steekt bijvoorbeeld 40 of 50 procent van zijn geld in superveilige obligaties.

De precieze verdeling tussen aandelen en obligaties is dan onder andere afhankelijk van de datum dat de belegger geld nodig heeft. Maar voor het bepalen van deze verdeelsleutel is nog één ding belangrijk: je stressbestendigheid. Kun je ertegen als aandelen tijdens een beurscrisis in waarde kelderen? Het punt is: als dat gebeurt, moeten langetermijnbeleggers op hun handen blijven zitten en de crisis uitzitten.

Dat is namelijk de beste strategie om je beleggingen later op het oude niveau terug te krijgen. Maar veel mensen brengen dat op het moment suprême niet op. Dat is ook het drama van Marco van Basten: toen hij er in 2002 achterkwam dat zijn beleggingen 10 miljoen minder waard waren geworden, verkocht hij de hele boel in één keer.

Daardoor verloor hij die 10 miljoen definitief. „Maar als je tijdens een beurscrisis niets doet, is je vermogen vier à twaalf jaar later weer hersteld”, zegt Meesman. „Per crisis verschilt de hersteltijd. Bij die van 2000-2001 duurde het ongeveer dertien jaar, in die van 2008-2009 zo’n vier jaar.”

Volgens rekensommen van vermogensbeheerder Peter van der Slikke van Top Capital zou Van Bastens vermogen bij ABN nu 42 miljoen waard zijn, als hij niet had verkocht.

5 Zelf doen of uitbesteden?

De laatste vraag is of je op eigen houtje wilt beleggen of met enige hulp. In het eerste geval: open een account bij een broker; Degiro is het goedkoopste voor wie weinig handelt. Dan kun je vervolgens zelf kiezen welke beleggingsfondsen, beursgenoteerde indexfondsen (ETF’s) of losse aandelen je wilt kopen op Euronext, de Amsterdamse beurs, of een buitenlandse beurs – al is dat laatste wel duurder.

Voor wie een beetje hulp waardeert, maar niet duur uit wil zijn, zijn bijvoorbeeld Brand New Day (kosten per jaar voor de twee basisfondsen 0,59 procent van het belegde vermogen) en Meesman Indexbeleggen (0,50 procent) een degelijke keus. Beide partijen bieden een beperkt aantal zeer breed gespreide fondsen (bijna allemaal indexfondsen) van gerenommeerde partijen aan voor aandelen en obligaties waar duizenden bedrijven (en landen) deel van uitmaken.

Zo’n brede spreiding is belangrijk om het risico op grote verliezen te beperken. Voor een iets hoger rendement zijn verder aandelen in opkomende markten en kleine(re) bedrijven van belang, vanwege hun snellere groei.

De grootbanken hebben de laatste jaren ook een redelijk aanbod, zoals ABN Amro met Zelf Beleggen, al zijn veel van de fondsen en ETF’s minder breed gespreid dan bij Brand New Day en Meesman. Maar bijvoorbeeld de World Custom ESG van Northern Trust is een aardige optie, zeker in combinatie met de Core MSCI EM IMI Ucits ETF van iShares, die zich op opkomende markten richt (kosten: 0,2 procent servicekosten ABN, bij een vermogen tot 100.000 euro, plus 0,15 procent ETF Northern Trust plus 0,18 procent ETF iShares). Alle kosten zijn exclusief transactiekosten bij aan- en verkoop.