Volgens het Hof is Airbnb geen verhuurder, maar een ‘informatiedienst’ die het mogelijk maakt vakantie-accommodatie te zoeken en te verhuren. Frankrijk kan Airbnb daarom niet verplichten tot een vergunning om zijn diensten aan te bieden, aldus het Hof.
Een consortium van Franse hotelketens had de zaak aangespannen, omdat Airbnb volgens hen oneerlijke concurrentie bedrijft. Hoteleigenaren willen dat Airbnb zich aan dezelfde regels houdt als zij, wat verzekeringen, belastingen of delen van gegevens met lokale overheden betreft.
Forse nederlaag
De uitspraak is een forse nederlaag voor Europese steden die hoopten dat de rechter zou bepalen dat Airbnb zich aan lokale regels moet houden. Zo kunnen steden Airbnb niet dwingen toeristenbelasting te heffen of het aantal dagen te beperken dat een verhuurder zijn huis aanbiedt. Bestaande afspraken hierover, zoals in Amsterdam, zijn gemaakt in onderling overleg.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/12/0712zat-airbnb-xfm-web.jpg)
Een reeks Europese steden deed onlangs een beroep op de Europese Commissie voor strengere regels. Volgens de steden, waaronder Amsterdam, leidt de komst van Airbnb tot veel overlast en een verstoorde woningmarkt.
Airbnb-oprichter Nathan Blecharczyk schreef na de uitspraak een brief naar grote Europese steden, waaronder Amsterdam. het bedrijf stelt dat Airbnb na de uitspraak „weer vooruit kan kijken en verder blijft samenwerken met steden om heldere afspraken te maken.”
Het bedrijf uit San Francisco bereidt momenteel een beursgang voor, die ergens volgend jaar moet gaan plaatsvinden.