Utrecht Centraal, zondagmiddag. Achter de stationspiano pingelt een meisje een liedje van Billie Eilish. Niet opvallend goed, wel vol puberale overgave. Schattig. Je loopt door, en voelt je opeens een beetje lichter.
Volgens cijfers van het statistiekbureau CBS telt Nederland ruim twee miljoen amateurmusici. Een groot deel van hen speelt piano of keyboard. Maar behalve achter openbare piano’s hoor je ze nooit.
Een gemiste kans, bedacht Lizzy Beekman, zelf amateurpianist. „Ik miste een plek waar je andere amateurs kunt tegenkomen en geïnspireerd kunt worden door elkaar, lessen en workshops. Er zijn veel muziekevenementen voor getalenteerde kinderen, maar voor amateurvolwassenen is er bijna niks.”
Beekman begon met twee bevriende amateurpianisten het Amsterdamse PianoFest. De eerste editie, in 2018, bleek een doorslaand succes. Ook de tweede editie, in opzet uitgebreid tot tweehonderd pianisten die deelnemen aan een concours of gewoon vijf minuten voorspelen, was razendsnel uitverkocht.
„Het begrip amateur heeft een beetje een negatieve bijklank”, zegt Beekman. „Maar op PianoFest willen we laten horen dat muziek die wordt gemaakt met liefde en enthousiasme óók mensen kan raken.”
Twee dagen lang kunnen amateurpianisten in het Amsterdamse conservatorium ronddwalen tussen de zalen waar de andere concourskandidaten en de „gewone” deelnemers spelen. Op het Pianoplein zijn workshops. „De sfeer is los en de deelnemers divers”, zegt Beekman. „Vorig jaar speelde de oudste deelnemer, 87, quatre-mains met een meisje van 14. Wereldmuziek, klassiek, eigen werk – alles mag. Maar iedereen die optreedt is nerveus en op zijn kwetsbaarst, dat maakt de sfeer heel saamhorig. En het is natuurlijk geweldig voor een volle zaal op een Bösendorfer of Steinway concertvleugel te mogen spelen. Alsof je even mag racen in een Porsche.”
Zes deelnemers over wat de piano voor hen betekent.
Matthijs M. Wognum (44): ‘Ik houd van hardcore én klassiek’
„Ik ben gabber, maar ik houd van hardcore én klassiek. Dat vinden mensen opvallend, maar de melodische kant van hardcore is vaak gebaseerd op klassieke melodieën en daaraan zeker verwant.
„Ik vond piano altijd al mooi. Mijn oom had er een, Mozart en Beethoven speelde hij. Zodoende ben ik ook begonnen, maar niet direct serieus. Voor ik zelf een piano had, was ik twintig. Dat was flink sparen. Leer maar een vak, zeiden mijn ouders. Achteraf gezien jammer, anders had ik nu een ander leven.
„De helft van vorig jaar heb ik zeven dagen per week, tien uur per dag gestudeerd. Binnen een maand speelde ik Chopin, Schubert, Beethoven en eigen geschreven werken. Soms raak ik wel gefrustreerd als mijn handen nog niet kunnen wat mijn hoofd wil horen. Maar ik ben blij met alle stappen die ik zet, beter en beter.
„Als ik piano speel, dan liefst complexe, veeleisende muziek. Maar als ik Schubert-liederen speel, interesseren me ook de teksten. Chopin blijf ik fijn vinden om zijn melancholie, die toch altijd weer goed komt.
„Ik studeer nu vier à vijf uur per dag. Daarnaast ga ik naar concerten. In trainingspak ja, dat is mijn trademark. Mijn ultieme droom is concertpianist worden, en daarnaast producer in de hardcore.”
Josefien Schuurman (12): ‘Als ik me verveel, maakt de piano me vrolijk’
„Ik oefen een kwartier per dag. Soms niet, dan speel ik de volgende dag dubbel. Wat ik speel, wisselt: nu eens klassieke stukken, dan weer bijvoorbeeld filmmuziek.
„Toonladders en études speel ik niet. In de les krijg ik technische tips, verder leer ik aan de hand van de stukken. Dat werkt goed, als je je erop verheugt een leuk stuk te kunnen spelen, dan wil je wel studeren. Soms houd ik mezelf een beloning voor: als ik nu oefen, mag ik straks iets spelen wat ik al goed kan. En soms helpen mijn ouders me, of mijn zussen. Pianospelen doen we hier thuis allemaal.
„Spelen voor publiek doe ik nooit, behalve op leerlingenmiddagen. Op PianoFest voor een grote zaal optreden zal dus wennen zijn. Maar ik denk dat ik mijn zenuwen wel kan bedwingen, als ik maar goed ben voorbereid.
„Als ik me verveel, maakt de piano me vrolijk. Als ik verdrietig ben, word ik achter de piano weer rustig. Al met al brengt de piano me zo veel; ik kan me niet voorstellen dat dat ooit anders zou worden.”
Chantal Bekker (37): ‘Soms speel ik zelfs op werkdagen tijdens een pauze’
„Als tiener speelde ik graag romantisch klassiek, Debussy bijvoorbeeld. Later, op mijn achttiende, kwam daar een grote liefde bij voor de virtuoze muziek van Rachmaninov. Mijn missie is steeds een nieuw werk van Rachmaninov in te studeren.
„De Prelude in D die ik speel op PianoFest is het moeilijkste stuk tot nu toe. Maar nu ik goed geïsoleerd woon, met ruimte voor mijn eigen vleugel, had ik tijd en ruimte de Prelude écht goed onder handen te nemen. Eerst de linkerhand, dan de rechterhand, dan pas samen. Wat staat er, waarom, hoe werkt dat? Mijn docent staat me bij; kennis en inzicht van de harmonische en melodische structuur helpen enorm bij het studeren. De allerbeste tip die ik kreeg: anticipeer. Zet steeds je hand klaar voor de stap die eraan komt, als een schaker die zetten vooruitdenkt. Dat scheelt enorm.
„Ik ben zeer serieus met de piano, maar ik ben óók blij dat ik een manier heb gevonden om een liefhebber te zijn en te blijven. Als 18-jarige heb ik ook toelating gedaan voor het conservatorium, maar uiteindelijk heb ik voor de kunstacademie gekozen. Nu werk ik drie dagen als grafisch ontwerper, met daarnaast genoeg tijd voor de piano. Soms speel ik zelfs op werkdagen tijdens een pauze, want ik werk vanuit huis. Zo heb ik beide liefdes – ontwerpen en muziek maken – op een fijne manier kunnen samenbrengen.”
Octavio Doelwijt (20): ‘Ik wil mijn eigen twist geven aan muziek’
„Mijn eerste piano kreeg ik op de rommelmarkt; een plastic keyboard waarop ik jarenlang heb zitten prutsen. Ik leerde het mezelf via internet, met programma’s als Synthesia, die je muziek leren naspelen zonder dat je van blad hoeft te kunnen lezen. Op een gegeven moment begon het ergens op te lijken en toen ben ik ook gaan improviseren.
„Sinds zes jaar heb ik pianoles van een klassiek docent. Ik kan nu ook noten lezen. Muziek zo op het eerste gezicht van blad spelen gaat nog niet en mijn leraar vindt dat ik dat moet leren. Maar ik wil geen klassiek pianist worden, ik wil mijn eigen twist geven aan muziek. Dat is eigenwijs, maar ik denk dat juist die eigenschap me heeft gebracht waar ik nu ben.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/12/data53195848-cadca4.jpg|//images.nrc.nl/XeXnYADjoJUY2GzgzyU0Bt76jY8=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/12/data53195848-cadca4.jpg)
Octavio Doelwijt: „Ik vind het leuk van klassieke composities mijn eigen versies te maken.” Foto Andreas Terlaak
„Ik houd van romantische liedjes. Op PianoFest speel ik een eigen stuk. Ik vind het leuk van klassieke composities mijn eigen versies te maken. Wanneer ik die speel, word ik rustig.
„In mijn dagelijks leven werk ik voor PostNL als procesbegeleider. Op een depot vol bakfietsen laat ik de boel goed verlopen. Lekke band? Ik regel het. Verkeerde post, zieke collega? Idem. Naast mijn fulltimebaan is veel piano studeren soms best lastig. Maar ik oefen wel minimaal vier keer per week een uur, en soms worden dat twee uur.
„Ik droom van een fijne toekomst zonder geldzorgen. Als dat met de piano lukt: geweldig. Maar met een combinatie van muziek en een goede baan ben ik ook heel gelukkig. Ik word nu al best veel gevraagd voor concerten, op bedrijfsfeesten en zo. Dat vind ik geweldig, want ik wil graag dat veel mensen me horen. Een donkere jongen achter de piano, dat zie je niet alle dagen. Ik wil laten zien dat ik anders ben en laten horen hoe míjn muziek klinkt.”
Dimitra Chaimanta (39): ‘Na een drukke dag vond ik het heerlijk zo weer tot mezelf komen’
„Ik begon met piano toen ik vijf was, in Athene. Tot mijn zestiende heb ik het volgehouden, maar lang studeren vond ik op een gegeven moment lastig te combineren met school.
„Als twintiger ging ik keyboard spelen in een bandje, Griekse softpop. Overdag werkte ik als leraar. Toen de kans zich voordeed naar Nederland te verhuizen, heb ik die gegrepen. De piano raakte op de achtergrond, tot in 2014 overal stationspiano’s werden neergezet. Als forens vond ik het na een drukke dag heerlijk zo weer tot mezelf komen. Je kunt je gevoelens kwijt, terwijl je tegelijkertijd enorm je hoofd erbij moet houden. Die combinatie maakt pianospelen zo prettig en zo ontspannend.
„Ik woon in Amsterdam, zonder piano, dus huur ik af en toe een oefenstudio. Via via leerde ik de muziek van Ludovico Einaudi kennen: liefde op het eerste gehoor. Ik speel straks ook iets van Einaudi op PianoFest. Met aarzeling, want zovelen spelen beter dan ik…. Maar een vriend zei: het gaat er niet om hoe je speelt, maar om hoe je je vóélt als je speelt. Nu verheug ik me er op. Soms moet je jezelf een zetje geven om op wegen te komen die je eerder niet zag liggen.”
Hans Honig (53): ‘Mijn lerares had de juiste mix van strengheid en aansporing’
„Ik speel sinds ik tien was, maar de vonk sloeg over toen ik les kreeg van een ouderwetse maar kleurrijke lerares die me benaderde met de juiste mix van strengheid en aansporing. Haar succesrecept? Respect en inspiratie. En altijd mooie verhalen. Ik dacht er niet over om te studeren, zij gaf mij op les het gevoel dat ik echt vooruitging en de muziek begon te begrijpen. Dat gaf voldoening en ‘flow’. Zo brengt een goede leraar je elke keer een stap verder, en houdt je zo gemotiveerd.
„Een tijdlang stond de piano op een laag pitje. Ik herhaalde stukken die ik ooit goed speelde steeds een beetje slechter. Acht jaar geleden heb ik mijn lessen weer opgepakt en dat heeft mijn plezier enorm aangewakkerd. Mijn huidige leraar huldigt het motto ‘alles is oefening’ en dat geldt dus ook voor de podiumstress die meedoen aan PianoFest me oplevert. Maar het is leuk daar omringd te zijn door andere amateurs. Bijkomend voordeel is dat je een paar stukken met extra focus en commitment gaat studeren.
„Muziek maken is voor mij een manier om me te ontspannen. Het heeft en geeft een hele andere energie dan werken en leert je dat je met een mix van dagelijkse kleine stappen en uitstekende coaching reuzensprongen vooruit kunt maken. Wanneer je een moeilijk stuk dan eindelijk kunt spelen en je je even een virtuoos waant, is dat een sensatie. Mijn droom is dat ooit met Bachs Goldberg Variaties te bereiken.”
PianoFest: 21 en 22/12, Conservatorium van Amsterdam. Gratis toegang voor bezoekers. Kaarten voor slotconcert met o.a. Thomas Beijer (22/12, 15:30 uur) via pianofest.nl.