De politie kan zich door een gebrek aan capaciteit niet genoeg toeleggen op de strijd tegen criminele bendes en ondermijning. Daarvoor waarschuwt de Inspectie Justitie en Veiligheid (JenV) in een maandag verschenen rapport. Volgens de inspectie hebben rechercheurs het momenteel te druk met het oplossen van op zichzelf staande zaken, die los staan van de georganiseerde misdaad.
Het ontbreekt bij de opsporing van criminelen vooral aan voldoende overzicht, staat in het rapport. De politie gaat nu te „lokaal” te werk, en gaat hoofdzakelijk achter incidenten aan. De bestrijding van zware misdaad en inmenging van criminelen in de bovenwereld die het kabinet als prioriteit heeft gesteld, komt daardoor „beperkt van de grond”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52115954-a9e2e9.jpg)
Ook met de interne organisatie van de politie zijn dingen mis, concludeert de Inspectie JenV. De recherche, de politieacademie en het onderdeel van de politie dat alle opsporingsinformatie bijhoudt en analyseert, hebben ieder hun eigen aanpak, in plaats van één centrale werkwijze. Het lijkt er volgens de rapporteurs niet op dat goede ideeën die ontstaan binnen de politie, snel ook door de rest van de organisatie worden overgenomen. Bovendien is vaak niet duidelijk wiens verantwoordelijkheid iets is.
Halverwege oktober kondigde het kabinet aan juist meer te gaan inzetten op een landelijke aanpak van de georganiseerde misdaad en de corrumperende werking daarvan op de maatschappij. Aanleiding was onder meer de moord op advocaat Derk Wiersum, die in het strafproces tegen Ridouan T. kroongetuige Nabil B. bijstond. Burgemeesters lieten na de aankondiging uit Den Haag weten te vrezen voor de gemeentelijke veiligheid, doordat er minder agenten voor straatwerk beschikbaar zullen zijn.