1. Ianthe Sahadat: Zonder handen
Journaliste en Tegel-winnaar Ianthe Sahadat schreef met Zonder handen een benauwend tijdsdocument over de eenzaamheid van de negentienjarige Kat die zich staande houdt in een lawaaierig studentenhuis met schreeuwerige ‘chillmeisjes’ in de grote stad. Zij voelt zich niet meer dan een eenzaam ‘hoofd op benen’: alles waar zij goed in is, zit in haar hoofd en komt er in geen enkel gezelschap uit. Alleen bij de mooie Rif, een hacker met een jas met stroken van leer en wol die in een pakhuis woont, komt zij tot leven. Hij ziet haar staan en biedt zich ongevraagd aan als haar persoonlijke ‘wraakloket’. De vriendinnen van vroeger moeten het ontgelden, vindt Rif, maar voelt Kat dat zelf eigenlijk ook? Meeslepend maar vooral ook grimmig wordt vriendschap onder de loep genomen. Ultieme roman over pesten, incasseren en gezien worden.
Ianthe Sahadat: Zonder handen. Prometheus, 292 blz. €19,99
2. Michael Palin: Noord-Korea dagboek
In april 2018, toen de Noord Koreaanse leider Kim Jong-Un voor het eerst in tien jaar de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-In ontmoette, ging voormalig Monthy Python-ster en documentairemaker Michael Palin twee weken naar de Democratische Volksrepubliek Korea – nog steeds één van de meest hermetisch gesloten landen ter wereld - om daar met cameraploeg en regisseur een tweedelige serie op te nemen voor de Britse televisie. Hij mocht geen kaarten, reisboeken of anderszins informatie meenemen omdat de Noord-Koreanen wantrouwig zijn; Palin ging op stap met zijn iPhone en een blauw notitieboekje. Die aantekeningen zijn nu gebundeld in het mooi uitgegeven Noord-Korea dagboek met heel veel foto’s zonder bijschrift die precies illustreren hoe hun reis verliep: zij werden in de watten gelegd maar nooit helemaal écht geïnformeerd.
Michael Palin: Noord-Korea dagboek. Oorspronkelijke titel: North Korea Journal. Vertaald uit het Engels door Annemie de Vries. Spectrum, 188 blz. €19,99
3. Auteur onbekend: De vertellingen van duizend en één nacht
Ten grondslag aan de van oorsprong Arabische De vertellingen van duizend-en-één-nacht ligt het verdriet van de door zijn vrouw bedrogen koning Sjahriaar. Hij laat haar doden en huwt vanaf dat moment elke nacht een andere maagd, die hij de volgende morgen weer laat executeren om nooit meer met overspel te maken te hoeven hebben. Totdat de belezen en slimme Sjahrazaad (Sjeherazade) haar vader vraagt haar uit te huwen aan de koning om ‘verlossing te brengen aan de mensheid’ of te sterven zoals de anderen. Zij vertelt de koning een spannend verhaal maar onthoudt hem het einde (‘Op dat moment werd Sjahrazaad onderbroken door de dageraad en ze zweeg’) waardoor de koning besluit haar de volgende morgen te sparen omdat hij het einde van het verhaal wil horen en zo gaat dat duizend nachten door.
Volgens een Arabische overlevering is in de tiende eeuw een zekere al-Djahsjiari begonnen met het verzamelen van duizend verhalen uit Perzische, Griekse en andere bronnen: fabels, ridderverhalen, sprookjes, liefdesverhalen, sommige licht erotisch en niets onthullend, andere enigszins belerend en van dichtregels voorzien. Terwijl vertaler Richard van Leeuwen (stukken uit) zeven verhalen koos, verdiepte illustrator Floris Tilanus zich in de Arabische architectuur en Perzische miniaturen om te komen tot deze nu al klassiek te noemen uitgave.
Auteur onbekend: De vertellingen van duizend en één nacht. Gekozen en vertaald door Richard van Leeuwen en geïllustreerd door Floris Tilanus. Van Oorschot, 192 blz. € 30,-.
4. Jorien Meerdink: Omstanders
Nadat historica Jorien Meerdink op een reünie haar vrienden van vroeger treft, geven hun verhalen een minder rooskleurig beeld van de hechte buurt waar zij opgroeiden dan steeds werd aangenomen.
Aangemoedigd door de buurtgenoten van toen, besluit Meerdink een ‘autobiografie’ van de speciaal voor Delftse ingenieurs uit de grond gestampte wijk Gansecamp in Delfgauw te schrijven. Zelf had zij geen gemakkelijke jeugd met een moeder die zwaar alcoholiste was, haar verwaarloosde en een vader die zonder afscheid te nemen verdween.
In Omstanders wil zij antwoord op die ene vraag: ‘Waarom kon ik toen bij niemand terecht?’ En dan gaat de beerput van het christelijke polderdorpje pas echt open; na vele gesprekken met zowel de kinderen als de ouders krijgt Meerdink in deze maatschappelijk geëngageerde studie boven water waarom omstanders wegkijkers zijn – ten koste van de kinderen. Een waarschuwing dus.
Jorien Meerdink: Omstanders. BigBusinessPublishers, 288 blz. €22,50
5. Jim Jansen: Eureka! Nederlandse topwetenschappers over hun belangrijkste moment van inzicht
Hoofdredacteur van het populair-wetenschappelijke tijdschrift New Scientist Jim Jansen interviewt wekelijks voor ‘zijn’ tijdschrift en het Algemeen Dagblad wetenschappers over hun zogenoemde eureka- moment: naar de beroemde uitroep ‘ik heb het gevonden’ van de Griekse wiskundige en natuurkundige Archimedes (287 v.Chr.-212 c.Chr.) toen hij tweeduizend jaar geleden in bad een ontdekking (volumeverplaatsingseffect ofwel de Wet van Archimedes) deed, en nu gebruikt als ultiem antwoord op een prangende (onderzoeks-)vraag.
Bijna zestig wetenschappers leggen kort en bondig uit wanneer zij dat moment beleefden. Twee voorbeelden: Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus universiteit in Rotterdam viel in 2004 zo hard van zijn racefiets in de Pyreneeën dat hij lang in het ziekenhuis in Lourdes verbleef. Daar en precies daar bedacht de destijds jongste hoogleraar van Nederland dat hij niet langer alleen wetenschapper moest zijn maar ook actievoerder: er moeten dingen veranderen en wel hier en nu: „Ik moet de mensen vertellen wat ik weet en ik moet ze voorlichten”. Of het nu gaat over het klimaat of de rookvrijeruimte – we zullen die transitie moeten maken.
Een ander mooi eureka-voorbeeld is van Aryan van der Leij, emeritus hoogleraar orthopedagogiek aan de UvA. In de zomer van 1978 stond hij in het weiland achter zijn huis tussen de koeien en na jaren als schoolpsycholoog te hebben gewerkt met dyslexie-leerlingen, bedacht hij in een flits: stop met het getob met letters en bied tegelijkertijd de klank aan. Het resultaat was niet alleen dat leerlingen de woorden leerden maar vooral dat ze ´lol´ kregen in deze (verklankte) taal.
Jim Jansen: Eureka! Nederlandse topwetenschappers over hun belangrijkste moment van inzicht. Luitingh-Sijthoff, 135 blz. € 12,50
Claudia de Breij: Lang leve ons. Wie willen we eigenlijk zijn?
In Lang leve ons houdt Claudia de Breij een vurig pleidooi om weer met elkaar in gesprek te gaan, te luisteren naar elkaar, in plaats van bij voorbaat overal tegen te zijn. Of om de ‘slechteriken van deze tijd’ niet zodanig de mond te snoeren dat we nooit meer zullen horen of zij tot een ander inzicht zijn gekomen. Eigenlijk zou iedereen in Nederland zich moeten gedragen als in de banken van het VARA-televisieprogramma Het Lagerhuis, (‘VARA BRENG DAT PRACHTPROGRAMMA TOCH TERUG’, aldus De Breij in kapitalen) waar deelnemers leerden onder bezielende leiding van Paul Witteman elkaar met woorden te overtuigen en na afloop gemoedelijk met elkaar over te gaan tot de orde van de dag. De Breij roept op de ruimte tussen verschillende meningen te respecteren en samen tot een oplossing te komen voor problemen die ons allemaal aangaan.
Claudia de Breij: Lang leve ons. Wie willen we eigenlijk zijn? Pluim, 172 blz. € 19,99